2 Korinthiërs/Hoofdstuk 6

Uit Christipedia
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

2 Korinthiërs:


Hoofdstuk 6 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

2 Kor. 6:14 Ongelijk juk

2Co 6:14 Gaat niet met ongelovigen onder een ongelijk juk. Want welk deelgenootschap hebben gerechtigheid en wetteloosheid? Of welke gemeenschap heeft licht met duisternis? (TELOS)

Gaat niet met ongelovigen onder een ongelijk juk. Vergelijk de 'huwelijksvoorwaarde' die Paulus stelt:

1Co 7:39 Een vrouw is verbonden zolang haar man leeft; maar als haar man ontslapen is, is zij vrij om te trouwen met wie zij wil, mits in de Heer. (TELOS)

2 Kor. 5:19 God was verzoenend

2Co 5:19 namelijk dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenend was, terwijl Hij hun overtredingen hun niet toerekende en in ons het woord van de verzoening legde. (TELOS)

Met Zichzelf verzoenend was. God heeft alles gedaan om de wereld met Zichzelf te verzoenen. De mensen hebben die verzoening wel aan te nemen.

2Co 5:20 Wij zijn dan gezanten voor Christus, terwijl God als het ware door ons maant. Wij bidden voor Christus: Laat u met God verzoenen. (TELOS)

Terwijl Hij hun overtredingen hun niet toerekende. Zijn doel was verzoening, niet vergelding. De Heer Jezus kwam niet om de wereld te oordelen, maar om de wereld te verzoenen.

Vergelijk:

Hnd 17:30 Met voorbijzien dan van de tijden der onwetendheid beveelt God nu aan de mensen, dat zij zich allen overal moeten bekeren, (TELOS)

In ons het woord van de verzoening legde. Om dat te verkondigen en de mensen op te roepen zich met God te laten verzoenen. In het vorige vers spreekt van 'de bediening van de verzoening'.

2 Kor. 5:21 Tot zonde gemaakt

2Co 5:21 Hem die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons [tot] zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. (TELOS)

Geen zonde gekend heeft. Hij was zondeloos: zonder zonde, zonder zondige natuur.

Voor ons [tot] zonde gemaakt. Onze overtredingen werden Hem toegerekend. Hij werd als een zondaar behandeld en geoordeeld. Hij droeg onze zonden in zijn lichaam aan het kruis. De straf voor onze zonden was op Hem (Jes. 53). Hij hing aan het kruis tussen twee rovers, Hij werd tot de misdadigers gerekend.