Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

2 Thessalonicenzen:


Hoofdstuk 2 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

2 Thess. 2:1 Wij vragen u.

2Th 2:1  Wij vragen u echter, broeders, in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze bijeenvergadering tot Hem, (TELOS)

De komst van de onze Heer Jezus Christus. "... die ons redt van de komende toorn" (1 Thess. 1:10).

1Th 1:9  want zelf vertellen zij van ons welke ingang wij bij u hadden, en hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd om de levende en waarachtige God te dienen 1Th 1:10  en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn. (Telos)

Lot, zijn vrouw en twee dochters werden weggehaald door engelen, wij gelovigen worden weggehaald door de Heer Zelf.

Onze bijeenvergadering tot Hem. Hoe wij worden bijeenvergaderd tot Hem heeft Paulus beschreven in zijn eerste brief:

1Th 4:17 daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn. (TELOS)

2 Thess. 2:2 Niet zo snel schrikken.

2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)

Geschokt of verschrikt ... alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. Want de dag van de Heer is een dag van toorn, maar zij verwachten gered te zullen worden van die toorn.

1Th 1:9  want zelf vertellen zij van ons welke ingang wij bij u hadden, en hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd om de levende en waarachtige God te dienen          1Th 1:10  en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn. (Telos)

De dag van de Heer ... Die in het vorige hoofdstuk ter sprake kwam. Een dag van toorn ('komende toorn, 1 Thess. 1:10), wraak, wedervergelding (1 Thess. 1:6) en van verheerlijking.

2Th 1:6  daar het rechtvaardig is bij God, aan hen die u verdrukken, verdrukking te vergelden,  2Th 1:7  en aan u die verdrukt wordt, rust met ons bij de openbaring van de Heer Jezus van de hemel met de engelen van zijn kracht,  2Th 1:8  in vlammend vuur, als Hij wraak brengt over hen die God niet kennen en over hen die het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen.  2Th 1:9  Zij zullen als straf lijden het eeuwig verderf, verwijderd van het aangezicht van de Heer en van de heerlijkheid van zijn sterkte,    2Th 1:10  wanneer Hij komt om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die hebben geloofd; want ons getuigenis aan u is geloofd geworden. (Telos)

De dag van de Heer is de in het Oude Testament genoemde Dag van Jahweh, een dag van oordeel.

... al aangebroken zou zijn. Wat ze hoorden en lazen, te midden van doorstane verdrukkingen, deed hen met schrik menen dat de tijd van Gods oordelen over de aarde gekomen was.

Sommige vertalingen suggereren abusievelijk dat de dag nog niet was aangebroken, maar aanstaande was[1].

2 Thess. 2:3 Eerst de afval/opstand/weggang en de mens van de zonde.

2Th 2:3  Laat niemand u op enigerlei wijze bedriegen, want [die komt niet] als niet eerst de afval gekomen is en de mens van de zonde geopenbaard is, de zoon van het verderf, (TELOS)

Bedrog (3a)

Op enigerlei wijze. Door geest, woord, brief, zie vers 2.

Bedriegen. Door een vals bericht of valse lering.

De afval / de opstand / de weggang (3b)

De afval, of opstand, of de afscheiding Het Griekse naamwoord is apostasia. Het betekent 'opstand, afval', maar kan ook 'vertrek, verdwijning' betekenen. Het standaard klassiek Griekse woordenboek van Liddell en Scott noemt als de tweede betekenis: 'departure, disappearance'[2], dus fysiek vertrek, verdwijning. Het werkwoord aphistemi, waarvan apostasia is afgeleid, kan 'weggaan, verlaten' betekenen.

Het woord apostasia heeft hier, in vers 3, een bepaald lidwoord, dus "de afval", "de opstand", of "de weggang". Het gaat om een bijzondere gebeurtenis, niet om een langzaam proces, niet om een trend.

Afval

De meeste vertalingen hebben 'de afval' of iets dergelijks: “de afval” (Leuvense Bijbel (1548), Biestkensbijbel (1560), Deux-Aesbijbel (1562), Statenvertaling (1637), Leidse vertaling, Brouwer-vertaling, Canisius, NBG-1951, Herziene Statenvertaling), “de afvalligheid” (NB), "de grote afval" (WV78), "de geloofsafval" (WV95), “velen zich van het geloof hebben afgekeerd” (NBV2004). De Engelse King James vertaling heeft "the falling away".

Het gaat dan om de afval van het geloof in de Heer Jezus of zelfs van het geloof in God. Dit laatste lijkt het geval, gelezen het volgende vers:

2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (TELOS)

Vergelijk:

1Ti 4:1 De Geest nu zegt uitdrukkelijk, dat in de latere tijden sommigen van het geloof zullen afvallen, terwijl zij zich zullen bezighouden met verleidende geesten en leringen van demonen (Telos)

Opstand

Sommige vertalers hebben het Griekse woord apostasia verstaan als 'opstand'. Zo heeft de Nederlandse vertaling van de Peshita: 'rebellie'. De Engelse Douay-Rheims Bible (1582) heeft "revolt".

