Leviticus 11

Uit Christipedia

Leviticus 11 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.

Hoofdstukken samengevat en/of verzen ervan becommentarieerd:
Leviticus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27.

Samenvatting

Over reine en onreine dieren. 1-8 Reine en onreine landdieren. 9-12 Reine en onreine waterdieren. 13-19 Onrein gevogelte. 20-25 Onrein kruipend gevogelte. 26 Hoeven moeten geheel gespleten zijn. 27-28 Zoolgangers onrein. 29-45 Onrein kruipend gedierte (dat veel in woningen voorkomt). 46-47 Samenvatting.

(On)reine landdieren (1-8)

Dier Herkauwen Gespleten hoeven (On)rein
X X rein
kameel X onrein
klipdas X onrein
haas X onrein
varken X onrein

44

Le 11:44  Want Ik ben de HEERE, uw God; daarom zult gij u heiligen, en heilig zijn, dewijl Ik heilig ben; en gij zult uw ziel niet verontreinigen aan enig kruipend gedierte, dat zich op de aarde roert. (SV)

Flp 3:17 Weest samen mijn navolgers, broeders, en ziet op hen die zo wandelen als u ons tot voorbeeld hebt. Flp 3:18  Want velen wandelen, van wie ik u dikwijls heb gezegd en nu ook wenend zeg, dat zij de vijanden van het kruis van Christus zijn; Flp 3:19  hun einde is het verderf, hun God is de buik en hun heerlijkheid is in hun schande; zij bedenken de aardse dingen. Flp 3:20  Want ons burgerschap is in de hemelen, waaruit wij ook de Heer Jezus Christus als Heiland verwachten, (Telos)

Beschouwing

Lev. 11 – 15 bevatten reinigingswetten, die over rituele onreinheid gaan. Lev. 11 gaat over verontreiniging van buiten af, door onze omgeving; Lev 12 – 15 gaat over verontreiniging van binnen uit of onreinheid die zich vertoont aan de huid of aan kleding. We zien dat de onreinheid (zinnebeeld van de zonde) scheiding brengt ten opzichte van God en ten opzicht van de medemens.

In Lev. 11 handelt over de onreinheid die we oplopen uit onze omgeving. opgelopen wordt door het eten en aanraken van uitwendige dingen; verontreinigingen die van buitenaf komen, uit onze omgeving: verontreiniging door iets dat een mens van buiten hemzelf tot zich neemt. Bijvoorbeeld door onreine dieren te eten of de aanraking van een dood aas. Deze onreinheid kunnen we vermijden door ons te bepalen tot het goede dat God heeft goedgekeurd.

In Lev 12 en 13 gaat het over verontreiniging die uit het menselijk lichaam zelf voortkomt. De zondige natuur van de mens brengt voort wat hem verontreinigt. In Lev. 13-14 zien we de onreinheid naar buiten uitbreken in de verschillende vormen van huidaandoeningen en andere abnormaliteiten aan de buitenkant. In Lev 15 gaat het over lichamelijk uitvloeisels verbonden met de voortplanting.

Menselijke oergeschiedenis. In Genesis zien we historisch dezelfde volgorde. Een kruipend dier, dat in Leviticus onrein wordt verklaard, verontreinigde, toen het trouwens nog poten had, de mens in de zondeval. Na de zondeval vinden we de geboorte van mensenkinderen. Daarna zien we de zonde van binnenuit uitbreken in de nijd en boosheid van Kain tegenover zijn broer Abel.