Leviticus 27
Leviticus 27 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.
Hoofdstukken samengevat en/of verzen ervan becommentarieerd: ■ Leviticus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27. |
Samenvatting
Wet op de geloften: wijding, schatting en lossing van mensen, vee, huis of grond. 1-8 Heeft iemand bij een gelofte een mens aan God gewijd (geheiligd), dan moet de aldus gewijde naar gelang van zijn leeftijd en geslacht volgens een vast tarief gelost worden. Is hij die hem gewijd heeft te arm, dan stelle de priester de prijs vast. 9-10 Wat te doen, als iemand een offerbaar aan God gewijd heeft. 11-13 Of een onrein dier. 14-15 Wat, als iemand zijn huis aan God heeft gewijd, 16-21 of een erfakker, 22-24 of een gekochte akker; 25 het bedrag van de schatting worde steeds uitgedrukt in heilige sikkels. 26-27 Eerstgeborenen van het vee kunnen niet bij een gelofte gewijd worden. 28-29 Al wat met de ban belegd is mag verkocht noch gelost worden, en een met de ban belegd mens moet zeker ter dood gebracht worden. 30-33 Tienden van het land, van zaaigoed, van boomvruchten en van het vee zijn heilig en mogen dus noch verruild noch gelost worden. Bij lossing van de stoffelijke tienden moet een vijfde deel worden toegevoegd. 34 Onderschrift.
2
2 Le 27:2 Spreek tot de kinderen Israëls, en zeg tot hen: Wanneer iemand een gelofte zal afgezonderd hebben, naar uw schatting zullen de zielen des HEEREN zijn. (SV)
Een gelofte zal afgezonderd hebben. Bij gelofte een ziel aan Jahweh gewijd, geheiligd, zal hebben.
Schatting. Waardeschatting, waardebepaling. De waarde van een geheiligde ziel moest bepaald worden. Aangezien men een ziel, een mens, niet letterlijk afstaat, moet men de geschatte waarde betalen (dit heet ‘lossen’)[1].
8
8 Maar zo hij armer is, dan uw schatting, zo zal hij zich voor het aangezicht des priesters zetten, opdat de priester hem schatte; naar dat de hand desgenen, die de gelofte gedaan heeft, zal kunnen bekomen, zal de priester hem schatten. (SV)
Armer is, dan uw schatting. Te arm om de geschatte waarde te betalen.
Naar dat de hand desgenen, die de gelofte gedaan heeft, zal kunnen bekomen, zal de priester hem schatten. Er volgt dus een herschatting, een nadere schatting, waarbij de priester het vermogen schat van hem die de gelofte heeft afgelegd: de priester houdt rekening houdt met voor hem binnen handbereik ligt, wat hij kan verkrijgen, verdienen om er de schatting mee te betalen.
Nabeschouwing (1-8)
Leeftijd | Man | Vrouw |
---|---|---|
1 maand - 5 jaar | 5 sikkels - Lev. 27:6 | 3 sikkels - Lev. 27:6 |
5 - 20 jaar | 20 sikkels - Lev. 27:5 | 10 sikkels - Lev. 27:5 |
20 - 60 jaar | 50 sikkels - Lev. 27:3 | 30 sikkels - Lev. 27:4 |
> 60 jaar | 15 sikkels - Lev. 27:7 | 10 sikkels - Lev. 27:7 |
Een kind jonger dan een maand telt niet mee. Misschien wegens de hoge kindersterfte[2]: men zou betalen voor een ziel die kort daarna zou sterven.
16
16 Indien ook iemand van de akker van zijn bezitting Jahweh wat geheiligd zal hebben, zo zal uw schatting zijn naar zijn zaad; een homer gerstezaad zal zijn op vijftig sikkelen zilvers.(CP[3])
Van de akker van zijn bezitting ... wat geheiligd zal hebben. Niet de hele akker, maar een deel ervan.
Naar zijn zaad. Naar de hoeveelheid zaad, het zaaigoed, dat voor het bezaaien van de akker nodig is.
Een homer gerstezaad. Ongeveer 220 liter gerstezaad; zie Homer. Wie bijvoorbeeld een stuk land aan God wijdt waarvoor, om gerst te verbouwen en te oogsten, 1,5 homer oftewel 330 liter zaaigoed nodig is, kan tegen betaling van 75 zilveren sikkels het land lossen (vrijkopen, terugkopen) en daarmee voor zichzelf behouden.
18
18 Maar zo hij zijn akker na het jubeljaar geheiligd zal hebben, dan zal hem de priester het geld rekenen, naar de jaren, die nog overig zijn tot het jubeljaar; en het zal van uw schatting afgetrokken worden.(SV)
Naar de jaren, die nog overig zijn tot het jubeljaar; en het zal van uw schatting afgetrokken worden. Een jubeljaar was om de vijftig jaar. Hoe dichter men bij het aanstaande jubeljaar was, hoe meer er afgetrokken moest worden van de op grond van het benodigde zaaigoed geschatte som (de volle schattingsprijs, waarover het in vers 17 gaat) en dus hoe lager de schattingsprijs werd die betaald moest worden.
19
19 En indien hij, die de akker geheiligd heeft, hem geheel lossen zal, zo zal hij een vijfde deel van het geld van uw schatting daarboven toedoen, en dezelve zal hem gevestigd zijn. (CP[3])
Die geheel lossen zal. De gehele akker, niet slechts een deel (16).
25
25 Al uw schatting nu zal naar den sikkel des heiligdoms geschieden; de sikkel zal zijn van twintig gera.(SV)
De sikkel zal zijn van twintig gera. De sikkel van het heiligdom heeft de waarde van twintig gera.
26
26 Maar het eerstgeborene, dat den HEERE van een beest eerstgeboren wordt, dat zal niemand heiligen; hetzij een os, of klein vee, het is des HEEREN. (SV)
Dat zal niemand heiligen. Dat zal niemand aan God wijden, want het is al van Hem en voor Hem bestemd.
Bron
Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Lev. 27 is onder wijziging verwerkt op 26 apr. 2023.
Voetnoten
- ↑ Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987).
- ↑ "Waarschijnlijk wegens de hoge kindersterfte", aldus Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987).
- ↑ 3,0 3,1 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.