Een moeilijkheid van de duidingen 'afval' en 'opstand' is dat de komst van de Heer voor de zijnen voorafgegaan wordt door de komst van de Wetteloze, terwijl men uit andere Schriftplaatsen over de komst van de Heer de indruk krijgt dat die komst aanstaande is en elk ogenblik kan gebeuren. Als eerst de Wetteloze geopenbaard wordt, voordat de gelovigen worden opgenomen, dan komt de verwachting van de komst van de Wetteloze éérst, dan zien we éérst uit naar de komst van de Wetteloze, gelijk men uitziet naar een boemeltrein die voorafgaat aan de intercity-trein die men wil nemen.

Weggang

Sommige vertalers hebben het Griekse woord apostasia verstaan als 'vertrek, weggaan', namelijk van de Gemeente. De Latijnse Vulgaatvertaling (ca. 400 n.C.) van Hiëronymus heeft dicessio.

2Th 2:3  ne quis vos seducat ullo modo quoniam nisi venerit discessio primum et revelatus fuerit homo peccati filius perditionis (Vulgaat)

Het woord dicessio heeft als voornaamste betekenissen: 1. het uit elkaar gaan, scheiding, scheuring; 2. (in de senaat) stemming (door aan de ene of de andere kant te gaan staan).[3] De gedachte van scheiding, uit elkaar gaan past zowel bij het begrip 'afval' (een scheiding ten opzichte van God en de ware leer) als bij het begrip 'Vertrek' (fysieke scheiding van plaats en mensen op die plaats). Zowel bij de redding van Lot en de zijnen als bij de redding van Noach en de zijnen vond een scheiding plaats ten opzichte van de achterblijvers.

John Wyclif (ca. 1320-1384) vertaalde, uitgaande van de Vulgaatvertaling, door 'dissencioun' = onenigheid, tweedracht.

No man disseyue you in ony manere. For but dissencioun come first, and the man of synne be schewid, the sonne of perdicioun,

De Liesvelt-Bijbel (1526), de eerste volledige vertaling in het Nederlands, heeft 'afscheyden':

en laet v van nyemant verleyden in geenderley wijse, want hi en coemt niet, het en si dan, dat te voren een afscheyden come, ende gheopenbaert werde die mensche der sonden, ende dat kint der verdoemenissen,[4]

Zes Engelse vertalingen vóór de King James vertaling (1611), die met 'falling away' overzet, vertalen door 'departing' (= vertrek) of iets dergelijks[5]; als voorbeeld drie van die oudere vertalingen:

Let no ma deceave you by eny meanes for the lorde commeth not excepte ther come a departynge fyrst and that that synfnll man be opened ye sonne of perdicion (Tyndale Bible, c. 1494-1536)

Let no man deceaue you by eny meanes, for the Lorde shall not come excepte ther come a departynge fyrst, and that that synfull man be opened, the sonne of perdicyon, (Great Bible, 1539))

2Th 2:3  Let no man deceive you by any means: for that day shall not come, except there come a departing first, and that man of sin be disclosed, even the son of perdition, (Geneva Bible, 1560)

Sommige uitleggers[6] zijn van mening, gezien de context, dat het Griekse woord apostasia in 2 Thess. 2:3 beter als 'vertrek' (= weggaan van de gemeente van Jezus Christus naar de hemel) vertaald kan worden. Zie hiervoor: Afvallen, afval. Men zou dan 'afscheiding' of 'weggang' (van het Duitse Weggang = het weggaan) kunnen bezigen als synoniem van 'opneming (van de gemeente)'. De opvatting dat apostasia hier op een fysiek vertrek, een fysiek weggaan duidt, is een minderheidsstandpunt. De kwestie met het debat dienaangaande wordt genoemd de 'apostasia-controverse'. Voor de uitleg 'vertrek, verwijdering' zijn echter goede gronden te geven[7]:

