2 Thessalonicenzen/Hoofdstuk 2

Uit Christipedia
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

2 Thessalonicenzen:


Hoofdstuk 2 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

2 Thess. 2:1

2Th 2:1  Wij vragen u echter, broeders, in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze bijeenvergadering tot Hem, (TELOS)

Onze bijeenvergadering tot Hem. Hoe wij worden bijeenvergaderd tot Hem heeft Paulus beschreven in zijn eerste brief:

1Th 4:17 daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn. (TELOS)

2 Thess. 2:2

2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)

De dag van de Heer ... De dag van de Heer is de in het Oude Testament genoemde Dag van Jahweh, een dag van oordeel.

... al aangebroken zou zijn. Wat ze hoorden en lazen, te midden van doorstane verdrukkingen, deed hen met schrik menen dat de tijd van Gods oordelen over de aarde gekomen was.

2 Thess. 2:3. Eerst de afval en de mens van de zonde.

2Th 2:3  Laat niemand u op enigerlei wijze bedriegen, want [die komt niet] als niet eerst de afval gekomen is en de mens van de zonde geopenbaard is, de zoon van het verderf, (TELOS)

Op enigerlei wijze. Door geest, woord, brief, zie vers 2.

Bedriegen. Door een vals bericht of valse lering.

De afval. De afval van het geloof in de Heer Jezus of zelfs van het geloof in God. Dit laatste lijkt het geval, gelezen het volgende vers:

2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (TELOS)

Sommigen[1] verstaan 'afval' (Gr. apostasia) als 'vertrek, weggaan' (Eng. departure), namelijk van de Gemeente. Deze betekenis en uitleg zijn echter onwaarschijnlijk, zie artikel Afval.

Eerst de afval. Deze afval gaat vooraf aan de Dag van Jahweh.

De mens van de zonde. Zonde karakteriseert hem, in zijn boodschap en gedrag.

De zoon van het verderf. Hij is bestemd voor het verderf, hij is gedoemd onder te gaan. Zonde blijft niet ongestraft. Ook Judas wordt, door de Heer Jezus, genoemd 'de zoon van het verderf'. De gedachte is niet dat zo iemand verderf sticht, maar ten verderve gaat.

2 Thess. 2:4. Anti-god.

2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (TELOS)

Die zich verzet en zich verheft tegen.... Deze Mens van de zonde is geen onverschillige ongelovige, God laat hem niet koud, hij is heet. Want Hij verzet zich. En verheft zich, maakt zichzelf groter in zijn verzet tegen God en godsdienst.

Tegen al wat God heet. Alle goden en alle godsdienst. Hij is een tegenstander van het christendom, de islam, het jodendom, het hindoeïsme enz. Hij moet er niets van hebben. Misschien zal hij alle religie en Godsgeloof als schadelijk bijgeloof afwijzen.

De tempel van God.... De tempel van God is de herbouwde tempel van God in Jeruzalem. Uit verschillende Schriftplaatsen kan men opmaken dat de tempel herbouwd zal worden. De herbouw van Gods huis wordt in onze dagen (anno 2017) al jarenlang voorbereid, vooral door het Tempelinstituut te Jeruzalem.

Hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. De Mens der zonde stelt zichzelf aan de wereld voor als God. Misschien is zijn boodschap: "Ik, ja wij allen, zijn goddelijk. Ik ben God, jullie zijn goden. Het goddelijke is in ons. Dat hebben wij in het verleden op een denkbeeldig buitenaards wezen geprojecteerd, met alle nare gevolgen van dien: godsdienstoorlogen, terreuraanslagen. God is echter niet buiten ons, maar in ons; wij zijn goden, ik ben God. Wij moeten niet een externe God dienen, maar onszelf, ons als mensheid." Deze woorden zijn verdicht. Het is ook mogelijk dat de Mens der zonde alleen zichzelf als goddelijk voorstelt, niet zijn medemensen.

