Johannes 4

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 19 aug 2017 om 09:35 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar}} Gesprek met een Samaritaanse vrouw. De stervende zoon van een hoveling genezen. * 4: 1-42   Uit Judea komt de Heer Jezus aan de bron van Jacob, bi...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Johannes 4:


Johannes 4 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Gesprek met een Samaritaanse vrouw. De stervende zoon van een hoveling genezen.

  • 4: 1-42   Uit Judea komt de Heer Jezus aan de bron van Jacob, bij de Samaritaanse stad Sichar, in gesprek met een vrouw. Hij wordt door haar en velen daar erkend als de Heiland der wereld.
  • 4: 43-54 Het tweede wonder in Kana in Galiléa: een zoon van een hoveling, die op sterven ligt, wordt gezond.

De Heer verlaat Judea en moet op Zijn weg naar Galilea door Samaria. Bij Sichar, aan de bron van Jacob, ontmoet Hij een vrouw, die al vijf mannen heeft gehad. De Heer spreekt over God als een gever en zegt dat hij bereid is haar levend water te geven. Wie dat water ontvangt, krijgt in zich een bron die springt tot in het eeuwige leven. Ongetwijfeld doelt de Heer op "de Geest des levens in Christus Jezus"(Rom. 8:2), een bron van blijvend geluk in het binnenste. God de Vader, die geest is, zoekt mensen die Hem aanbidden in geest en waarheid. Door het getuigenis van de vrouw, wier levenslot de Heer blijkt te kennen, en door de woorden van de Heer zelf, komen vele Samaritanen in Sichar tot geloof.

Na een verblijf van twee dagen in Sichar reist de Heiland door naar Galilea. Daar geneest hij op afstand de zoon van een hoveling, die op sterven ligt. Sommige Schriftverklaarders[1] zien hierin een zinnebeeld van Jezus' werk in Israël om het kwijnend geloof van het godvrezend overblijfsel levendig te houden.

  1. F.W. Grosheide, G.P. van Itterzon: Christelijke Encyclopedie (Kampen, J.H. Kok N.V, 1959) s.v. Johannes, evangelie van