Openbaring 2

Uit Christipedia

Openbaring 2 van de Openbaring van Johannes wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd. De volgende hoofdstukken zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Openbaring van Johannes:

Samenvatting

Dit hoofdstuk bevat korte brieven, door de Heer Jezus gedicteerde en door Johannes opgeschreven boodschappen aan drie gemeenten: 1-7 Boodschap voor de christengemeente te Efeze. 8-11 Boodschap voor christengemeente te Smyrna. 12-17 Boodschap voor christengemeente te Pergamus. 18-29. Boodschap voor christengemeente te Thyatira.

Boodschap voor Efeze (1-7)

1

Opb 2:1 Schrijf aan de engel van de gemeente in Efeze: Dit zegt Hij die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt, die in het midden van de zeven gouden kandelaars wandelt: (Telos)

Zeven sterren. Dat zijn de engelen (boden, boodschappers) van de zeven gemeenten, zie 1:20.

Zeven gouden kandelaren. Dat zijn de zeven gemeenten, 1:20.

2

Opb 2:2 Ik weet uw werken en uw arbeid en uw volharding en dat u de bozen niet kunt verdragen; en u hebt op de proef gesteld hen die zeggen dat zij apostelen zijn en het niet zijn, en hebt hen leugenaars bevonden; (Telos)

Opvallend is het gebruikte enkelvoud: "Ik weet uw (enkelvoud) werken en uw (enkelvoud) arbeid en uw (enkelvoud) volharding en dat u (enkelvoud) de bozen niet kunt verdragen; en u hebt op de proef gesteld hen die zeggen dat zij apostelen zijn en het niet zijn, en hebt (enkelvoud) hen leugenaars bevonden;"

3

Opb 2:3 en u hebt volharding en hebt verdragen terwille van mijn naam en u bent niet moe geworden. (Telos)

Ook hier weer het enkelvoud: "en u (enkelvoud) hebt volharding en hebt verdragen terwille van mijn naam en u bent niet moe geworden".

Volharding. Zie vs. 2.

Verdragen. De bozen echter konden zij niet verdragen.

Niet moe. Niet mentaal moe.

4

Opb 2:4 Maar Ik heb tegen u, dat u uw eerste liefde hebt verlaten. (Telos)

Ook hier weer de enkelvoudsvorm: "Maar Ik heb tegen u (enkelvoud), dat u (enkelvoud) uw (enkelvoud) eerste liefde hebt verlaten".

5

Opb 2:5 Bedenk dan waarvan u afgevallen bent en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, Ik kom tot u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert. (Telos)

Ook hier weer het enkelvoud: "Bedenk dan waarvan u (enkelvoud) afgevallen bent en bekeer u (enkelvoud) en doe de eerste werken. Maar zo niet, Ik kom tot u (enkelvoud) en zal uw (enkelvoud) kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u (enkelvoud) zich niet bekeert."

Bedenken → bekering → arbeid.

Kandelaar wegnemen. De gemeente verspreidt geen licht meer, en/of houdt op te bestaan. Vgl. de gelijkenis van de boze pachters: de wijngaard werd van hen weggenomen.

6

Opb 2:6 Maar dit hebt u, dat u de werken van de Nicolaïeten haat, die ook Ik haat. (Telos)

Ook hier weer het enkelvoud: "Maar dit hebt u (enkelvoud), dat u (enkelvoud) de werken van de Nicolaïeten haat, die ook Ik haat."

Nicolaïeten. Deze aten afgodenoffers en pleegden ontucht, zie Nicolaïeten.

7

Opb 2:7 Wie een oor heeft, laat hij horen wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, die zal Ik te eten geven van de boom van het leven die in het paradijs van God is. (Telos)

De Geest. De woorden van de Heer Jezus waren woorden van de Geest. De profeten en leraars in een gemeente kunnen, door de Geest geleid, de geschreven worden overbrengen, verklaren en toepassen op de hoorders.

Tot de gemeenten. De boodschap voor de gemeente te Efeze bevat ook lessen voor de andere gemeenten.

Die zal ik te eten geven. Tegenover de afgodische offers, waartoe de Nicolaïeten verleidden, stelt de Heer Jezus het voedsel dat hij zal verstrekken, voedsel dat tot eeuwig leven strekt.

Boodschap aan Smyrna (8-11)

8

Opb 2:8 En schrijf aan de engel van de gemeente in Smyrna: Dit zegt de eerste en de laatste, die dood geweest is en weer levend geworden: (Telos)

De Heer grijpt terug op zijn woorden aan Johannes gesproken, 1:18.