2 Thess. 2:5. Herinnert u.

2Th 2:5 Herinnert u zich niet dat ik u dit gezegd heb, toen ik nog bij u was? (TELOS)

In de korte tijd dat Paulus bij de Thessalonikers was geweest, had hij daarover gesproken.

2 Thess. 2:6-7. Tegenhouding.

2Th 2:6 En nu, u weet wat hem tegenhoudt, opdat hij geopenbaard wordt op zijn tijd. 2Th 2:7 Want de verborgenheid van de wetteloosheid werkt al. Alleen hij die nu tegenhoudt, blijft totdat hij weggenomen wordt. (TELOS)

Wat hem tegenhoudt .... hij die nu tegenhoudt. Sommigen zien hierin twee tegenhouders[2]: een wat dat tegenhoudt en een wie die tegenhoudt. De zaak (het 'wat') die tegenhoudt is de gemeente van God op aarde[3], de persoon (de 'wie) die tegenhoudt is de Heilige Geest, die in de Gemeente woont en met de Gemeente wordt weggenomen van de aarde.

Een andere opvatting omtrent de identiteit van de weerhouder is dat deze de engel Michaël is. Dit denkbeeld wordt onder andere door het "weggenomen worden" minder waarschijnlijk gemaakt.

2 Thess. 2:8. Openbaring en ondergang.

2Th 2:8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en te niet doen door de verschijning van zijn komst;

De wetteloze. De derde benaming: 1. de mens der zonde, 2. de zoon van het verderf, 3. de wetteloze. Zonde is wetteloosheid.

1Jo 3:4 Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; en de zonde is de wetteloosheid. (TELOS)

Het verzet van de Mens der zonde tegen God is tevens een verzet tegen de geboden van God. Een dergelijk verzet wordt verwoord in Ps. 2:3

Ps 2:3 Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. (SV)

De wetteloze is tegen de wet van God. Hij stelt zichzelf de wet (autonomie), of aanvaardt misschien alleen door een meerderheid van mensen opgestelde wetten (democratie).

Verteren door de adem van zijn mond en te niet doen door de verschijning van zijn komst. De ondergang van de Wetteloze is geen hevige worsteling. Het gebeurt door iets schijnbaar gerings; niet door de sterke arm van God, maar de door adem van 's Heren mond. Alsof een zucht van zijn mond, een ademtocht, voldoende is.

Verschijning van zijn komst. Zijn zichtbare verschijning in deze wereld.

2 Thess. 2:9. Zijn komst.

2Th 2:9 hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen,

Hem, wiens komst. Dat is de komst van de Wetteloze.

Allerlei kracht en tegen en wonderen van de leugen. De satan is een leugenaar. Hij kan door de dienst van de Wetteloze allerlei kracht en tekenen en wonderen doen.

2 Thess. 2:10. Voor hen die verloren gaan.

2Th 2:10 en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid voor hen die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden. (TELOS)

In tegenstelling tot de wetteloze was er bij Paulus geen leugen of bedrog: 1Th 2:3 Want onze vermaning was niet uit bedrog, noch uit onreinheid, noch met list.

2 Thess. 2:11-12. Werking van de dwaling een oordeel.

2Th 2:11 En daarom zendt God hun een werking van de dwaling om de leugen te geloven, 2Th 2:12 opdat allen geoordeeld worden die de waarheid niet hebben geloofd, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid. (TELOS)

De werking van de dwaling die met de komst van de Wetteloze komt, is door God gezonden. Zij is een straf van Godswege. De werking van de satan en het optreden van de Wetteloze staan onder regie van God. Hij staat toe, Hij verhindert, Hij beperkt of laat vrij.

