Handelingen 28
Handelingen 28 is een hoofdstuk van Handelingen van de Apostelen, een geschrift in de Bijbel, en telt 31 verzen.
■ Hoofdstukken van Handelingen van de Apostelen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 |
■ Verzen van Handelingen 28 becommentarieerd: · 4 · 5 · 11 · 12 · 13 · 17 · 20 · 23 · 31 |
Samenvatting
1-10 Paulus op Malta. Een adderbeet doodt hem niet. Op het eiland geneest hij zieken. 11-16 Reis van Malta naar Rome. 7-31 Paulus’ prediking in Rome, waar hij twee jaren verbleef.
4
4 Toen nu de inheemsen het beest aan zijn hand zagen hangen, zeiden zij tot elkaar: Deze man is zeker een moordenaar, die, nadat hij uit de zee behouden is, de Gerechtigheid niet laat leven. (Telos)
De Gerechtigheid. Of: "de Wraak". Grieks η δικη, hē dikē. Diké is in het Griekse godendom de godin van de rechtspraak en de straffende vergelding. Zij is de dochter van de Griekse oppergod Zeus en Themia (= wet, vonnis). In het Latijn heet zij Justitia. Er is een Grieks grafschrift bekend over iemand die ontsnapte aan wind en zee, maar daarna, terwijl hij sliep op het strand, door een adder werd doodgebeten. Het grafschrift van de ongelukkige zegt: "Waarom streed hij vergeefs tegen de golven, niet ontkwam hij aan het lot dat hij op het vasteland moest ondergaan".[1]
Sommige uitleggers [2] echter denken aan een andere godin, Némesis, die zorgt voor rechtvaardige verdeling en vergelding.
5
5 Hij dan schudde het beest af in het vuur en ondervond niets kwaads. (Telos)
En ondervond niets kwaads. Een goddelijk wonder van bewaring, het tweede op deze reis, na de behoudenis uit de schipbreuk.
11
11 Na drie maanden nu voeren wij af op een schip dat op het eiland had overwinterd, een Alexandrijns schip met de Dioscuren als kenteken. (Telos)
Dioscuren. Tweelingzonen van de Griekse oppergod Zeus, genaamd Castor en Polluz; zie Dioscuren.
12
12 En in Syracuse aangekomen bleven wij daar drie dagen, (Telos)
Syracuse. Een stad gelegen op het Italiaanse eiland Sicilië; zie Syracuse.
13
13 vanwaar wij omvoeren en in Rhegium aankwamen; en toen na een dag een zuidenwind opstak, kwamen wij de tweede dag in Puteoli, (Telos)
Rhegium. Gelegen op de punt van de Italiaanse 'laars'; zie Rhegium.
17
17 Het gebeurde nu na drie dagen, dat hij hen samenriep die de voornaamsten van de Joden waren; en toen zij waren samengekomen, zei hij tot hen: Mannen broeders, hoewel ik niets heb gedaan tegen het volk of de voorvaderlijke gebruiken, ben ik als gevangene uit Jeruzalem overgeleverd in de handen van de Romeinen, (Telos)
Voornaamsten. Gr. protous, van protos, hetzelfde woord “protos” als eerder bij Publius, de 'voornaamste' van Malta (vs. 7). Tussen haakjes, ‘premier’ betekent ook ‘eerste’. Het gaat om een bestuurder en leider.
20
20 Om die reden dan heb ik u bij mij geroepen om u te zien en toe te spreken; want vanwege de hoop van Israel heb ik deze keten om. (Telos)
De hoop van Israël. De hoop op de opstanding.
Hnd 23:6 Daar nu Paulus wist dat het ene deel uit sadduceeen en het andere uit farizeeen bestond, riep hij in de Raad: Mannen broeders, ik ben een farizeeer, een zoon van farizeeen; over de hoop en de opstanding van de doden sta ik terecht. (Telos)
Hnd 24:15 en hoop op God heb-welke hoop zij ook zelf verwachten-dat er een opstanding zal zijn zowel van rechtvaardigen als van onrechtvaardigen. (Telos)
Hnd 26:6 En nu sta ik terecht wegens de hoop van de belofte door God aan onze vaderen gedaan, Hnd 26:7 waartoe onze twaalf stammen, terwijl zij vurig nacht en dag God dienen, hopen te komen; over deze hoop, O koning, word ik door de Joden beschuldigd. Hnd 26:8 Waarom wordt het bij u allen ongelofelijk geoordeeld als God doden opwekt? (Telos)
23
23 Nadat zij nu voor hem een dag hadden bepaald, kwamen er nog meer bij hem in zijn verblijf, aan wie hij het koninkrijk van God uitlegde en betuigde, terwijl hij hen trachtte te overtuigen aangaande Jezus, zowel uit de wet van Mozes als uit de profeten, van ‘s morgens vroeg tot de avond toe. (Telos)
Hij het koninkrijk van God uitlegde en betuigde. Zie vs. 31.
Terwijl hij hen trachtte te overtuigen aangaande Jezus. Zie vs. 31.
31
31 predikte het koninkrijk van God en leerde aangaande de Heer Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, ongehinderd. (Telos)
Predikte het koninkrijk van God. Zie vs. 23.
Leerde aangaande de Heer Jezus Christus. Zie vs. 23.
Hnd 5:42 En zij hielden niet op elke dag in de tempel en aan huis te leren en te verkondigen dat Jezus de Christus is. (Telos)
Hnd 23:11 De volgende nacht nu stond de Heer bij hem en zei: Heb goede moed, want zoals je in Jeruzalem van Mij hebt betuigd, zo moet je ook in Rome getuigen. (Telos)