2 Thessalonicenzen/Hoofdstuk 2

Uit Christipedia
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

2 Thessalonicenzen:


Hoofdstuk 2 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

2 Thess. 2:1. Wij vragen u.

2Th 2:1  Wij vragen u echter, broeders, in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze bijeenvergadering tot Hem, (TELOS)

De komst van de onze Heer Jezus Christus. "... die ons redt van de komende toorn" (1 Thess. 1:10).

1Th 1:9  want zelf vertellen zij van ons welke ingang wij bij u hadden, en hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd om de levende en waarachtige God te dienen 1Th 1:10  en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn. (Telos)

Lot, zijn vrouw en twee dochters werden weggehaald door engelen, wij gelovigen worden weggehaald door de Heer Zelf.

Onze bijeenvergadering tot Hem. Hoe wij worden bijeenvergaderd tot Hem heeft Paulus beschreven in zijn eerste brief:

1Th 4:17 daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn. (TELOS)

2 Thess. 2:2. Niet zo snel schrikken.

2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)

Geschokt of verschrikt ... alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. Want de dag van de Heer is een dag van toorn, maar zij verwachten gered te zullen worden van die toorn.

1Th 1:9  want zelf vertellen zij van ons welke ingang wij bij u hadden, en hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd om de levende en waarachtige God te dienen          1Th 1:10  en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn. (Telos)

De dag van de Heer ... Die in het vorige hoofdstuk ter sprake kwam. Een dag van toorn ('komende toorn, 1 Thess. 1:10), wraak, wedervergelding (1 Thess. 1:6) en van verheerlijking.

2Th 1:6  daar het rechtvaardig is bij God, aan hen die u verdrukken, verdrukking te vergelden,  2Th 1:7  en aan u die verdrukt wordt, rust met ons bij de openbaring van de Heer Jezus van de hemel met de engelen van zijn kracht,  2Th 1:8  in vlammend vuur, als Hij wraak brengt over hen die God niet kennen en over hen die het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen.  2Th 1:9  Zij zullen als straf lijden het eeuwig verderf, verwijderd van het aangezicht van de Heer en van de heerlijkheid van zijn sterkte,    2Th 1:10  wanneer Hij komt om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die hebben geloofd; want ons getuigenis aan u is geloofd geworden. (Telos)

De dag van de Heer is de in het Oude Testament genoemde Dag van Jahweh, een dag van oordeel.

... al aangebroken zou zijn. Wat ze hoorden en lazen, te midden van doorstane verdrukkingen, deed hen met schrik menen dat de tijd van Gods oordelen over de aarde gekomen was.

Sommige vertalingen suggereren abusievelijk dat de dag nog niet was aangebroken, maar aanstaande was[1].

2 Thess. 2:3. Eerst de afval/verlating en de mens van de zonde.

2Th 2:3  Laat niemand u op enigerlei wijze bedriegen, want [die komt niet] als niet eerst de afval gekomen is en de mens van de zonde geopenbaard is, de zoon van het verderf, (TELOS)

Bedrog (3a)

Op enigerlei wijze. Door geest, woord, brief, zie vers 2.

Bedriegen. Door een vals bericht of valse lering.

De afval / het vertrek (3b)

De afval. Of het vertrek, de verlating of de verwijdering. Het Griekse naamwoord is apostasia. Het woord heeft hier een bepaald lidwoord, dus "de afval" of "het vertrek". Het gaat om een bijzondere gebeurtenis, niet om een langzaam proces, niet om een trend. De meeste vertalingen hebben 'de afval' of iets dergelijks: “de afval” (SV, HSV, NBG51), “de afvalligheid” (NB), “velen zich van het geloof hebben afgekeerd” (NBV2004). De Engelse King James vertaling heeft "the falling away".

Afval. Het gaat dan om de afval van het geloof in de Heer Jezus of zelfs van het geloof in God. Dit laatste lijkt het geval, gelezen het volgende vers:

2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (TELOS)

Vergelijk:

1Ti 4:1 De Geest nu zegt uitdrukkelijk, dat in de latere tijden sommigen van het geloof zullen afvallen, terwijl zij zich zullen bezighouden met verleidende geesten en leringen van demonen (Telos)

Verwijdering. Sommige vertalers hebben het Griekse woord apostasia verstaan als 'vertrek, weggaan', namelijk van de Gemeente. De Latijnse Vulgaatvertaling (ca. 400 n.C.) van Hiëronymus heeft dicessio.

