Ezechiël 37: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=28}}
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=28}}
== Samenvatting ==
== Samenvatting ==
''1-10'' Het gezicht van de dorre doodsbeenderen, die op profetische redenen worden hersteld tot levende lichamen. 11- Verklaring van het gezicht.
''1-10'' Het gezicht van de dorre doodsbeenderen, die op profetische redenen worden hersteld tot levende lichamen. ''11-14'' Verklaring van het gezicht. ''15-22'' Ezechiëls symbolische handeling met twee stukken hout, welke de hereniging van Israël en Juda voorstelt. ''23-28'' Israël zal herstelt worden, David tot koning hebben, God tot hun God, die een vredesverbond met hen zal sluiten. Gods heiligdom zal in hun midden zijn, en de heidenen erkennen dat Jhwh Israël heiligt.


== 't Gezicht (1-10) ==
== 't Gezicht (1-10) ==


== 1 ==
== 1 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=1|Tot_vers=1}}(CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=1|Tot_vers=1}} <noinclude>(CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''Vol beenderen.''' Vs. 2: "zeer vele". Vs. 10: "zeer, zeer groot leger".
'''Vol beenderen.''' Vs. 2: "zeer vele". Vs. 10: "zeer, zeer groot leger".
[[Bestand:Vallei met doodsbeenderen.png|geen|miniatuur|880x880px]]
[[Bestand:Vallei met doodsbeenderen.png|geen|miniatuur|880x880px]]
Regel 12: Regel 12:


== 2 ==
== 2 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=2|Tot_vers=2}}(CP<ref name=":0" />)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=2|Tot_vers=2}} <noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Geheel rondom.''' Om een goed zich te krijgen op de massa beenderen en daarmee op de ernst van de toestand.
'''Geheel rondom.''' Om een goed zich te krijgen op de massa beenderen en daarmee op de ernst van de toestand.


Regel 18: Regel 18:


== 3 ==
== 3 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=3|Tot_vers=3}}(CP<ref name=":0" />)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=3|Tot_vers=3}} <noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Zullen deze beenderen levend worden?''' Zie ook vs. 5. Het is Gods doel met het volk Israël, wat hierna blijkt. Leven uit de doden. Vergelijk een beetje met Rom. 11:15, ofschoon dit betrekking heeft op de zegen voor de wereld, die voortkomt uit de aanneming door het volk Israël van Christus Jezus. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Romeinen|Hoofdstuk=11|Vanaf_vers=15|Tot_vers=15}}</blockquote>
'''Zullen deze beenderen levend worden?''' Zie ook vs. 5. Het is Gods doel met het volk Israël, wat hierna blijkt. Leven uit de doden. Vergelijk een beetje met Rom. 11:15, ofschoon dit betrekking heeft op de zegen voor de wereld, die voortkomt uit de aanneming door het volk Israël van Christus Jezus. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Romeinen|Hoofdstuk=11|Vanaf_vers=15|Tot_vers=15}}</blockquote>


== 4 ==
== 4 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=4|Tot_vers=4}}(CP<ref name=":0" />)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=4|Tot_vers=4}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Profeteer over deze beenderen.''' Hierna wordt Ezechiël bevolen te profeteren tot de geest.
'''Profeteer over deze beenderen.''' Hierna wordt Ezechiël bevolen te profeteren tot de geest.


Regel 28: Regel 28:


== 5 ==
== 5 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=5|Tot_vers=5}}(CP<ref name=":0" />)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=5|Tot_vers=5}} <noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''U zult levend worden.''' Zie vs. 3. Het is Gods beoogde doel.
'''U zult levend worden.''' Zie vs. 3. Het is Gods beoogde doel.