  • Het woord betekent eigenlijk 'vertrek'. Dit kan zijn een leerstellig weggaan ten opzichte van de goede leer, dus 'afval'. Het vertrek kan óók een letterlijk fysiek vertrek, fysieke verwijdering zijn.
  • Het gebruik van het bepaalde lidwoord 'de' (de apostasia) wijst veeleer op een bepaalde gebeurtenis - zoals het vertrek van de gemeente - dan op een geleidelijke proces van geloofsafval, een verlaten van de ware leer.
  • Het werkwoord aphistemi, waarvan apostosia is afgeleid, wordt in het Nieuwe Testament in 12 van de 15 gevallen gebezigd voor een fysiek weggaan, verlaten. Zie Afvallen, afval.
  • De context, die mede de betekenis van een woord bepaalt, het 'verband' (vers 1), is 'de komst van onze Heer Jezus en onze bijeenvergadering tot Hem' (vers 1), de dag van de Heer en de oordelen (vers 2). Deze dag met zijn oordelen komt niet als niet eerst de apostasia gekomen is. De bijeenvergadering tot de Heer houdt een vertrek, een afscheiden van de heiligen in. Het oordeel van Sodom werd pas uitgevoerd na het afscheiden, weggaan van Lot en zijn vrouw en dochters. De zondvloed kwam pas nadat Noach en de zijnen naar binnen, in de ark waren gegaan.
  • De persoon of zaak die de Wetteloze weerhoudt, wordt weggenomen (vers 7), waarna die slechte mens zich kan openbaren. Die wegneming past goed bij het vertrek, de wegneming van de gemeente, waarin de Geest woont. De volgorde van gebeurtenissen is: Wegneming van de weerhoudende kracht → Openbaring van de Wetteloze → Openbaring van de Heer en vernietiging van de Wetteloze en wraak aan de ongehoorzamen (2 Thess. 1:8). Deze volgorde van gebeurtenissen komt overeen met deze: Nederdaling van de Heer uit de hemel, wegneming van de gemeente, redding van de komende toorn → Openbaring van de Heer en vernietiging van de Wetteloze en wraak aan de ongehoorzamen. In beide processen vindt een wegneming plaats. Deze wegneming is wellicht tweeledig: weggenomen worden (1) de Weerhouder en (2) de gemeente.
  • De Thessalonikers waren geschokt en verschrikt (vers 2). Paulus wil hen geruststellen, troosten (vergelijk verzen 16-17). Het weggaan van de gelovigen vóór de oordelen van de dag van Jahweh strekt tot troost, niet de werking van de dwaling, de afval van het geloof en de ellende van de eindtijd.
  • Wat de Wetteloze, een instrument van de satan, tegenhoudt, moet een bovennatuurlijke geestelijke macht zijn. De Heilige Geest is daartoe in staat. Als de Heilige Geest weggenomen wordt, wordt de gemeente, waarin de Geest op aarde woont, weggenomen. Dat pleit erover dat Paulus aan het vertrek van de gelovigen mèt de Heilige Geest denkt, hun bijeenvergadering tot de Heer Jezus.
  • God zendt de ongehoorzame mensen een werking van de dwaling (vers 11), opdat zij geoordeeld worden (vers 12). Wij echter zijn bestemd tot behoudenis (vers 13). Als wij nog in de wereld waren, zou de werking van de dwaling ook ons bezoeken, zoals de bedrieglijke geest, het bedrieglijke woord of de brief van vers 2. De werking wordt echter 'hun' (vers 11), niet ons, gezonden.
  • De opname van de gemeente wordt op verscheidene plaatsen in het Nieuwe Testament gezien als iets dat elk moment kan gebeuren (imminentie). Als de geloofsafval voorafgaat moet gaan aan onze bijeenvergadering (vers 1), dan is de opname niet meer iets dat elk moment kan gebeuren en moeten we eerst wachten op de afval.

Tegen deze interpretatie van 'apostasie' als 'vertrek, verlating, verwijdering', wordt aangevoerd:

  • 'Apostasia' komt slechts 2x voor in het Nieuwe Testament. In Hand. 21:21, de eerste keer dat 'apostasia' voorkomt, gaat het om afvalligheid. Dus zal het ook hier om afvalligheid gaan. Hierop kan men antwoorden dat niet alleen het gebruik van een woord elders, maar ook en vooral de context de betekenis bepaalt. Welnu, de context, het 'verband' (vers 1) is 'de komst van onze Heer Jezus en onze bijeenvergadering tot Hem' (vers 1). Die bijeenvergadering houdt een apostasia in en wel in de zin van een fysiek weggaan, een verwijdering, vertrek van de heiligen.
  • De context is mede-bepalend voor de duiding van apostasia. Welnu, apostasia kan in verband worden gebracht met de toevergadering, maar evengoed met de openbaring van de mens der zonde.
  • Bovendien, gezien het gebruik van het Griekse zelfstandige naamwoord in de Septuagint (de oude Griekse vertaling van het Oude Testament) en bij Josefus Flavius is de betekenis ‘vertrek’ in 2 Th. 2:3 onwaarschijnlijk. In de Septuagint komt ‘apostasia’ op vier plaatsen voor, namelijk Joz.  22:22; 2 Kron. 29:19; 1 Macc. 2:15; Jer 2:19. Het gaat ook in deze plaatsen om godsdienstige afvalligheid. Hierop kan men antwoorden dat de betekenis elders niet bepalend is voor de betekenis alhier. Apostasia kan ook fysiek vertrek betekenen. De context moet de doorslag geven.
  • John Nelson Darby (1800-1882) en William Kelly (1821-1906), beiden doorkneed in het Grieks, geloofden dat de gemeente vóór de openbaring van de mens der zonde naar de hemel vertrekt en zouden voor hun opvatting belang hebben gehad bij de betekenis 'vertrek', toch hebben zij als vertaling ‘apostasy’ (= geloofsafval) gekozen.