2Th 2:3  ne quis vos seducat ullo modo quoniam nisi venerit discessio primum et revelatus fuerit homo peccati filius perditionis (Vulgaat)

Het woord dicessio heeft als voornaamste betekenissen: 1. het uit elkaar gaan, scheiding, scheuring; 2. (in de senaat) stemming (door aan de ene of de andere kant te gaan staan).[2]

John Wyclif (ca. 1320-1384) vertaalde, uitgaande van de Vulgaatvertaling, door 'dissencioun' = onenigheid.

No man disseyue you in ony manere. For but dissencioun come first, and the man of synne be schewid, the sonne of perdicioun,

Zes Engelse vertalingen vóór de King James vertaling (1611) vertalen door 'departing' (= vertrek) of iets dergelijks[3]; als voorbeeld drie van die oudere vertalingen:

Let no ma deceave you by eny meanes for the lorde commeth not excepte ther come a departynge fyrst and that that synfnll man be opened ye sonne of perdicion (Tyndale Bible, c. 1494-1536)

Let no man deceaue you by eny meanes, for the Lorde shall not come excepte ther come a departynge fyrst, and that that synfull man be opened, the sonne of perdicyon, (Great Bible, 1539))

2Th 2:3  Let no man deceive you by any means: for that day shall not come, except there come a departing first, and that man of sin be disclosed, even the son of perdition, (Geneva Bible, 1560)

Sommige uitleggers[4] zijn van mening, gezien de context, dat het Griekse woord apostasia in 2 Thess. 2:3 beter als 'vertrek' (= weggaan van de gemeente van Jezus Christus naar de hemel) vertaald kan worden. Want vertrek, verdwijning is een geldige betekenis van het woord. Het standaard klassiek Griekse woordenboek van Liddell en Scott noemt als de tweede betekenis van apostasia: 'departure, disappearance'[5], dus fysiek vertrek, verdwijning. Het werkwoord aphistemi, waarvan apostasia is afgeleid, kan 'weggaan, verlaten' betekenen. Zie hiervoor: Afvallen, afval. Men zou dan 'weggang' (van het Duitse Weggang = het weggaan) kunnen bezigen als synoniem van 'opneming (van de gemeente)'. De opvatting dat apostasia hier op een fysiek vertrek, een fysiek weggaan duidt, is een minderheidsstandpunt. De kwestie wordt genoemd de 'apostasia-controverse'. Voor de uitleg 'vertrek, verwijdering' zijn echter goede gronden te geven[6]:

  • Het woord betekent eigenlijk 'vertrek'. Dit kan zijn een leerstellig 'vertrek', weggaan van de goede leer, dus 'afval'. Het vertrek kan óók een letterlijk fysiek vertrek, fysieke verwijdering zijn.
  • Het werkwoord aphistemi, waarvan apostosia is afgeleid, wordt in het Nieuwe Testament in 12 van de 15 gevallen gebezigd voor een fysiek weggaan, verlaten. Zie Afvallen, afval.
  • De context, die mede de betekenis van een woord bepaalt, het 'verband' (vers 1), is 'de komst van onze Heer Jezus en onze bijeenvergadering tot Hem' (vers 1), de dag van de Heer en de oordelen (vers 2). Deze dag met zijn oordelen komt niet als niet eerst de apostasia gekomen is. De bijeenvergadering tot de Heer houdt een vertrek van de heiligen van de aarde in. Het oordeel van Sodom werd pas uitgevoerd na het vertrek van Lot en zijn vrouw en dochters. De zondvloed kwam pas nadat Noach en de zijnen naar binnen, in de ark waren gegaan.
  • De Thessalonikers waren geschokt en verschrikt (vers 2). Paulus wil hen geruststellen, troosten (vergelijk verzen 16-17). Het weggaan van de gelovigen vóór de oordelen van de dag van Jahweh strekt tot troost, niet de afval van het geloof en de ellende van de eindtijd.
  • De persoon of zaak die weerhoudt, wordt weggenomen (vers 7), waarna de Wetteloze zich kan openbaren. Die wegneming past goed bij het vertrek, de wegneming van de gemeente, waarin de Geest woont. Wegneming van de weerhoudende kracht → Openbaring van de Wetteloze → Openbaring van de Heer en vernietiging van de Wetteloze en wraak aan de ongehoorzamen (2 Thess. 1:8). Nederdaling van de Heer uit de hemel, wegneming van de gemeente, redding van de komende toorn → Openbaring van de Heer en vernietiging van de Wetteloze en wraak aan de ongehoorzamen.
  • Wat de Wetteloze, een instrument van de satan, tegenhoudt, moet een bovennatuurlijke geestelijke macht zijn. De Heilige Geest is daartoe in staat. Als de Heilige Geest weggenomen wordt, wordt de gemeente, waarin de Geest op aarde woont, weggenomen. Dat pleit erover dat Paulus aan het vertrek van de gelovigen mèt de Heilige Geest denkt, hun bijeenvergadering tot de Heer Jezus
  • Het gebruik van het bepaalde lidwoord 'de' (de apostasia) wijst eerder op een bepaalde gebeurtenis, zoals het vertrek van de gemeente, dan op een geleidelijke proces van geloofsafval, een verlaten van de ware leer.
  • De opname van de gemeente wordt op verscheidene plaatsen in het Nieuwe Testament gezien als iets dat elk moment kan gebeuren (imminentie). Als de geloofsafval voorafgaat moet gaan aan onze bijeenvergadering (vers 1), dan is de opname niet meer iets dat elk moment kan gebeuren.

