Hooglied/Hoofdstuk 2

Uit Christipedia

Hooglied > Hoofdstuk 2
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Hooglied:


Hoofdstuk 2 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Hoogl. 2:1

Hoo 2:1 Ik ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen. (SV)

Roos van Saron. Zie Saron. Voorjaarsbloemen bedekten in het voorjaar met duizenden de kustvlakte van Saron. Misschien is het beter[1] te vertalen "Ik ben een roos van het veld". De bruidegom had haar 'mooi' genoemd (1:15), maar zij stelt uit bescheidenheid haar schoonheid als niet buitengewoon voor en vergelijkt zichzelf met een gewone veldbloem. Hij verbetert haar door haar te vergelijken met een lelie onder de doornen (vers 2), hij vindt haar dus buitengewoon mooi.

Hoogl. 2:2

Hoo 2:2 Gelijk een lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren. (SV)

Haar vriend verbetert haar voorstelling van zichzelf en verheft haar schoonheid.

Hoogl. 2:3

Hoo 2:3 Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er [onder], en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. (SV)

De bruid weerkaatst de lof en maakt ook hem uitzonderlijk onder de mannen. Hij als een aangename boom die schaduw én vrucht geeft.

Zijn vrucht. In 1:14 vergelijkt zij hem bij "een tros van Cyprus, in de wijngaarden van En-gedi."

Hoog. 2:4

Hoo 2:4 Hij voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier over mij. (SV)

Hij voert mij in het wijnhuis. Hij voert zijn vriendin in het wijnhuis om er op feestelijke wijze wijn te drinken. ⇒ Wijnhuis, een huis om wijn te drinken.

De Heer Jezus zal met de zijnen wijn drinken in het koninkrijk van Zijn Vader.

Mt 26:29  Ik zeg u echter, dat Ik van nu aan geenszins zal drinken van deze vrucht van de wijnstok tot op die dag wanneer Ik die met u nieuw zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader. (Telos)

Lu 22:18  Want Ik zeg u, dat Ik van nu aan geenszins zal drinken van de vrucht van de wijnstok totdat het koninkrijk van God komt. (Telos)

De liefde is Zijn banier over mij. Een vaan aan het wijnhuis is het teken dat er feest gevierd wordt. Het ‘vaandel’ heet ‘liefde’.[2] Vergelijk:

Hoo 1:4  Trek mij, wij zullen U nalopen! De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren; wij zullen ons verheugen en in U verblijden; wij zullen Uw uitnemende liefde vermelden, meer dan den wijn; de oprechten hebben U lief. (SV)

Hoogl. 2:5

Hoo 2:5 Verkwik mij met rozijnenkoeken, ondersteun mij met appels, want ik ben krank van liefde. (CP)[3]

De bruid, bedwelmd en aangedaan door de liefde, roept om versterkingsmiddelen.

Hoogl. 2:6

Hoo 2:6 Zijn linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze mij. (SV)

Zij verlangt naar Zijn omhelzing. Dit haar liefdesverlangen komt al in haar eerste woorden tot uiting:

Hoo 1:2 Hij kusse mij met de kussen van zijn mond; want Uw uitnemende liefkozingen zijn beter dan wijn. (CP)[3]

Voetnoot

  1. Adam's Clarke Commentary.
  2. Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987).
  3. 3,0 3,1 CP = vertaling van Christipedia.