Eerst de afval. Of: eerst de opstand. Of: eerst de weggang (vertrek, verdwijning, verlating). Deze gebeurtenis gaat vooraf aan de dag van de Heer (vers 2), de Dag van Jahweh.

Gekomen. Het Griekse werkwoord is ερχομαι, erchomai, dat 'komen' of 'gaan' betekent, doch meestal in de eerstgenoemde betekenis voorkomt[8].

2Th 1:10  wanneer Hij komt om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die hebben geloofd; want ons getuigenis aan u is geloofd geworden. (Telos)

In Luk. 15:20 vertaald door 'ging'.

Lu 15:20  En hij stond op en ging naar zijn vader. Toen hij nu nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen, en hij liep snel op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem innig. (Telos)

In Mark. 11:13 zowel 'ging' als 'gekomen'.

Mr 11:13  En toen Hij in de verte een vijgeboom zag die bladeren had, ging Hij kijken of Hij daar misschien iets aan zou vinden; en daarbij gekomen vond Hij niets dan bladeren, want het was niet de tijd van de vijgen. (Telos)

Als apostasia in de betekenis van 'vertrek' genomen moet wordt, dan kan men vertalen: "als niet eerst het vertrek heeft plaatsgevonden". Vergelijk "plaatsvinden" in de Groot Nieuws Bijbel:

2Th 2:3 Laat u door niemand iets wijs maken. Want eerst moet de grote afvalligheid plaatsvinden en moet de mens verschijnen die de wetteloosheid in persoon is en die tot de ondergang is gedoemd. (GNB)

De mens der zonde (3c)

De mens van de zonde. Zonde karakteriseert hem, in zijn boodschap en gedrag. Over hem heeft Paulus eerder met de Thessalonicenzen gesproken (vers 5). Het is alsof de zondeval van de eerste mens, Adam, nawerkt tot een dieptepunt in de mens der zonde.

Geopenbaard is. Die "op zijn tijd" wordt geopenbaard (vers 6). Zei ook vers 8: "de wetteloze geopenbaard worden".

De zoon van het verderf. Hij is bestemd voor het verderf, hij is gedoemd onder te gaan. Zonde blijft niet ongestraft. Ook Judas wordt, door de Heer Jezus, genoemd 'de zoon van het verderf'. De gedachte is niet dat zo iemand verderf sticht, maar ten verderve gaat.

Meer informatie

Een uitgebreide studie van vers 3 is te lezen in het commentaar van Bruce Hurt: https://www.preceptaustin.org/2_thessalonians_23_commentary

Andy Woods, The Falling Away: Spiritual Departure of Physical Rapture?: A Second Look at 2 Thessalonians 2:3 (2018). Dispensational Publishing House, 2018. Pagina's: 44. Tien, meest uitlegkundige argumenten voor de stelling dat Paulus op een fysiek weggaan van de gelovigen duidt.

Andy Woods: The Apostasy Controversy. Youtube.com: Prophecy Watchers, 26 apr. 2017. Duur: 28 min. 30 sec. Beknopte weergave van Woods argumenten.

Andy Woods, Second Thessalonians 2:3a - Spiritual or physical departure? Deel 1, deel 2, deel 3. Pre-Trib.org. Deze serie is oorspronkelijk gepubliceerd als een enkel artikel: "2 Thessalonians 2:3a: Apostasy or Rapture?," in: The Prophecy Watcher, May 2017.

Tommy Ice: The Rapture Conspiracy. Youtube.com: Prophecy Watchers, 17 juni 2020. Gesprek tussen Gary Stearman en Thomas Ice over de opneming van de gemeente, ook over het Griekse woord apostasia.

2 Thess. 2:4 Anti-god.

2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (Telos)

Die zich verzet en zich verheft tegen.... Deze Mens van de zonde is geen onverschillige ongelovige, God laat hem niet koud, hij is heet. Want Hij verzet zich. En verheft zich, maakt zichzelf groter in zijn verzet tegen God en godsdienst. Dit verzet kan men in verband brengen met apostasia (vers 3), wanneer men dit woord verstaat als 'rebellie'.

Tegen al wat God heet. Alle goden en alle godsdienst. Hij is een tegenstander van het christendom, de islam, het jodendom, het hindoeïsme enz. Hij moet er niets van hebben. Misschien zal hij alle religie en Godsgeloof als schadelijk bijgeloof afwijzen.