Tegen deze interpretatie van 'apostasie' als 'vertrek, verlating verwijdering', wordt aangevoerd:

  • 'Apostasia' komt slechts 2x voor in het Nieuwe Testament. In Hand. 21:21, de eerste keer dat 'apostasia' voorkomt, gaat het om afvalligheid. Dus zal het ook hier om afvalligheid gaan. Hierop kan men antwoorden dat niet alleen het gebruik van een woord elders, maar ook en vooral de context de betekenis bepaalt. Welnu, de context, het 'verband' (vers 1) is 'de komst van onze Heer Jezus en onze bijeenvergadering tot Hem' (vers 1). Die bijeenvergadering houdt een apostasia in en wel in de zin van een fysiek weggaan, een verwijdering, vertrek van de heiligen.
  • Bovendien, gezien het gebruik van het Griekse zelfstandige naamwoord in de Septuagint en bij Josefus Flavius is de betekenis ‘vertrek’ in 2 Th. 2:3 onwaarschijnlijk. In de Griekse vertaling van het Oude Testament (Septuagint) komt ‘apostasia’ op vier plaatsen voor, namelijk Joz.  22:22; 2 Kron. 29:19; 1 Macc. 2:15; Jer 2:19. Het gaat ook in deze plaatsen om godsdienstige afvalligheid. Hierop kan men antwoorden dat de betekenis elders niet bepalend is voor de betekenis alhier. De context moet de doorslag geven.
  • John Nelson Darby (1800-1882) en William Kelly (1821-1906), beiden doorkneed in het Grieks, geloofden dat de gemeente vóór de openbaring van de mens der zonde naar de hemel vertrekt en zouden voor hun opvatting belang hebben gehad bij de betekenis 'vertrek', toch hebben zij als vertaling ‘apostasy’ (= geloofsafval) gekozen.

Eerst de afval. Of: eerst de verwijdering (vertrek, weggang, verdwijning, verlating). Deze afval of verwijdering gaat vooraf aan de dag van de Heer (vers 2), de Dag van Jahweh.

Gekomen. Het Griekse werkwoord is ερχομαι, erchomai, dat 'komen' of 'gaan' betekent, doch meestal in de eerstgenoemde betekenis voorkomt[7].

2Th 1:10  wanneer Hij komt om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die hebben geloofd; want ons getuigenis aan u is geloofd geworden. (Telos)

In Luk. 15:20 vertaald door 'ging'.

Lu 15:20  En hij stond op en ging naar zijn vader. Toen hij nu nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen, en hij liep snel op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem innig. (Telos)

In Mark. 11:13 zowel 'ging' als 'gekomen'.

Mr 11:13  En toen Hij in de verte een vijgeboom zag die bladeren had, ging Hij kijken of Hij daar misschien iets aan zou vinden; en daarbij gekomen vond Hij niets dan bladeren, want het was niet de tijd van de vijgen. (Telos)

Als apostasia in de betekenis van 'vertrek' genomen moet wordt, dan kan men vertalen: "als niet eerst het vertrek heeft plaatsgevonden". Vergelijk "plaatsvinden" in de Groot Nieuws Bijbel:

2Th 2:3 Laat u door niemand iets wijs maken. Want eerst moet de grote afvalligheid plaatsvinden en moet de mens verschijnen die de wetteloosheid in persoon is en die tot de ondergang is gedoemd. (GNB)

De mens der zonde (3c)

De mens van de zonde. Zonde karakteriseert hem, in zijn boodschap en gedrag.

