Numeri 8

Uit Christipedia

Numeri 8 is een hoofdstuk van Numeri, een geschrift in de Bijbel, en telt 26 verzen.

Hoofdstukken van Numeri samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31
Verzen van Numeri 8 becommentarieerd: · 2 · 7 · 8 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 21

Samenvatting

1-4 Voorschrift voor het aansteken van de gouden kandelaar, die naar een goddelijk model was gemaakt. 5-22 Reiniging, wijding en taak van de Levieten. 23-26 De dienstjaren van de Levieten en hun wacht daarna.

2

2  Spreek tot Aäron, en zeg tot hem: Als u de lampen zult aansteken: aan de voorkant van de kandelaar zullen de zeven lampen licht verspreiden. (CP[1]) 

Aan de voorkant van de kandelaar zullen de zeven lampen licht verspreiden. De voorkant, het 'aangezicht' van de kandelaar, is de kant die men ziet als men in het Heilige staat. Aan die kant moesten de zeven lampen licht geven, wellicht om te zorgen dat het licht op de toontafel valt.

7

7 En aldus zult gij hun doen, om hen te reinigen: spreng op hen water der ontzondiging; en zij zullen het scheermes over hun ganse vlees doen gaan, en zij zullen hun klederen wassen, en zich reinigen. (SV) 

De Levieten waren niet geheel passief; de besprenging en wellicht (deels) ook het scheren ondergingen zij, doch zij moesten zelf ook een en ander doen voor hun reiniging.

Water der ontzondiging. Letterlijk "zondewater"; de uitdrukking komt alleen hier voor.

Zij zullen het scheermes over hun ganse vlees doen gaan. Ook het hoofdhaar. Melaatsen moesten eveneens ter reiniging al hun haar afscheren.

Le 14:8  Die nu te reinigen is, zal zijn klederen wassen, en al zijn haar afscheren, en zich in het water afwassen, zo zal hij rein zijn; daarna zal hij in het leger komen, maar zal buiten zijn tent zeven dagen blijven. Le 14:9  En op den zevenden dag zal het geschieden, dat hij al zijn haar zal afscheren, zijn hoofd, en zijn baard, en de wenkbrauwen zijner ogen; ja, al zijn haar zal hij afscheren, en al zijn klederen wassen, en zijn vlees met water baden, zo zal hij rein zijn. (SV)

8

8 Daarna zullen zij nemen een var, een jong rund, met zijn spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd; en een anderen var, een jong rund, zult gij nemen ten zondoffer. (SV) 

Een var. De eerste var ten brandoffer (12).

11

11 En Aäron zal de Levieten bewegen ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN, vanwege de kinderen Israëls; opdat zij zijn, om den dienst des HEEREN te bedienen. (SV) 

De Levieten bewegen ten beweegoffer. Hoe ging dat? "Het bewegen gebeurde zonder twijfel zo, dat Aäron de Levieten plechtig van en tot het altaar heen en weer voerde." (Karl Friedrich Keil)[2]

Wellicht dat de apostel Paulus op deze offerhandeling het oog heeft gehad en daarmee de geestelijke betekenis ervan heeft verklaard[3], als hij schrijft:

Ro 12:1 Ik vermaan u dan, broeders, door de ontfermingen van God, dat u uw lichamen stelt tot een levende offerande, heilig, voor God welbehaaglijk, dat is uw redelijke eredienst. (Telos)

12

12 En de Levieten zullen hun handen op het hoofd der varren leggen; daarna bereidt gij een ten zondoffer, en een ten brandoffer den HEERE, om over de Levieten verzoening te doen. (SV) 

De Levieten zullen hun handen op het hoofd der varren leggen. Nadat hun de handen waren opgelegd, leggen zij hun handen op de koppen van de twee jonge stieren.

13

13 En u zult de Levieten stellen voor het aangezicht van Aäron, en voor het aangezicht van zijn zonen, en u zult hen bewegen ten beweegoffer voor Jahweh. (CP[1]) 

En u zult de Levieten stellen voor het aangezicht van Aäron, en voor het aangezicht van zijn zonen. Ten teken dat zij hun van nu aan als dienaars en helpers toegewijzen zijn zullen[3].

14

14 En gij zult de Levieten uit het midden van de kinderen Israëls uitscheiden, opdat de Levieten Mijn zijn. (SV) 

Vergelijk:

Hnd 13:2  Terwijl zij nu de Heer dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk waartoe Ik hen heb geroepen. (Telos)

15

15 En daarna zullen de Levieten inkomen, om de tent der samenkomst te bedienen; en u zult hen reinigen, en zult hen ten beweegoffer bewegen. (CP[1]) 

En u zult hen reinigen, en zult hen ten beweegoffer bewegen. In die volgorde, zoals hierboven bevolen (vs. 7, 11). Het gaat niet om een tweede reiniging en offerande, maar om dezelfde handelingen genoemd in de verzen 7 en 11.

16

16 Want zij zijn gegeven, zij zijn Mij gegeven uit het midden van de kinderen Israëls; voor de opening van alle baarmoeder, voor de eerstgeborenen van een ieder uit de kinderen Israëls, heb Ik ze Mij genomen. (SV) 

De Levieten zijn aan God gegeven in plaats van de eerstgeborenen.

21

21 En de Levieten ontzondigden zich, en wiesen hun klederen, en Aäron bewoog hen ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN; en Aäron deed verzoening over hen, om hen te reinigen. (SV) 

Aäron bewoog hen ten beweegoffer. Zie vzn. 13 en 15.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Aangehaald in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).
  3. 3,0 3,1 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).