Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 23

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 2 feb 2021 om 11:02 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Luk. 23:1 == Lu 23:1  En de hele massa van hen stond op en leidde Hem voor Pilatus. (Telos) '''De hele massa van hen.''' Te weten oud...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Evangelie naar Lukas > Hoofdstuk 23
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Evangelie naar Lukas:


Hoofdstuk 23 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Luk. 23:1

Lu 23:1  En de hele massa van hen stond op en leidde Hem voor Pilatus. (Telos)

De hele massa van hen. Te weten oudsten, overpriesters en schriftgeleerden (22:66). Vgl. vers 4, "de menigten".

Luk. 23:2

Lu 23:2  Zij nu begonnen Hem te beschuldigen en zeiden: Wij hebben bevonden dat Deze onze natie afkerig maakt en verbiedt de keizer belasting te betalen en van Zichzelf zegt dat Hij Christus is, een koning. (Telos)

Beschuldigen. Ook later, voor Herodes (vers 10).

Dat Deze onze natie afkerig maakt. Zie ook vers 5.

En van Zichzelf zegt dat Hij Christus is. En dat zijn beschuldigers niet geloven, zoals Jezus hun heeft voorzegd (22:67).

Een koning. De Joden verwachtten dat de Christus een koning zou zijn. Maar het woord "koning" moet de stadhouder Pilatus wel aanspreken.

Luk. 23:3

Lu 23:3  Pilatus nu vroeg Hem aldus: Bent U de koning der Joden? Hij nu antwoordde hem en zei: U zegt het. (Telos)

Bent u de koning der Joden? Pilatus haakt aan op het woord van de beschuldigers, dat Jezus beweert "een koning" (vers 2) te zijn.

U zegt het. Vgl. 22:70-71.

Lu 22:70  Zij nu zeiden allen: Bent U dan de Zoon van God? Hij nu zei tot hen: U zegt dat Ik het ben.  Lu 22:71  Zij echter zeiden: Waarom hebben wij nog getuigenis nodig? Want wij hebben het zelf uit zijn mond gehoord. (Telos)

Luk. 23:4

Lu 23:4  Pilatus nu zei tot de overpriesters en de menigten: Ik vind geen schuld in deze mens. (Telos)

Tot de overpriesters. Die wellicht vooraan stonden onder de beschuldigers, zie vers 10, waar ze als eerste worden genoemd.

De menigten. Zie vers 1, "de hele massa van hen".

Luk. 23:5

Lu 23:5  Zij hielden echter aan en zeiden: Hij zet het volk op door zijn leren in heel Judea, waarmee Hij is begonnen van Galilea tot hiertoe. (Telos)

Hij zet het volk op. Zie ook vers 2. Jezus' hekelde de huichelarij en de valse leer van zijn tegenstanders (farizeeën, sadduceeën). Dit moet hen gestoken hebben. Maar de zaak die zij aanhangig maken betreft Jezus' leer met betrekking tot de houding tegenover de overheid. Hij maakt het volk geenszins afkering, zette het niet op tegen de Romeinen.

Luk. 23:11

Lu 23:11  Nadat nu ook Herodes met zijn soldaten Hem verachtelijk had behandeld en bespot, deed hij Hem een prachtig kleed om en zond Hem terug naar Pilatus. (Telos)

Nu ook Herodes enz. Kon Herodes het niet velen dat Jezus niets antwoordde op zijn ondervraging? Ook Herodes behandelt Jezus naar de bewering dat Hij koning zou zijn.