== 6 ==
== 6 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=6|Tot_vers=6}}(CP<ref name=":0" />)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=6|Tot_vers=6}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
Zo worde de beenderen tot levende lichamen: beenderen → zenuwen → vlees → huid → geest → levend lichaam → opstaan (vs. 10).
Zo worde de beenderen tot levende lichamen: beenderen → zenuwen → vlees → huid → geest → levend lichaam → opstaan (vs. 10).


Misschien is ook [[Mannin]] (Eva) zo geschapen: een rib van Adam, dan zenuwen enz.
Misschien is ook [[Mannin]] (Eva) zo geschapen: een rib van Adam, dan zenuwen enz.

'''En u zult weten dat Ik Jhwh ben.''' Zie ook vs. 13.


== 7 ==
== 7 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=7|Tot_vers=7}}(CP<ref name=":0" />)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=7|Tot_vers=7}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''De beenderen naderden, [elk] been tot zijn been.''' De botten van de benen bij elkaar, die van de armen bij elkaar, enz. Geraamtevorming.
'''De beenderen naderden, [elk] been tot zijn been.''' De botten van de benen bij elkaar, die van de armen bij elkaar, enz. Geraamtevorming.


== 8 ==
== 8 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=8|Tot_vers=8}}(CP<ref name=":0" />)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=8|Tot_vers=8}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Maar er was geen geest in hen.''' Geen geest of adem. Geest is noodzakelijk voor het leven; zie vs. 9; zonder geest is het lichaam dood (Jak. 2:26).<blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Jakobus|Hoofdstuk=2|Vanaf_vers=26|Tot_vers=26}}</blockquote>
'''Maar er was geen geest in hen.''' Geen geest of adem. Geest is noodzakelijk voor het leven; zie vs. 9; zonder geest is het lichaam dood (Jak. 2:26).<blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Jakobus|Hoofdstuk=2|Vanaf_vers=26|Tot_vers=26}}</blockquote>


== 9 ==
== 9 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=9|Tot_vers=9}}(CP<ref name=":0" />)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=9|Tot_vers=9}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Profeteer tot de geest.''' Nadat geprofeteerd is over de beenderen (4v.)
'''Profeteer tot de Geest.''' Nadat geprofeteerd is over de beenderen (4v.). In deze vertaling is gekozen voor 'Geest' met hoofdletter, omdat, zo blijkt in vs. 14, het om Gods Geest gaat.


'''Gedoden.''' Of vernietigden, omgebrachten, doodgeslagenen. Vgl. vs. 11: "wij zijn afgesneden".
'''Gedoden.''' Of vernietigden, omgebrachten, doodgeslagenen. Naardense vertaling: "vermoorden". Vgl. vs. 11: "wij zijn afgesneden".


'''Geest ... winden.''' In het Hebreeuws hetzelfde woord 'roeach', dat 'wind' en 'geest' of 'Geest' kan betekenen. Vergelijk: <blockquote>''Ezechiël 37:9  Dan zegt hij tot mij: profeteer tot de Geest, - profeteer, mensenzoon, en zeg tot de Geest: zo heeft gezegd mijn Heer, de ENE: kom vanuit vier geestesstreken, o Geest, en blaas over deze vermoorden, dat ze herleven!'' (NaB) </blockquote><blockquote>''Ezechiël 37:9  Toen zei hij tegen mij: ‘Profeteer tegen de wind, profeteer, mensenkind, en zeg tegen de wind: “Dit zegt God, de HEER: Kom uit de vier windstreken, wind, en blaas in deze doden, zodat ze weer gaan leven.''”’ (NBV'21)</blockquote>'''Vier winden.''' Vier windstreken.
'''Geest ... winden.''' In het Hebreeuws hetzelfde woord 'roeach'.

'''Vier winden.''' Vier windstreken.