Opb 1:17  En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste, Opb 1:18  en de levende; en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid, en Ik heb de sleutels van de dood en de hades. (Telos)

Die dood geweest is en weer levend geworden. Zie vs. 10: 'dood ... leven'.

9

Opb 2:9 Ik weet uw verdrukking en uw armoede — maar u bent rijk —, en de laster van hen die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar een synagoge van de satan. (Telos)

Enkelvoudvorm: "Ik weet uw (enkelvoud) verdrukking en uw armoede-maar u bent rijk-,en de laster van hen die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar een synagoge van de satan."

Uw armoede — maar u bent rijk. Rijk in Christus, rijk door de schatten die voor hen in de hemel zijn weggelegd. Een tegenstelling met deze gemeente vormt die van Laodicea. De gelovigen in Laodicea waren in eigen ogen 'rijk', maar in Christus' ogen arm.

Opb 3:17  Omdat u zegt: Ik ben rijk en verrijkt en heb aan niets gebrek, en u weet niet dat u de ellendige, jammerlijke, arme, blinde en naakte bent, Opb 3:18  raad Ik u aan goud van Mij te kopen, gelouterd door vuur, opdat u rijk wordt; en witte kleren, opdat u bekleed wordt en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt; en ogenzalf om uw ogen te zalven, opdat u kunt kijken. (Telos)

Joden. 'Jood' betekent letterlijk 'Godlover'. De ware dienaars en lovers waren die Joden te Smyrna niet.

Ro 9:6  Maar het is niet zo, dat het woord van God vervallen zou zijn. Want niet allen zijn Israel die uit Israel zijn; (Telos)

Ga 6:16  En allen die naar deze regel zullen wandelen, vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israel van God. (Telos)

Synagoge van de satan. De satan had er bij die Joden grote invloed. Hij zette de Joden tegen de gelovigen op.

10

Opb 2:10 Vrees niets van wat u zult lijden. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u op de proef gesteld wordt, en u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven. (Telos)

Enkelvoud- en meervoudsvorm: "Vrees niets van wat u (enkelvoud) zult lijden. Zie, de duivel zal sommigen van u (meervoud) in de gevangenis werpen, opdat u (meervoud) op de proef gesteld wordt, en u (meervoud) zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot de dood, en Ik zal u (enkelvoud) de kroon van het leven geven."

Vrees niets. Zie ook vs. 17: “Vrees niet, ik ben de Eerste en de Laatste.”

Duivel. Hij gebruikt mensen als zijn werktuigen om gelovigen gevangen te zetten.

Tien dagen. Dit moet letterlijk gebeurd zijn.

Trouw tot de dood. De Heer Zelf is de trouwe getuige (1:15) die trouw geweest is tot de dood, zie 1:18

Opb 1:17  En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste, Opb 1:18  en de levende; en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid, en Ik heb de sleutels van de dood en de hades. (Telos)

Kroon van het leven geven. Dood versus leven, zie ook vs. 8. De Heer is dood geweest en weer levend geworden. Hij is de levensvorst, die de kroon van het leven schenkt.

11

Opb 2:11 Wie een oor heeft, laat hij horen wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, zal geenszins van de tweede dood schade lijden. (Telos)

Wie een oor heeft, laat hij horen wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, ... Vgl. 2:7.

Zal geenszins van de tweede dood schade lijden. De Heer sluit aan bij zijn eerste woorden aan deze gemeente (8). Wie trouw is tot de dood (10), zal van de tweede dood geen schade lijden. Deze tweede dood is de toestand van de ziel in de hel, gescheiden van de Levensbron.

Nabeschouwing Smyrna (8-11)

De gemeente te Smyrna leed door de verdrukking, haar door de wereld, inzonderheid door de Joden, aangedaan. Sommige geloven zullen als martelaar gestorven zijn.

Boodschap aan Pergamus (12-17)

12

Opb 2:12  En schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamus: Dit zegt Hij die het scherpe, tweesnijdende zwaard heeft: (Telos)

Hij die het scherpe, tweesnijdende zwaard heeft. De Heer grijpt terug op zijn verschijning, 1:16.

Opb 1:16  En Hij had in zijn rechterhand zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard, en zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht. (Telos)

Met dat zwaard kan de Heer oorlog voeren, ook tegen ongehoorzame en boze mensen die zich in de gemeente bevinden (vs. 16).