De zoon van het verderf. Hij is bestemd voor het verderf, hij is gedoemd onder te gaan. Zonde blijft niet ongestraft. Ook Judas wordt, door de Heer Jezus, genoemd 'de zoon van het verderf'. De gedachte is niet dat zo iemand verderf sticht, maar ten verderve gaat.

Meer informatie

Een uitgebreide studie van dit vers is te lezen in het commentaar van Bruce Hurt: https://www.preceptaustin.org/2_thessalonians_23_commentary

2 Thess. 2:4. Anti-god.

2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (Telos)

Die zich verzet en zich verheft tegen.... Deze Mens van de zonde is geen onverschillige ongelovige, God laat hem niet koud, hij is heet. Want Hij verzet zich. En verheft zich, maakt zichzelf groter in zijn verzet tegen God en godsdienst.

Tegen al wat God heet. Alle goden en alle godsdienst. Hij is een tegenstander van het christendom, de islam, het jodendom, het hindoeïsme enz. Hij moet er niets van hebben. Misschien zal hij alle religie en Godsgeloof als schadelijk bijgeloof afwijzen.

De tempel van God.... De tempel van God is de herbouwde tempel van God in Jeruzalem. Uit verschillende Schriftplaatsen kan men opmaken dat de tempel herbouwd zal worden. De herbouw van Gods huis wordt in onze dagen (anno 2017) al jarenlang voorbereid, vooral door het Tempelinstituut te Jeruzalem.

Hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. De Mens der zonde stelt zichzelf aan de wereld voor als God. Misschien is zijn boodschap: "Ik, ja wij allen, zijn goddelijk. Ik ben God, jullie zijn goden. Het goddelijke is in ons. Dat hebben wij in het verleden op een denkbeeldig buitenaards wezen geprojecteerd, met alle nare gevolgen van dien: godsdienstoorlogen, terreuraanslagen. God is echter niet buiten ons, maar in ons; wij zijn goden, ik ben God. Wij moeten niet een externe God dienen, maar onszelf, ons als mensheid." Deze woorden zijn verdicht. Het is ook mogelijk dat de Mens der zonde alleen zichzelf als goddelijk voorstelt, niet zijn medemensen.

2 Thess. 2:5. Herinnert u.

2Th 2:5 Herinnert u zich niet dat ik u dit gezegd heb, toen ik nog bij u was? (Telos)

In de korte tijd dat Paulus bij de Thessalonikers was geweest, had hij daarover gesproken.

2 Thess. 2:6-7. Tegenhouding.

2Th 2:6 En nu, u weet wat hem tegenhoudt, opdat hij geopenbaard wordt op zijn tijd. 2Th 2:7 Want de verborgenheid van de wetteloosheid werkt al. Alleen hij die nu tegenhoudt, blijft totdat hij weggenomen wordt. (TELOS)

Wat hem tegenhoudt .... hij die nu tegenhoudt. Sommigen zien hierin twee tegenhouders[8]: een wat dat tegenhoudt en een wie die tegenhoudt. De zaak (het 'wat') die tegenhoudt is de gemeente van God op aarde[9], de persoon (de 'wie) die tegenhoudt is de Heilige Geest, die in de Gemeente woont en met de Gemeente wordt weggenomen van de aarde. De Heilige Geest woont in en werkt door de gemeente van Christus. De gemeente is smaakverbeterend en bederfwerend zout.

Mt 5:13  U bent het zout van de aarde; als nu het zout smakeloos wordt, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertreden te worden. (Telos)

Mr 9:50  Het zout is goed; als nu het zout zouteloos wordt, waarmee zult u het smakelijk maken? Hebt zout in uzelf en houdt vrede onder elkaar. (Telos)

Col 4:6  Laat uw woord altijd in genade zijn, met zout besprengd, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden. (Telos)

Een andere opvatting omtrent de identiteit van de weerhouder is dat deze de engel Michaël is. Dit denkbeeld wordt onder andere door het "weggenomen worden" minder waarschijnlijk gemaakt.

2 Thess. 2:8. Openbaring en ondergang.

2Th 2:8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en te niet doen door de verschijning van zijn komst; (Telos)

De wetteloze. De derde benaming: 1. de mens der zonde, 2. de zoon van het verderf, 3. de wetteloze. Zonde is wetteloosheid.