== 10 ==
== 10 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=10|Tot_vers=10}}(CP<ref name=":0" />)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=10|Tot_vers=10}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
Zo werden de beenderen levende lichamen: beenderen → zenuwen → vlees → huid → geest → levend lichaam → opstaan
Zo werden de beenderen levende lichamen: beenderen → zenuwen → vlees → huid → geest → levend lichaam → opstaan


Regel 65: Regel 65:
'''Een zeer, zeer groot leger.''' Zie ook vzn. 1 en 2.
'''Een zeer, zeer groot leger.''' Zie ook vzn. 1 en 2.


== De verklaring (11-) ==
== De verklaring (11-14) ==


== 11 ==
== 11 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=11|Tot_vers=11}}(CP<ref name=":0" />)
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=11|Tot_vers=11}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Onze beenderen zijn verdord.''' zie vzn. 2 en 4.
'''Onze beenderen zijn verdord.''' zie vzn. 2 en 4.


'''Wij zijn afgesneden.''' Zie vs. 9: 'gedoden'.
'''Wij zijn afgesneden.''' Zie vs. 9: 'gedoden'.


== 12 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=10|Tot_vers=10}}
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=12|Tot_vers=12}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Ik zal uw graven openen ... ulieden uit uw graven doen opkomen.''' Zie ook volgende vers. Het zinnebeeld van een vallei met doodsbeenderen verandert in dat van graven (waarin de beenderen geborgen liggen).

'''Ik zal u brengen in het land Israëls.''' Ook wordt een nieuwe belofte bijgevoegd. Het gezicht spreekt immers niet van een terugkeer naar het land van Israël?

Zie ook vs. 14.

== 13 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=13|Tot_vers=13}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''En u zult weten.''' U zult beseffen en erkennen. Zie ook vs. 6. Is God een tijd uit hun bewustzijn weggeweest?

== 14 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=14|Tot_vers=14}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Ik zal Mijn Geest in u geven.''' Misschien gebeurt dit meteen na of al tijdens de opkomst uit de graven, daar de gave van de Geest genoemd wordt na vers 13.


'''En u zult leven.''' Zie vzn. 3, 5, 6, 9, 10.


'''En Ik zal u in uw land zetten.''' Plaatsen, vestigen. Zie vs. 12.
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=10|Tot_vers=10}}


== 16 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=16|Tot_vers=16}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Hout.''' Het Hebreeuwse woord ''ets,'' dat 328x in het Oude Testament voorkomt, wordt in de Statenvertaling vertaald door 'hout' (118x), 'boom' (89x) en 'geboomte' (33x). Het gaat om een stuk hout, maar we weten niet van welke vorm: tak, stok, plank?


'''Zijn metgezellen.''' De stammen die erbij horen, zie vs. 19.
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=10|Tot_vers=10}}


== 26 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=26|Tot_vers=26}}(CP<ref name=":0" />)
'''En Ik zal een verbond van vrede met hen maken.''' <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=34|Vanaf_vers=25|Tot_vers=25}}</blockquote>


== Nabeschouwing ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=10|Tot_vers=10}}
In het gezicht van de vallei met doodsbeenderen en de profetie over deze beenderen zijn wij dit gebeuren:


# Beweging en verzameling der beenderen
# Bekleding van de beenderen, met zenuwen, vlees en huid
# Komst van de Geest en blazing in de gedoden. (Vergelijk 1<sup>e</sup> komst van de Heilige Geest en de blazing door Christus)
# De geest komt in hen, waardoor ze levend worden en op hun voeten staan, een grote menigte
# Ze zullen weten dat God Jhwh is
# God zal ze in hun land zetten (vs. 14)


God geeft een verklaring: het betreft Israël. Israël was ‘verloren’, ‘dood’. God zal de graven openen en ze brengen in het land Israël.
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=10|Tot_vers=10}}


Er is een belofte (15v) van:


# terugkeer naar het land;
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=37|Vanaf_vers=10|Tot_vers=10}}
# eenheid: Israël (twee koninkrijken) zal één worden;
# één koning en één herder, te weten Christus;
# reiniging en toewijding aan God, herstelde relatie met God;
# voor altijd wonen in Israël;
# een nieuw verbond: een vredesverbond
# Gods heiligdom zal Hij in hun midden zetten, Zijn tabernakel zal bij hen zijn;
# De heidenen zullen hieraan weten dat Hij Jhwh is, die Israël heiligt.


