Hooglied/Hoofdstuk 7

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 9 aug 2019 om 09:41 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Hoog. 1:7 == Hoo 7:1  Hoe schoon zijn uw gangen in de schoenen, gij prinsendochter! de omdraaiingen uwer heupen zijn als een kostelij...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Hooglied > Hoofdstuk 7
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Hooglied:


Hoofdstuk 7 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Hoog. 1:7

Hoo 7:1  Hoe schoon zijn uw gangen in de schoenen, gij prinsendochter! de omdraaiingen uwer heupen zijn als een kostelijke ketens, zijnde het werk van de handen eens kunstenaars. (SV)

In dit en de volgende verzen roemt de bruidegom de schoonheid en bevalligheid van de bruid. Ditmaal vangt hij zijn beschrijving van haar schone gestalte aan met de voeten om met het hoofd te eindigen: schreden, heupen, navel en buik, hals, ogen, neus, hoofd, haarband. Eerder (4:1v) had hij de de omgekeerde weg ingeslagen: van het hoofd tot de borsten.

Gangen. Of "schreden" (NBG51, HSV, NaB), "passen" (Lei, Canis), "voeten" (WV95, NBV2004). In het vorige vers was zij opgeroepen om terug te keren. In het huidige vers ziet de bruidegom haar gaan, misschien haar terug komen.

Schoenen. Of "sandalen" (NBG51, WV95, HSV), "schoeisel" (Lu).

Prinsendochter. Of "edelmansdochter". Naardense Bijbelvertaling: "dochter van een edelman". "vorstendochter" (Lei, Lu, NBG51, Canis, HSV), "koningskind" (NBV2004), "prinses" (WV95). In het Hebreeuws zijn er twee woorden. Het eerste, בידנ, nadiyb, komt 28x in de Bijbel voor en wordt meestal door "prins" (SV, 15x) of "edele" (16x, NBG51) vertaald. Het tweede woord is תב, bath, dat veel voorkomt en meestal door "dochter" wordt overgezet.

We hebben hier hetzelfde woord als in hoofdst. 6:12. Daar werd gesproken van het edele (prinselijke, of vrijwillige) volk.

Hoo 6:12  Eer ik het wist, zette mij mijn ziel op de wagens van mijn vrijwillig volk. (SV)

Hoewel de bruid van onaanzienlijke geboorte, van maatschappelijk nederige komaf is, wordt zij hier gezien als de dochter van een edele.

Omdraaiingen. Of "wendingen", "welvingen" (Lei, NBG51), "rondingen" (HSV), "ronding" (WV95). Canis: "wiegende heupen". Lu: "lendenen". NaB: "heupen ronden zich". NBV2004: "heupen draaien ... rond".

Het Hebreeuwse woord is קומח, chammoewq, en komt alleen hier voor in de Bijbel. Gezien (1) haar gaande beweging en (2) de vergelijking met een halsketting, mogen we hier denken aan de beweging (wendingen, wiegen) èn de vorm (ronding) van de heupen.

Kostelijke ketens. Andere vertalingen: "halsketting" (NaB), "halssieraden" (HSV), "halsketenen" (Lei), "sieraden" (NBG51), "snoeren" (Canis), "twee snoeren" (Lu), "halssnoer" (WV95), "sierlijk" (NBV2004) De ketens hier bedoeld, zijn de hals- of borstsieraden bij vrouwen in gebruik.

In het oorspronkelijke is het één woord. Het gaat om het Hebreeuwse woord ילח, chaliy, dat 2x in de Bijbel voorkomt, hier en in Spr. 25:12.

Spr 25:12  Een wijs bestraffer bij een horend oor, is een gouden oorsiersel, en een halssieraad van het fijnste goud. (SV)

De welvingen van haar heupen zijn als welgemaakte halskettingen, het werk van een bekwame kunstenaar.

Hoogl. 2:7

Hoo 7:2  Uw navel is als een rond bekken, waarin geen mengwijn ontbreekt; uw buik is als een hoop tarwe, rondom bezet met lelies. (CP[1])

Bekken. Of "beker" (SV), "schaal" (HSV). "Bekken" heeft de NBG51-vertaling

Mengwijn. Het Hebreeuwse woord is מזג, mezeg. Het komt in de Bijbel alleen in dit vers voor. Het komt van een niet voorkomende werkwoordstam in de betekenis van "mengen" (water met wijn)[2]. Het gaat dus om water met wijn gemengd of wijn met water gemengd. De navel is hier een onderdeel van haar lichaam waaraan de bruidegom zich verlustigt.

Vergelijk:

Joh 7:38  Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien. (SV)

Uw buik is als een hoop tarwe, rondom bezet met lelies. Uw buik is zo mooi geelachtig wit en gewelfd als een hoop tarwe, die men rondom bezet, omzet heeft met lelies.

Daar het bij de ouden gebruikelijk was het gezaaide terstond op het veld te dorsen op vloeren, die daar gesteld werden, zo ligt het voor de hand om aan te nemen dat het de gewoonte was de tarwehopen feestelijk te bekransen, of met allerlei bloemen te versieren[3].

Hoogl. 7:3

Hoo 7:3  Uw twee borsten zijn als twee welpen, tweelingen van een ree. (SV)
Reekalf van enkele dagen oud.

Vergelijk:

Hoo 4:5  Uw twee borsten zijn gelijk twee welpen, tweelingen van een ree, die onder de leliën weiden. (SV)

Zie het commentaar daar.

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Hooglied. Hieruit is tekst onder wijziging verwerkt.

Voetnoten

  1. Vertaling op Christipedia, gebaseerd op de Statenvertaling
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.  
  3. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Hooglied.