1Jo 3:4 Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; en de zonde is de wetteloosheid. (TELOS)

Het verzet van de Mens der zonde tegen God is tevens een verzet tegen de geboden van God. Een dergelijk verzet wordt verwoord in Ps. 2:3

Ps 2:3 Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. (SV)

De wetteloze is tegen de wet van God. Hij stelt zichzelf de wet (autonomie), of aanvaardt misschien alleen door een meerderheid van mensen opgestelde wetten (democratie).

Verteren door de adem van zijn mond en te niet doen door de verschijning van zijn komst. De ondergang van de Wetteloze is geen hevige worsteling. Het gebeurt door iets schijnbaar gerings; niet door de sterke arm van God, maar de door adem van 's Heren mond. Alsof een zucht van zijn mond, een ademtocht, voldoende is.

Verschijning van zijn komst. Zijn zichtbare verschijning in deze wereld.

2 Thess. 2:9. Zijn komst.

2Th 2:9 hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, (Telos)

Hem, wiens komst. Dat is de komst van de Wetteloze.

Allerlei kracht en tegen en wonderen van de leugen. De satan is een leugenaar. Hij kan door de dienst van de Wetteloze allerlei kracht en tekenen en wonderen doen.

2 Thess. 2:10. Voor hen die verloren gaan.

2Th 2:10 en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid voor hen die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden. (Telos)

Met allerlei bedrog. In tegenstelling tot de wetteloze was er bij Paulus geen leugen of bedrog: 1Th 2:3 Want onze vermaning was niet uit bedrog, noch uit onreinheid, noch met list.

Hen die verloren gaan. Maar de gelovige Thessalonikers waren "verkoren tot behoudenis" (vers 13).

2 Thess. 2:11-12. Werking van de dwaling een oordeel.

2Th 2:11 En daarom zendt God hun een werking van de dwaling om de leugen te geloven, 2Th 2:12 opdat allen geoordeeld worden die de waarheid niet hebben geloofd, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid. (Telos)

Een werking van de dwaling.

De werking van de dwaling die met de komst van de Wetteloze komt, is door God gezonden. Zij is een straf van Godswege. De werking van de satan en het optreden van de Wetteloze staan onder regie van God. Hij staat toe, Hij verhindert, Hij beperkt of laat vrij.

Misleiding is een kenmerk van de eindtijd. Valse messiassen en profeten is het eerste waarvoor de Heer zijn leerlingen waarschuwt als het gaat om de voortekenen van Zijn wederkomst. De eerste onheilsruiter uit de Openbaring is een boogschutter, die erop trekt om te overwinnen. De boze kan ons misleidende denkbeelden zenden. Ons geloof beschermt ons daartegen.

Efe 6:16 terwijl u bovenal het schild van het geloof hebt opgenomen, waarmee u al de brandende pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. (TELOS)

Waar het schil van het gelooft ontbreekt, kunnen we makkelijk worden misleid. De satan is degene "die het hele aardrijk misleid" (Opb. 12:9).

Die de waarheid niet hebben geloofd. Tegenover hun ongeloof en ongehoorzaamheid staat het geloof van de heiligen in Thessalonika.

2Th 1:8  in vlammend vuur, als Hij wraak brengt over hen die God niet kennen en over hen die het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen. ... 2Th 1:10  wanneer Hij komt om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die hebben geloofd; want ons getuigenis aan u is geloofd geworden. (Telos)

2 Thess. 2:13

2Th 2:13 Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door de Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis, in heiliging van [de] Geest en geloof van de waarheid, (Telos)

Verkoren tot behoudenis. God heeft ze bestemd om behouden te worden.

1Th 1:10  en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn. (Telos)

1Th 5:9 want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de behoudenis door onze Heer Jezus Christus, (Telos)

Tegenover de gelovige Thessalonikers staan "hen die verloren gaan" (vers 10).

In heiliging van [de] Geest. Wellicht ook 'geest' (menselijke geest) in plaats van 'Geest' (Gods Geest). Vergelijk:

1Th 5:23 Moge nu de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen en moge geheel uw geest en ziel en lichaam onberispelijk worden bewaard bij de komst van onze Heer Jezus Christus. (TELOS)

Dat onze geest geen dwalingen houdt.