De tempel van God.... De tempel van God is de herbouwde tempel van God in Jeruzalem. Uit verschillende Schriftplaatsen kan men opmaken dat de tempel herbouwd zal worden. De herbouw van Gods huis wordt in onze dagen (anno 2017) al jarenlang voorbereid, vooral door het Tempelinstituut te Jeruzalem.

Hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. De Mens der zonde stelt zichzelf aan de wereld voor als God. Hij is een alternatieve god. Misschien is zijn boodschap: "Ik, ja wij allen, zijn goddelijk. Ik ben God, jullie zijn goden. Het goddelijke is in ons. Dat hebben wij in het verleden op een denkbeeldig buitenaards wezen geprojecteerd, met alle nare gevolgen van dien: godsdienstoorlogen, terreuraanslagen. God is echter niet buiten ons, maar in ons; wij zijn goden, ik ben God. Wij moeten niet een externe God dienen, maar onszelf, ons als mensheid." Deze woorden zijn verdicht. Het is ook mogelijk dat de Mens der zonde alleen zichzelf als goddelijk voorstelt, niet zijn medemensen.

2 Thess. 2:5 Herinnert u.

2Th 2:5 Herinnert u zich niet dat ik u dit gezegd heb, toen ik nog bij u was? (Telos)

In de korte tijd dat Paulus bij de Thessalonikers was geweest, had hij daarover gesproken.

2 Thess. 2:6-7 Tegenhouding.

2Th 2:6 En nu, u weet wat hem tegenhoudt, opdat hij geopenbaard wordt op zijn tijd. (Telos)

Wat hem tegenhoudt. Zie ook vers 7 "hij die nu tegenhoudt." Sommigen zien hier twee tegenhouders[9]: een wat dat tegenhoudt en een wie die tegenhoudt. De zaak (het 'wat') die tegenhoudt is de gemeente van God op aarde[10], de persoon (de 'wie) die tegenhoudt is de Heilige Geest, die in de Gemeente woont en met de Gemeente wordt weggenomen van de aarde. De Heilige Geest woont in en werkt door de gemeente van Christus. De gemeente is smaakverbeterend en bederfwerend zout.

Mt 5:13  U bent het zout van de aarde; als nu het zout smakeloos wordt, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertreden te worden. (Telos)

Mr 9:50  Het zout is goed; als nu het zout zouteloos wordt, waarmee zult u het smakelijk maken? Hebt zout in uzelf en houdt vrede onder elkaar. (Telos)

Col 4:6  Laat uw woord altijd in genade zijn, met zout besprengd, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden. (Telos)

Een andere opvatting omtrent de identiteit van de weerhouder is dat deze de engel Michaël is. Dit denkbeeld wordt onder andere door het "weggenomen worden" minder waarschijnlijk gemaakt.

2 Thess. 2:7

2Th 2:7 Want de verborgenheid van de wetteloosheid werkt al. Alleen hij die nu tegenhoudt, blijft totdat hij weggenomen wordt. (Telos)

De verborgenheid van de wetteloosheid werkt al. De Wetteloze is de verpersoonlijking van de wetteloosheid. Tegenover zijn openbaring staat de verborgenheid die eraan voorafgaat. Dat 'werkt al' is waarschijnlijk geen onmerkbare werking, maar een werking die al gemerkt kan worden. De wetteloosheid is een werkzame kracht, die zich al laat merken, zoals het bewegen van een gordijn in de schouwburg dat de onzichtbare speler verraadt.

Hij die nu tegenhoudt. Zie vers 6.

In Genesis 19 lezen wij over de redding van Lot. God kon de slechte stad Sodom niet omkeren vóórdat Lot een veilig heenkomen had bereikt. God zei:

Ge 19:22  Haast u! Vlucht daarheen! Want Ik kan niets doen, totdat u daar bent aangekomen. ... (HSV)

In zekere zin was het de aanwezigheid van Lot die God 'tegenhield' om het oordeel uit te voeren. Van eigenlijk tegenhouden door Lot is hier geen sprake. Het was een bepaalde volgorde van gebeurtenissen die doorlopen moest worden; eerst moest Lot weg zijn.

2 Thess. 2:8 Openbaring en ondergang.

2Th 2:8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en te niet doen door de verschijning van zijn komst; (Telos)

De wetteloze. Zie vers 7, "de verborgenheid van de wetteloosheid". De wetteloze is derde benaming: 1. de mens der zonde, 2. de zoon van het verderf, 3. de wetteloze. Zonde is wetteloosheid.