== Voetnoot ==
== Voetnoot ==

Huidige versie van 1 jun 2024 om 14:08

Ezechiël 37 is een hoofdstuk van Ezechiël, een geschrift in de Bijbel, en telt 28 verzen.

Hoofdstukken van Ezechiël samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39
Verzen van Ezechiël 37 becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 16 · 26

Samenvatting

1-10 Het gezicht van de dorre doodsbeenderen, die op profetische redenen worden hersteld tot levende lichamen. 11-14 Verklaring van het gezicht. 15-22 Ezechiëls symbolische handeling met twee stukken hout, welke de hereniging van Israël en Juda voorstelt. 23-28 Israël zal herstelt worden, David tot koning hebben, God tot hun God, die een vredesverbond met hen zal sluiten. Gods heiligdom zal in hun midden zijn, en de heidenen erkennen dat Jhwh Israël heiligt.

't Gezicht (1-10)

1

 37: 1 De hand van Jhwh was op mij, en Jhwh voerde mij uit in de geest, en zette mij neer in het midden van een vallei; zij nu was vol beenderen.  (CP[1])

Vol beenderen. Vs. 2: "zeer vele". Vs. 10: "zeer, zeer groot leger".

De beenderen stellen het gehele huis van Israël voor, zo verklaart God later (11).

2

 37: 2 En Hij deed mij bij ze voorbijgaan, geheel rondom; en ziet, er waren zeer vele op de grond van de vallei; en ziet, zij waren zeer dor.  (CP[1])

Geheel rondom. Om een goed zich te krijgen op de massa beenderen en daarmee op de ernst van de toestand.

Zeer vele. Vs. 1: "vol beenderen"; vs. 10: "zeer, zeer groot leger".

37: 1 De hand van Jhwh was op mij, en Jhwh voerde mij uit in de geest, en zette mij neer in het midden van een vallei; zij nu was vol beenderen. (CP[1])

Zeer dor. Zie vs. 4, 11.

3

 37: 3 En Hij zei tot mij: Mensenkind! zullen deze beenderen levend worden? En ik zei: mijn Heer Jhwh, U weet [het]!  (CP[1])

Zullen deze beenderen levend worden? Zie ook vs. 5. Het is Gods doel met het volk Israël, wat hierna blijkt. Leven uit de doden. Vergelijk een beetje met Rom. 11:15, ofschoon dit betrekking heeft op de zegen voor de wereld, die voortkomt uit de aanneming door het volk Israël van Christus Jezus.

Romeinen 11: 15 Want als hun verwerping de verzoening van de wereld is, wat zal hun aanneming anders zijn dan leven uit de doden?

4

 37: 4 Toen zei Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot hen: U dorre beenderen! hoort het woord van Jhwh! (CP[1])

Profeteer over deze beenderen. Hierna wordt Ezechiël bevolen te profeteren tot de geest.

Dorre beenderen. Zie vs. 2, 11

5

 37: 5 Zo zegt mijn Heer Jhwh tot deze beenderen: Ziet, Ik zal de geest in u brengen, en u zult levend worden.  (CP[1])

U zult levend worden. Zie vs. 3. Het is Gods beoogde doel.

6

 37: 6 En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en de geest in u geven, en u zult levend worden; en u zult weten dat Ik Jhwh ben. (CP[1])

Zo worde de beenderen tot levende lichamen: beenderen → zenuwen → vlees → huid → geest → levend lichaam → opstaan (vs. 10).

Misschien is ook Mannin (Eva) zo geschapen: een rib van Adam, dan zenuwen enz.

En u zult weten dat Ik Jhwh ben. Zie ook vs. 13.