2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)

2 Thess. 2:14

2Th 2:14 waartoe Hij u door ons evangelie ook geroepen heeft, tot verkrijging van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus. (Telos)

Tot verkrijging van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus. God heeft ons verkoren tot behoudenis. Dat betekent dat wij zullen ontkomen aan Gods toorn. Doch ons heil behelst meer dan redding en bewaring. Wij zullen verheerlijkt worden, ja, onze heerlijkheid is die van onze Heer Jezus Christus. Dat is een grote heerlijkheid.

2 Thess. 2:15

2Th 2:15 Daarom, broeders, staat vast en houdt de inzettingen die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onze brief. (Telos)

Staat vast. Dit staat tegenover wankelen, vallen, struikelen.

2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)

Ons woord ... onze brief. Mondeling of schriftelijk, dus hetzij door onze mondelinge prediking of boodschap, hetzij door onze (geschreven) brief.

2 Thess. 2:16-17

2Th 2:16  En moge onze Heer Jezus Christus Zelf, en God onze Vader die ons heeft liefgehad en ons eeuwige vertroosting en goede hoop door genade heeft gegeven, 2Th 2:17 uw harten vertroostten en u versterken in alle goed werk en woord. (Telos)

God onze Vader die ons heeft liefgehad.

2Th 2:13 Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door [de] Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis, in heiliging van de Geest en geloof van de waarheid, (TELOS)

De Heer Jezus heeft tot zijn leerlingen gezegd:

Joh 16:27 want de Vader Zelf heeft u lief, omdat u Mij hebt liefgehad en geloofd hebt dat Ik van God ben uitgegaan. (TELOS)

Eeuwige vertroosting. Tegenover de kortstondige verdrukking, die de Thessalonicenzen leden, staat een eeuwige vertroosting.

Goede hoop. Elementen van deze goede hoop: 1) redding van de toekomende toorn, 2) verkrijgen van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus.

Door genade. Door Gods goedgunstigheid, niet op grond van onze verdiensten.

Uw harten vertroosten. De brief wil niet alleen eenheid misvatting wegnemen, maar ook vertroosten. Ook met de eerste brief wilde Paulus een woord van troost zenden, voor hen die geliefden hadden verloren door de dood voordat de Heer terug gekomen was.

Voetnoten

  1. Over deze kwestie, zie G.H. Kramer, De dag van de Heer: al aangebroken of nog aanstaande? (2 Thess. 2:2). OudeSporen.nl, 2011.
  2. Online Woordenboek Latijn/Nederlands, s.v. dicessio
  3. Aldus Bob Ulrich, in: Ask Gary: The Rapture and the Restrainer, Youtube.com: Prophecy Watchers, 10 april 2020, vanaf 14 min 10 sec.
  4. De theoloog Andy Woods geeft in zijn boekje The Falling Away: Spiritual Departure of Physical Rapture?: A Second Look at 2 Thessalonians 2:3 (2018), 10 uitleg- en geschiedkundige argumenten voor de stelling dat Paulus op fysiek vertrek duidt. De beknopte weergave van de argumenten in Andy Woods: The Apostasy Controversy (Youtube.com: Prophecy Watchers, 26 apr. 2017. Duur: 28 min. 30 sec.) Ook Gary Stearman is van mening dat Paulus de opneming van de gemeente aanduidt. Ook volgens Patric Heron en Johan Malan ziet deze ‘afval’ op de opname, zie http://www.raptureready.com/soap/anomaly.html.
  5. Zie http://perseus.uchicago.edu/cgi-bin/philologic/getobject.pl?c.7:10:15.LSJ.1873894
  6. De theoloog Andy Woods geeft in zijn boekje The Falling Away: Spiritual Departure of Physical Rapture?: A Second Look at 2 Thessalonians 2:3 (2018), 10 uitleg- en geschiedkundige argumenten voor de stelling dat Paulus op fysiek vertrek duidt. De beknopte weergave van de argumenten in Andy Woods: The Apostasy Controversy (Youtube.com: Prophecy Watchers, 26 apr. 2017. Duur: 28 min. 30 sec.)
  7. D. Harting, Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament (1861-1863). Opgenomen als Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament in Online Bible (uitgeverij Importantia). Voorbeelden van 'gaan' worden vermeld in Griechisch-Deutsch Strongs Lexikon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  8. Wim Zwitser, De komst van Christus en de opname van de Gemeente. Lezing in Veenendaal (NL), 10 juni 2017.
  9. Wim Zwitser, zie andere voetnoot, en Dato Steenhuis denken aan de Gemeente van God.