13

Opb 2:13 Ik weet waar u woont, daar waar de troon van de satan is; en u houdt vast aan mijn naam en het geloof in Mij hebt u niet verloochend, zelfs niet in de dagen waarin Antipas mijn trouwe getuige was, die gedood werd bij u waar de satan woont. (Telos)

Enkelvoud en meervoud: "Ik weet waar u (enkelvoud) woont, daar waar de troon van de satan is; en u (enkelvoud) houdt vast aan mijn naam en het geloof in Mij hebt u niet verloochend, zelfs niet in de dagen waarin Antipas mijn trouwe getuige was, die gedood werd bij u (meervoud) waar de satan woont."

Antipas. Stierf de marteldood, zie Antipas.

Troon van de satan. Vgl. synagoge van de satan in Smyrna (9). Pergamus was een plaats waar de satan, de aanklager, zich gevestigd had[1]; zie bij Pergamus.

14

Opb 2:14 Maar Ik heb enkele dingen tegen u: dat u daar hebt die aan de leer van Bileam vasthouden, die Balak leerde de zonen van Israël een strik te spannen, om afgodenoffers te eten en te hoereren. (Telos)

Enkelvoud: "Maar Ik heb enkele dingen tegen u (enkelvoud): dat u (enkelvoud) daar hebt die aan de leer van Bileam vasthouden, die Balak leerde de zonen van Israel een strik te spannen, om afgodenoffers te eten en te hoereren."

De leer van Bileam. 'De leer van Bileam' is een benaming, door de Heer Jezus gekozen, voor de leer van de Nicolaïeten (vs. 15).

Vasthouden. Zie vs. 15.

Die Balak leerde de zonen van Israël een strik te spannen, om afgodenoffers te eten en te hoereren. Hoewel door God gedwongen Israël te zegenen, raadde Bileam daarna Balak aan het volk te verleiden door middel van de Moabitische en Midianitische vrouwen (Num. 31:16; 2 Petr 2:15), wat leidde tot afgoderij. Nu 25:1 Israël verbleef in Sittim, en het volk begon hoererij te bedrijven met de dochters van Moab. Nu 25:2 Die nodigden het volk uit bij de offers aan hun goden, en het volk at en boog zich voor hun goden neer. (HSV) Te hoereren: ontucht te plegen.

15

Opb 2:15 Zo hebt ook u er die op dezelfde wijze aan de leer van de Nicolaïeten vasthouden. (Telos)

Enkelvoud: "Zo hebt ook u (enkelvoud) er die op dezelfde wijze aan de leer van de Nicolaïeten vasthouden."

De leer van de Nicolaïeten. Te midden van de gemeente zelf was het heidendom binnengedrongen door de sekte van de Nicolaïeten, die zich aan de haar omgevende wereld gelijkvormig stelden en heidense wellusten en afgodische offermaaltijden met het Christendom wilden verenigen[2].

16

Opb 2:16 Bekeer u dan; maar zo niet, Ik kom spoedig naar u toe en Ik zal oorlog tegen hen voeren met het zwaard van mijn mond. (Telos)

Enkelvoud: "Bekeer u (enkelvoud) dan; maar zo niet, Ik kom spoedig naar u (enkelvoud) toe en Ik zal oorlog tegen hen voeren met het zwaard van mijn mond."

Oorlog tegen hen voeren met het zwaard van mijn mond. Is de reformatie niet ook een oorlog van het Woord geweest?

17

Opb 2:17 Wie een oor heeft, laat hij horen wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, die zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op de steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan hij die hem ontvangt. (Telos)

Verborgen manna. In plaats van afgodenoffers te eten (vs. 14). Het verborgen manna is de Heer Jezus. Verborgen: onzienlijk voor aardse ogen + toekomstig (“zal”). Manna = brood der wereld = Christus. “Ik ben het brood der wereld”. Tegenover de zichtbare afgodenoffers in het heden is het onzichtbare manna in de toekomst. De gelovige geniet nu al in de gemeenschap met Christus.  

Witte steen geven. Een in het oordeel vrijsprekende witte steen. Met 'een witte steen geven' verwijst de Heer Jezus misschien naar het toenmalige gebruik in de rechtspraak om voor vrijspraak te stemmen met een witte steen en voor schuldigverklaring met een zwarte stem. De Heer geeft een witte steen, rechtvaardigt 'wie overwint' (vers 17).[2]

Meer weten

Je hebt Mij niet meer zo lief als eerst! | Henk Jan Leijendekker | 28 okt 2018. Youtube.com: De Schaapskooi Ouderkerk, 4 nov. 2018. Duur: 38 min. 31 sec. Over de brief van de Heer Jezus aan de gelovigen te Efeze, bijzonder over de eerste liefde.

Voetnoten

  1. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).
  2. 2,0 2,1 Enige tekst is ontleend aan: Pergamus.