1Jo 3:4 Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; en de zonde is de wetteloosheid. (TELOS)

Het verzet van de Mens der zonde tegen God is tevens een verzet tegen de geboden van God en tegen Zijn ordeningen. Een dergelijk verzet wordt verwoord in Ps. 2:3

Ps 2:3 Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. (SV)

De wetteloze is tegen de wet van God. Hij stelt zichzelf de wet (autonomie), of aanvaardt misschien alleen door een meerderheid van mensen opgestelde wetten (democratie).

Verteren door de adem van zijn mond en te niet doen door de verschijning van zijn komst. De ondergang van de Wetteloze is geen hevige worsteling. Het gebeurt door iets schijnbaar gerings; niet door de sterke arm van God, maar de door adem van 's Heren mond. Alsof een zucht van zijn mond, een ademtocht, voldoende is. De wetteloze maakt geen schijn van kans tegen de oppermachtige Heer Jezus.

Verschijning van zijn komst. Zijn zichtbare verschijning in deze wereld.

2 Thess. 2:9 Zijn komst.

2Th 2:9 hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van [de] leugen, (Telos)

Hem, wiens komst. Komst, Grieks: parousia. Dat is de komst van de Wetteloze. Er zijn in dit zinsverband twee komsten: de komst van de Heer en die van de Wetteloze.

Naar de werking van de satan. Satan zal allerlei kracht en tekenen en wonderen te voorschijn brengen, om de heerschappij van de Wetteloze te bevestigen.

De komst van de Heiland daarentegen was naar de werking van God: de aankondiging van zijn geboorte door een engel aan Maria, de verschijning van een engel aan Jozef in een droom, de verwekking door de Heilige Geest en de maagdelijke geboorte, de verschijning van engelen aan de herders, de leidstar van de wijzen, de goddelijke aanwijzing aan de wijzen in een droom, de verandering van water in wijn te Kana als het begin van Jezus' tekenen.

Hnd 2:22 Mannen van Israel, hoort deze woorden: Jezus de Nazoreeer, een man, door God aan u bevestigd door krachten, wonderen en tekenen die God door Hem in uw midden heeft gedaan, zoals u zelf weet, (Telos)

Satan zal eveneens een man aan de mensheid bevestigen door krachten, wonderen en tekenen.

De apostel Paulus arbeidde naar Gods werking.

Col 1:29 Hiervoor arbeid ik ook onder strijd naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. (Telos)

Allerlei kracht en tekenen en wonderen van [de] leugen. 'Allerlei' of 'alle', beide vertalingen zijn mogelijk.

De satan is een leugenaar, ja, de 'vader van de leugen' (Joh. 8:44). Hij kan door de dienst van de Wetteloze allerlei kracht en tekenen en wonderen doen om de mensen te misleiden. De krachten die hij doet hangen samen met een leugen. Vers 10 spreekt van "allerlei bedrog".

In het laatste Bijbelboek in de duivel in staat het hele (!) aardrijk te misleiden.

Opb 12:9  En de grote draak werd neergeworpen, de oude slang, die genoemd wordt duivel en de satan, die het hele aardrijk misleidt; hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen. (Telos)

De satan bedient zich in die tijd van het Zeebeest en van de valse profeet. Het Beest zal wonderbaarlijk genezen van een dodelijke wond. De valse profeet misleidt de aardbewoners door wondertekenen te doen in tegenwoordigheid van het Zeebeest.

Opb 13:12 En het oefent al het gezag van het eerste beest uit in diens tegenwoordigheid; en het maakt dat de aarde en zij die erop wonen, het eerste beest aanbidden, van wie de dodelijke wond genezen was. Opb 13:13 En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. Opb 13:14  En het misleidt hen die op de aarde wonen, door de tekenen die hem gegeven zijn te doen in tegenwoordigheid van het beest, en het zegt tot hen die op de aarde wonen, dat zij voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer leefde, een beeld moesten maken. (Telos)

De valse profeet geeft zelfs, naar de werking van de satan, 'adem' aan het beeld van het Beest (Opb. 13:15), zodat het als het ware tot leven komt.

In de eindtijd zijn ook andere valse profeten actief die tekenen en wonderen doen om zo mogelijk de uitverkorenen misleiden.

Mt 24:24 Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en grote tekenen en wonderen geven om zo mogelijk ook de uitverkorenen te misleiden. (Telos)

Mr 13:22 Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en tekenen en wonderen geven om zo mogelijk de uitverkorenen te misleiden. (Telos)

De Egyptische tovenaars deden ten tijde van Mozes' en Aärons optreden ook wonderen (Ex. 7:22; 8:7, 18).

2 Thess. 2:10 Voor hen die verloren gaan.

2Th 2:10 en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid voor hen die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden. (Telos)

Met allerlei bedrog. Zie "leugen" in vers 9.

In tegenstelling tot de wetteloze was er bij Paulus geen leugen of bedrog: 1Th 2:3 Want onze vermaning was niet uit bedrog, noch uit onreinheid, noch met list.