7

 37: 7 Toen profeteerde ik, zoals mij bevolen was, en er werd een geluid toen ik profeteerde, en ziet een beving! en de beenderen naderden, [elk] been tot zijn been. (CP[1])

De beenderen naderden, [elk] been tot zijn been. De botten van de benen bij elkaar, die van de armen bij elkaar, enz. Geraamtevorming.

8

 37: 8 En ik zag, en ziet, er kwamen zenuwen en vlees op; en Hij trok een huid boven over hen, maar er was geen geest in hen. (CP[1])

Maar er was geen geest in hen. Geen geest of adem. Geest is noodzakelijk voor het leven; zie vs. 9; zonder geest is het lichaam dood (Jak. 2:26).

Jakobus 2: 26 Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood.

9

 37: 9 En Hij zei tot mij: Profeteer tot de Geest; profeteer, mensenkind! en zeg tot de Geest: Zo zegt mijn Heer Jhwh: U Geest! kom aan van de vier winden, en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden. (CP[1])

Profeteer tot de Geest. Nadat geprofeteerd is over de beenderen (4v.). In deze vertaling is gekozen voor 'Geest' met hoofdletter, omdat, zo blijkt in vs. 14, het om Gods Geest gaat.

Gedoden. Of vernietigden, omgebrachten, doodgeslagenen. Naardense vertaling: "vermoorden". Vgl. vs. 11: "wij zijn afgesneden".

Geest ... winden. In het Hebreeuws hetzelfde woord 'roeach', dat 'wind' en 'geest' of 'Geest' kan betekenen. Vergelijk:

Ezechiël 37:9  Dan zegt hij tot mij: profeteer tot de Geest, - profeteer, mensenzoon, en zeg tot de Geest: zo heeft gezegd mijn Heer, de ENE: kom vanuit vier geestesstreken, o Geest, en blaas over deze vermoorden, dat ze herleven! (NaB)

Ezechiël 37:9  Toen zei hij tegen mij: ‘Profeteer tegen de wind, profeteer, mensenkind, en zeg tegen de wind: “Dit zegt God, de HEER: Kom uit de vier windstreken, wind, en blaas in deze doden, zodat ze weer gaan leven.”’ (NBV'21)

Vier winden. Vier windstreken.

10

 37: 10 En ik profeteerde zoals Hij mij bevolen had. Toen kwam de geest in hen, en zij werden levend en stonden op hun voeten, een zeer, zeer groot leger. (CP[1])

Zo werden de beenderen levende lichamen: beenderen → zenuwen → vlees → huid → geest → levend lichaam → opstaan

Toen. Of 'en'. Op Gods gesproken woord gebeurt er iets. Zie vs. 7. Dat gebeurde bij de schepping (God sprak en het was er of het ontstond) en dat gebeurde op het woord van de profeet.

En stonden op hun voeten. Opstanding!

Een zeer, zeer groot leger. Zie ook vzn. 1 en 2.

De verklaring (11-14)

11

 37: 11 Toen zei Hij tot mij: Mensenkind! deze beenderen zijn het gehele huis Israëls; ziet, zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord, en onze verwachting is verloren, wij zijn afgesneden. (CP[1])

Onze beenderen zijn verdord. zie vzn. 2 en 4.

Wij zijn afgesneden. Zie vs. 9: 'gedoden'.

12

 37: 12 Daarom, profeteer en zeg tot hen: Zo zegt mijn Heer Jhwh: Ziet, Ik zal uw graven openen, en zal ulieden uit uw graven doen opkomen, o Mijn volk! en Ik zal u brengen in het land Israëls. (CP[1])

Ik zal uw graven openen ... ulieden uit uw graven doen opkomen. Zie ook volgende vers. Het zinnebeeld van een vallei met doodsbeenderen verandert in dat van graven (waarin de beenderen geborgen liggen).