Misleiding is een kenmerk van de eindtijd. Valse messiassen en profeten is het eerste waarvoor de Heer zijn leerlingen waarschuwt als het gaat om de voortekenen van Zijn wederkomst. De eerste onheilsruiter uit de Openbaring is een boogschutter, die erop trekt om te overwinnen. De boze kan ons misleidende denkbeelden zenden. Ons geloof beschermt ons daartegen.

Efe 6:16 terwijl u bovenal het schild van het geloof hebt opgenomen, waarmee u al de brandende pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. (TELOS)

Waar het schil van het gelooft ontbreekt, kunnen we makkelijk worden misleid. De satan is degene "die het hele aardrijk misleid" (Opb. 12:9).

2 Thess. 2:13

2Th 2:13 Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door de Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis, in heiliging van [de] Geest en geloof van de waarheid, (TELOS)

Verkoren tot behoudenis. God heeft ze bestemd om behouden te worden.

1Th 5:9 want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de behoudenis door onze Heer Jezus Christus, (TELOS)

In heiliging van [de] Geest. Wellicht ook 'geest' (menselijke geest) in plaats van 'Geest' (Gods Geest). Vergelijk:

1Th 5:23 Moge nu de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen en moge geheel uw geest en ziel en lichaam onberispelijk worden bewaard bij de komst van onze Heer Jezus Christus. (TELOS)

Dat onze geest geen dwalingen houdt.

2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)

2 Thess. 2:14

2Th 2:14 waartoe Hij u door ons evangelie ook geroepen heeft, tot verkrijging van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus. (TELOS)

Tot verkrijging van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus. God heeft ons verkoren tot behoudenis. Dat betekent dat wij zullen ontkomen aan Gods toorn. Doch ons heil behelst meer dan redding en bewaring. Wij zullen verheerlijkt worden, ja, onze heerlijkheid is die van onze Heer Jezus Christus. Dat is een grote heerlijkheid.

2 Thess. 2:15

2Th 2:15 Daarom, broeders, staat vast en houdt de inzettingen die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onze brief.

Staat vast. Dit staat tegenover wankelen, vallen, struikelen.

2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)

Ons woord ... onze brief. Mondeling of schriftelijk, dus hetzij door onze mondelinge prediking of boodschap, hetzij door onze (geschreven) brief.

2 Thess. 2:16-17

2Th 2:16  En moge onze Heer Jezus Christus Zelf, en God onze Vader die ons heeft liefgehad en ons eeuwige vertroosting en goede hoop door genade heeft gegeven, 2Th 2:17 uw harten vertroostten en u versterken in alle goed werk en woord. (TELOS)

God onze Vader die ons heeft liefgehad.

2Th 2:13 Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door [de] Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis, in heiliging van de Geest en geloof van de waarheid, (TELOS)

De Heer Jezus heeft tot zijn leerlingen gezegd:

Joh 16:27 want de Vader Zelf heeft u lief, omdat u Mij hebt liefgehad en geloofd hebt dat Ik van God ben uitgegaan. (TELOS)

Eeuwige vertroosting. Tegenover de kortstondige verdrukking, die de Thessalonicenzen leden, staat een eeuwige vertroosting.

Goede hoop. Elementen van deze goede hoop: 1) redding van de toekomende toorn, 2) verkrijgen van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus.

Door genade. Door Gods goedgunstigheid, niet op grond van onze verdiensten.

Uw harten vertroosten. De brief wil niet alleen eenheid misvatting wegnemen, maar ook vertroosten. Ook met de eerste brief wilde Paulus een woord van troost zenden, voor hen die geliefden hadden verloren door de dood voordat de Heer terug gekomen was.

Voetnoten

  1. Volgens Patric Heron en Johan Malan ziet deze ‘afval’ op de opname, zie http://www.raptureready.com/soap/anomaly.html.
  2. Wim Zwitser, De komst van Christus en de opname van de Gemeente. Lezing in Veenendaal (NL), 10 juni 2017.
  3. Wim Zwitser, zie andere voetnoot, en Dato Steenhuis denken aan de Gemeente van God.