Numeri 16

Uit Christipedia

Numeri 16 is een hoofdstuk van Numeri, een geschrift in de Bijbel, en telt 50 verzen.

Hoofdstukken van Numeri samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31
Verzen van Numeri 16 becommentarieerd: · 13 · 32 · 37 · 48 · 49

Samenvatting

Oproer van Korach, Dathan en Abiram en hun medestanders. Het morrende volk gestraft en verzoend. 1-3 De Levieten Korach, Dathan, Abiram en tweehonderd vijftig andere aanzienlijken staan op tegen Mozes en Aäron, bewerende dat alle Israëlieten bevoegd zijn als priesters tot Jahweh te naderen. 4-7 Mozes valt op zijn aangezicht. Daarna nodigt hij hen uit, de volgende dag met wierookpannen voor Jahweh te treden; dan zal Deze tonen wie Hij uitverkoren heeft. 8-11 Mozes bestraft de Levieten, omdat zij het priesterschap begeeren. 12-15 Hij ontbiedt Dathan en Abiram; maar zij weigeren te komen en betichten hem, het volk door valse beloften verleid te hebben; waarop Mozes Jahweh bidt hun gave niet aan te nemen. 16-19 Volgens Mozes’ last treden Korah en de zijnen, benevens Aaron, met wierookpannen voor Jahweh; waarop Diens heerlijkheid zich aan de gemeente vertoont. 20-22 God roept Mozes en Aäron op zich van haar af te scheiden; dan zal Hij haar verdelgen; doch zij bidden om verschoning voor de gemeente. 23-27 Op Gods bevel, door Mozes overgebracht, verwijderen zich de Israëlieten van de tenten der opstandelingen; 28-30 waarop Mozes aankondigt, dat de schuldigen, ten bewijze dat zij Jahweh getergd hebben, op buitengewone wijze zullen omkomen. 31-35 Daarop opent zich de grond en verzinken zij met al het hunne levend in het dodenrijk; dit ziende, vlucht het volk verschrikt weg. Een vuur dat van God uitgaat verteert de tweehonderd vijftig die wieroken. 36-40 Op Mozes’ last zoekt Eleazar hun koperen wierookvaten uit de brand op en maakt daarvan een overtrek voor het altaar, tot een nagedachtenis en waarschuwing voor de Israëlieten dat geen onbevoegde Jahweh mag naderen. 41-50 De volgende dag geeft het volk Mozes en Aäron de schuld van zo veler ondergang; waarop Jahweh een vreselijke sterfte onder het volk aanricht, waaraan door Aärons verzoenend wieroken een einde wordt gemaakt.

13

13 Is het niet genoeg dat u ons geleid hebt uit een land dat overvloeit van melk en honing, om ons te laten sterven in de woestijn, dat u zich ook zo nodig tot heerser over ons moet verheffen? (SV) 

Een land dat overvloeit van melk en honing. Ze doelen op Egypte; vgl. vs. 14. Hun was ontzegd om in Kanaän, het land in waarheid vloeiend van melk en honing, te komen. Zijn ze dan de ellende van de slavernij vergeten, alsook de weldaad van de verlossing?

32

32 En de aarde opende haar mond en verslond hen met hun huizen, en alle mensen die Korach toebehoorden, en al de have. (CP[1]) 

Alle mensen die Korach toebehoorden. Wij weten uit Num.26:11 dat Korachs zonen niet zijn omgekomen.

Nu 26:10  En de aarde haar mond opendeed, en verslond hen met Korach, als die vergadering stierf, toen het vuur tweehonderd en vijftig mannen verteerde, en werden tot een teken. Nu 26:11  Maar de kinderen van Korach stierven niet. (SV)

Alle mensen die Korach toebehoorden, zijn dan ook niet zijn kinderen, maar zijn dienstbaren. Door de leden van dit geslacht van de Levieten zijn ons veel van de mooiste psalmen nagelaten.

Ondergang van Korach, Dathan en Abiram

37

37 Zeg tot Eleazar, de zoon van Aäron, de priester, dat hij de wierookvaten uit de brand opneme; en strooi het vuur ver weg; want zij zijn heilig; (CP[1]) 

Uit de brand. D.i. van de plaats waar de mannen ten gevolge van de over hen ontbrande toorn van God omgekomen zijn.

Strooi het vuur ver weg. Het vuur dat in die wierookschalen is ver weg, zodat het niet meer komt op het altaar, waarvan het genomen is.

48

48  En hij stond tussen de doden en tussen de levenden; alzo werd de plaag opgehouden. (SV) 

49

49 Die nu aan die plaag gestorven zijn, waren veertien duizend en zevenhonderd, behalve die gestorven waren om de zaak van Korach. (SV)  

Behalve die gestorven waren om de zaak van Korach. Zij waren de vorige dag gestorven. Hun getal was 250.

Bronnen

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).  Enige tekst van het commentaar op Num. 16:13, 32, 37 is onder wijziging verwerkt op 30 okt., 3 en 8 nov. 2023.

Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Numeri 16 is onder wijziging verwerkt op 8 nov. 2023.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.