Van de ongerechtigheid. Bedrog dat de ongerechtigheid goedpraat. Die het bedrog geloven hebben 'een welgevallen aan de ongerechtigheid' (vers 12).

Hen die verloren gaan. Maar de gelovige Thessalonikers waren "verkoren tot behoudenis" (vers 13).

Liefde tot de waarheid. Dat is liefde die ook onaangename of ongemakkelijke waarheden liefheeft, zoals de waarheden: dat wij mensen zondaars zijn, dat God de zonde veroordeelt, dat wij aan Hem verantwoording moeten afleggen, en dat wij alleen echt gelukkig kunnen worden als we God gehoorzamen.

Niet hebben aangenomen. Tegenstelling: Gods woord gaat voort en wordt verheerlijkt (3:1).

2 Thess. 2:11 Werking van de dwaling

2Th 2:11 En daarom zendt God hun een werking van de dwaling om de leugen te geloven, (Telos)

De gemeente te Thessalonika had te maken met een of meer dwalingen, bedrieglijke boodschappen (vers 2). God nu zal een werking van de dwaling aan de ongehoorzame wereld wereld.

Een werking van de dwaling. De werking van de dwaling die met de komst van de Wetteloze komt, is door God gezonden. Zij is een straf van Godswege. De werking van de satan en het optreden van de Wetteloze staan onder regie van God. Hij staat toe, Hij verhindert, Hij beperkt of laat vrij.

Misleiding is een kenmerk van de eindtijd. Valse messiassen en profeten is het eerste (!) waarvoor de Heer zijn leerlingen waarschuwt als het gaat om de voortekenen van Zijn wederkomst. De eerste onheilsruiter uit de Openbaring is een boogschutter, die erop trekt om te overwinnen. De boze kan ons misleidende denkbeelden zenden. Ons geloof beschermt ons daartegen.

Efe 6:16 terwijl u bovenal het schild van het geloof hebt opgenomen, waarmee u al de brandende pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. (TELOS)

Waar het schil van het gelooft ontbreekt, kunnen we makkelijk worden misleid. De satan is degene "die het hele aardrijk misleidt" (Opb. 12:9).

Inhoud. De inhoud van de dwaling wordt ons niet meegedeeld. Misschien behelst de dwaling een verklaring van de plotselinge verdwijning van miljoenen christenen (de opneming van de gemeente).

De leugen. Vers 9 spreekt van "allerlei kracht en tekenen en wonderen van [de] leugen" en vers 10 van "allerlei bedrog van ongerechtigheid". De leugen zal geloofwaardigheid worden gemaakt door bovennatuurlijke dingen. Ook de ongerechtigheid zal de ongerechtigen helpen om de leugen te geloven.

2 Thess. 2:12 Oordeel

2Th 2:12 opdat allen geoordeeld worden die de waarheid niet hebben geloofd, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid.  (Telos)

Die de waarheid niet hebben geloofd. Tegenover hun ongeloof en ongehoorzaamheid staat het geloof van de heiligen in Thessalonika.

2Th 1:8  in vlammend vuur, als Hij wraak brengt over hen die God niet kennen en over hen die het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen. ... 2Th 1:10  wanneer Hij komt om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die hebben geloofd; want ons getuigenis aan u is geloofd geworden. (Telos)

2 Thess. 2:13

2Th 2:13 Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door de Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis, in heiliging van [de] Geest en geloof van de waarheid, (Telos)

Verkoren tot behoudenis. God heeft ze bestemd om behouden te worden, niet om geoordeeld (vers 12) te worden. De ongehoorzame mensen hebben de liefde tot de waarheid niet aangenomen om behouden te worden (vers 10).

1Th 1:10  en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn. (Telos)

1Th 5:9 want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de behoudenis door onze Heer Jezus Christus, (Telos)

Tegenover de gelovige Thessalonikers staan "hen die verloren gaan" (vers 10).

In heiliging van [de] Geest. Wellicht ook 'geest' (menselijke geest) in plaats van 'Geest' (Gods Geest). Vergelijk:

1Th 5:23 Moge nu de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen en moge geheel uw geest en ziel en lichaam onberispelijk worden bewaard bij de komst van onze Heer Jezus Christus. (TELOS)

Dat onze geest geen dwalingen houdt.

2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)

Tegenover de heiliging van de geest staat aanneming van het bedrog van de ongerechtigheid (vers 10).

Geloof van de waarheid. Hiertegenover staat het ongeloof aan de waarheid (vers 12) en het geloof aan de leugen (vers 11).