Ik zal u brengen in het land Israëls. Ook wordt een nieuwe belofte bijgevoegd. Het gezicht spreekt immers niet van een terugkeer naar het land van Israël?

Zie ook vs. 14.

13

 37: 13 En u zult weten dat Ik Jhwh ben, als Ik uw graven zal hebben geopend, en als Ik u uit uw graven zal hebben doen opkomen, o Mijn volk! (CP[1])

En u zult weten. U zult beseffen en erkennen. Zie ook vs. 6. Is God een tijd uit hun bewustzijn weggeweest?

14

 37: 14 En Ik zal Mijn Geest in u geven, en u zult leven, en Ik zal u in uw land zetten; en u zult weten dat Ik, Jhwh, [dit] gesproken en gedaan heb, spreekt Jhwh. (CP[1])

Ik zal Mijn Geest in u geven. Misschien gebeurt dit meteen na of al tijdens de opkomst uit de graven, daar de gave van de Geest genoemd wordt na vers 13.

En u zult leven. Zie vzn. 3, 5, 6, 9, 10.

En Ik zal u in uw land zetten. Plaatsen, vestigen. Zie vs. 12.

16

 37: 16 U nu, mensenkind! neem u een hout, en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de kinderen Israëls, zijn metgezellen; en neem een ander hout en schrijf daarop: Voor Jozef, het hout van Efraïm, en van het hele huis Israëls, zijn metgezellen. (CP[1])

Hout. Het Hebreeuwse woord ets, dat 328x in het Oude Testament voorkomt, wordt in de Statenvertaling vertaald door 'hout' (118x), 'boom' (89x) en 'geboomte' (33x). Het gaat om een stuk hout, maar we weten niet van welke vorm: tak, stok, plank?

Zijn metgezellen. De stammen die erbij horen, zie vs. 19.

26

 37: 26 En Ik zal een verbond van vrede met hen maken, het zal een eeuwig verbond met hen zijn; en Ik zal ze inzetten en zal ze vermenigvuldigen, en Ik zal Mijn heiligdom in het midden van hen zetten tot in eeuwigheid. (CP[1])

En Ik zal een verbond van vrede met hen maken.

Ezechiël 34: 25 En Ik zal een verbond van vrede met hen maken, en zal het boos gedierte uit het land doen ophouden; en zij zullen zeker wonen in de woestijn, en slapen in de wouden.

Nabeschouwing

In het gezicht van de vallei met doodsbeenderen en de profetie over deze beenderen zijn wij dit gebeuren:

  1. Beweging en verzameling der beenderen
  2. Bekleding van de beenderen, met zenuwen, vlees en huid
  3. Komst van de Geest en blazing in de gedoden. (Vergelijk 1e komst van de Heilige Geest en de blazing door Christus)
  4. De geest komt in hen, waardoor ze levend worden en op hun voeten staan, een grote menigte
  5. Ze zullen weten dat God Jhwh is
  6. God zal ze in hun land zetten (vs. 14)

God geeft een verklaring: het betreft Israël. Israël was ‘verloren’, ‘dood’. God zal de graven openen en ze brengen in het land Israël.

Er is een belofte (15v) van:

  1. terugkeer naar het land;
  2. eenheid: Israël (twee koninkrijken) zal één worden;
  3. één koning en één herder, te weten Christus;
  4. reiniging en toewijding aan God, herstelde relatie met God;
  5. voor altijd wonen in Israël;
  6. een nieuw verbond: een vredesverbond
  7. Gods heiligdom zal Hij in hun midden zetten, Zijn tabernakel zal bij hen zijn;
  8. De heidenen zullen hieraan weten dat Hij Jhwh is, die Israël heiligt.

Voetnoot

  1. 1,00 1,01 1,02 1,03 1,04 1,05 1,06 1,07 1,08 1,09 1,10 1,11 1,12 1,13 1,14 1,15 1,16 1,17 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.