Leviticus 7
Leviticus 7 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.
Hoofdstukken samengevat en/of verzen ervan becommentarieerd: ■ Leviticus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27. |
Samenvatting
In het kort: het schuld- en het dankoffer, verbod op het eten van vet en bloed. 1-6 Wet van het schuldoffer. 7-9 Wat van de overige offers voor de priesters is. 11-15 Wet van het dankoffer: het lofoffer. 16-21 Wet van het dankoffer: gelofteoffer of vrijwillig offer. 22-25 Verbod op vet eten. 26-38 Verbod bloed te eten.
8
Le 7:8 Ook de priester, die iemands brandoffer offert, die priester zal de huid van het brandoffer hebben, dat hij geofferd heeft. (CP[1])
Die priester zal de huid van het brandoffer hebben.
Ro 13:14 maar doet de Heer Jezus Christus aan, en wijdt geen zorg aan het vlees om aan begeerten te voldoen. (Telos)
Ga 3:27 Want u allen die tot Christus bent gedoopt, hebt Christus aangedaan. (Telos)
Efe 4:24 en de nieuwe mens hebt aangedaan, die overeenkomstig God geschapen is in ware gerechtigheid en heiligheid. (Telos)
Col 3:10 en de nieuwe hebt aangedaan, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het beeld van Hem die hem geschapen heeft. (Telos)
18
Le 7:18 Want zo enigszins van dat vlees van zijn dankoffer op de derde dag gegeten wordt, die dat geofferd heeft, zal niet aangenaam zijn; het zal hem niet toegerekend worden, het zal een afgrijselijk ding zijn; en de ziel, die daarvan eet, zal haar ongerechtigheid dragen. (CP[1])
Op de derde dag. Heeft de derde dag te maken met de opstanding van Christus ten derden dage, toen zijn lichaam weer levend werd?