2 Thess. 2:14

2Th 2:14 waartoe Hij u door ons evangelie ook geroepen heeft, tot verkrijging van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus. (Telos)

Tot verkrijging van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus. God heeft ons verkoren tot behoudenis. Dat betekent dat wij zullen ontkomen aan Gods toorn. Doch ons heil behelst meer dan redding en bewaring. Wij zullen verheerlijkt worden, ja, onze heerlijkheid is die van onze Heer Jezus Christus. Dat is een grote heerlijkheid.

Ro 8:30  En hen die Hij tevoren heeft bestemd, die heeft Hij ook geroepen; en die Hij heeft geroepen, die heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij heeft gerechtvaardigd, die heeft Hij ook verheerlijkt. Ro 8:18  Want ik acht, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet waard is vergeleken te worden met de toekomstige heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. (Telos)

Zie verder bij Heerlijkheid.

2 Thess. 2:15

2Th 2:15 Daarom, broeders, staat vast en houdt de inzettingen die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onze brief. (Telos)

Staat vast. Dit staat tegenover wankelen, vallen, struikelen.

2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)

Ons woord ... onze brief. Mondeling of schriftelijk, dus hetzij door onze mondelinge prediking of boodschap, hetzij door onze (geschreven) brief.

2 Thess. 2:16-17

2Th 2:16  En moge onze Heer Jezus Christus Zelf, en God onze Vader die ons heeft liefgehad en ons eeuwige vertroosting en goede hoop door genade heeft gegeven, 2Th 2:17 uw harten vertroostten en u versterken in alle goed werk en woord. (Telos)

God onze Vader die ons heeft liefgehad.

2Th 2:13 Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door [de] Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis, in heiliging van de Geest en geloof van de waarheid, (TELOS)

De Heer Jezus heeft tot zijn leerlingen gezegd:

Joh 16:27 want de Vader Zelf heeft u lief, omdat u Mij hebt liefgehad en geloofd hebt dat Ik van God ben uitgegaan. (TELOS)

Eeuwige vertroosting. Tegenover de kortstondige verdrukking, die de Thessalonicenzen leden, staat een eeuwige vertroosting.

Goede hoop. Elementen van deze goede hoop: 1) redding van de toekomende toorn, 2) verkrijgen van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus.

Door genade. Door Gods goedgunstigheid, niet op grond van onze verdiensten.

Uw harten vertroosten. De brief wil niet alleen eenheid misvatting wegnemen, maar ook vertroosten. Ook met de eerste brief wilde Paulus een woord van troost zenden, voor hen die geliefden hadden verloren door de dood voordat de Heer terug gekomen was.

Voetnoten

  1. Over deze kwestie, zie G.H. Kramer, De dag van de Heer: al aangebroken of nog aanstaande? (2 Thess. 2:2). OudeSporen.nl, 2011.
  2. Zie http://perseus.uchicago.edu/cgi-bin/philologic/getobject.pl?c.7:10:15.LSJ.1873894
  3. Online Woordenboek Latijn/Nederlands, s.v. dicessio
  4. Zie https://www.bijbelsdigitaal.nl/view/?mode=2&bible=liesv1542&part=71
  5. Aldus Bob Ulrich, in: Ask Gary: The Rapture and the Restrainer, Youtube.com: Prophecy Watchers, 10 april 2020, vanaf 14 min 10 sec.
  6. De theoloog Andy Woods geeft in zijn boekje The Falling Away: Spiritual Departure of Physical Rapture?: A Second Look at 2 Thessalonians 2:3 (2018), 10 uitleg- en geschiedkundige argumenten voor de stelling dat Paulus op fysiek vertrek duidt. De beknopte weergave van de argumenten in Andy Woods: The Apostasy Controversy (Youtube.com: Prophecy Watchers, 26 apr. 2017. Duur: 28 min. 30 sec.). Ook Gary Stearman is van mening dat Paulus de opneming van de gemeente aanduidt. Ook volgens Patric Heron en Johan Malan ziet deze ‘afval’ op de opname, zie http://www.raptureready.com/soap/anomaly.html.
  7. De theoloog Andy Woods geeft in zijn boekje The Falling Away: Spiritual Departure of Physical Rapture?: A Second Look at 2 Thessalonians 2:3 (2018), 10 uitleg- en geschiedkundige argumenten voor de stelling dat Paulus op fysiek vertrek duidt. De beknopte weergave van de argumenten in Andy Woods: The Apostasy Controversy (Youtube.com: Prophecy Watchers, 26 apr. 2017. Duur: 28 min. 30 sec.)
  8. D. Harting, Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament (1861-1863). Opgenomen als Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament in Online Bible (uitgeverij Importantia). Voorbeelden van 'gaan' worden vermeld in Griechisch-Deutsch Strongs Lexikon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  9. Wim Zwitser, De komst van Christus en de opname van de Gemeente. Lezing in Veenendaal (NL), 10 juni 2017.
  10. Wim Zwitser, zie andere voetnoot, en Dato Steenhuis denken aan de Gemeente van God.