Handelingen 5
Handelingen 5 is een hoofdstuk van Handelingen van de Apostelen, een geschrift in de Bijbel, en telt 42 verzen.
■ Hoofdstukken van Handelingen van de Apostelen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 |
■ Verzen van Handelingen 5 becommentarieerd: · 2 · 3 · 5 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 |
Samenvatting
1-11 De discipelen Ananias en Saffira om hun bedrog met de dood gestraft door God. 12-16 De apostelen doen vele tekenen en wonderen (van genezing) onder het volk. 17-24 De apostelen worden gevangen gezet, maar door een engel bevrijd. Ze hadden hun onderwijs in de tempel. 25-42 De apostelen worden voor de Raad gebracht. De wetgeleerde Gamaliël waarschuwt de Raad en pleit ervoor de apostelen te laten begaan. Na gegeseld te zijn en bevolen te zijn niet te spreken in de naam van Jezus, worden zij losgelaten. Hun verkondiging gaat echter door.
2
2 en hield iets van de opbrengst achter met medeweten van zijn vrouw, en hij bracht een deel en legde het aan de voeten van de apostelen. (Telos)
En hij bracht een deel en legde het aan aan de voeten van de apostelen. Hij zei dat hij de (gehele) opbrengst bracht (vgl. vers 8), maar het was in werkelijkheid een déél van de opbrengst. Hij loog.
3
3 Petrus echter zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld om te liegen tegen de Heilige Geest en van de opbrengst van het land achter te houden? (Telos)
Petrus. Deze leerling van Jezus had zelf gelogen toen hij beweerde Jezus niet te kennen. Toen hij de leugen aan de kaak stelde, kon hij zien op zichzelf.
Ga 6:1 Broeders, zelfs als iemand door een overtreding overvallen wordt, brengt u die geestelijk bent zo iemand terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf, opdat ook u niet in verzoeking komt. (Telos)
5
5 Toen nu Ananias deze woorden hoorde, viel hij neer en stierf. En er kwam grote vrees over allen die het hoorden. (Telos)
Viel hij neer en stierf. Dat is een oordeel en tuchtiging van Godswege. God is goedertieren en vergevend, doch ook heilig. In de wanordelijke gemeente te Korinthe greep God in:
1Co 11:27 Daarom, wie op onwaardige wijze het brood eet of de drinkbeker van de Heer drinkt, zal schuldig zijn aan het lichaam en het bloed van de Heer. 1Co 11:28 Maar laat men zichzelf beproeven en zo eten van het brood en drinken van de drinkbeker. 1Co 11:29 Want wie eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, als hij niet het lichaam van de Heer onderscheidt. 1Co 11:30 Daarom zijn er onder u vele zwakken en zieken en nogal velen zijn ontslapen. 1Co 11:31 Als wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet geoordeeld worden; 1Co 11:32 maar als wij geoordeeld worden, dan worden wij door de Heer getuchtigd, opdat wij niet met de wereld veroordeeld worden. 1Co 11:33 Daarom, mijn broeders, als u samenkomt om te eten, wacht op elkaar. 1Co 11:34 Als iemand honger heeft, laat hij thuis eten, opdat u niet tot een oordeel samenkomt. -De overige dingen nu zal ik ordenen als ik kom. (Telos)
Zie ook de gevallen van dodelijke tuchtiging genoemd in 1 Cor. 9:27-10:11.
Grote vrees. Zie ook vs. 11. De genezing van de kreupele was een groot wonder, maar deze doodstraf ook. In beide gevallen zag men de hand van God.
11
11 En er kwam grote vrees over de hele gemeente en over allen die dit hoorden. (Telos)
Grote vrees. Zie ook vs. 5.
12
12 Door de handen van de apostelen nu gebeurden vele tekenen en wonderen onder het volk; en zij waren allen eendrachtig in de zuilengang van Salomo; (Telos)
Door de handen van de apostelen nu gebeurden vele tekenen en wonderen. Waarom de leerlingen van Jezus gebeden hadden.
Hnd 4:29 En nu, Heer, zie op hun dreigingen en geef uw slaven met alle vrijmoedigheid uw woord te spreken, Hnd 4:30 doordat U uw hand uitstrekt tot genezing en tekenen en wonderen gebeuren door de naam van uw heilige knecht Jezus. (Telos)
13
13 en van de overigen durfde niemand zich bij hen te voegen, maar het volk achtte hen hoog; (Telos)
Van de overigen durfde niemand zich bij hen te voegen. Dit moet te denken geven hen die menen dat zij het christelijke geloof en de christenen 'aantrekkelijk' voor ongelovigen moeten maken. Waren die overigen bevreesd voor de heiligheid van de apostelen, die goddelijke krachten toonden? Immers kon Petrus over Ananias en Saffira, die hadden gelogen, de doodstraf uitspreken, welke op bovennatuurlijke wijze werd voltrokken.
Maar het volk achtte hen hoog. Om hun vele goede werken van genezing en bevrijding van boze geesten, en onderlinge ondersteuning die ze aan de dag legden.
14
14 (en er werden steeds meer gelovigen de Heer toegevoegd, menigten zowel van mannen als van vrouwen;) (Telos)
Menigten. Velen, gelijk wij ook eerder lazen na de komst van de Heilige Geest en het vrijmoedige optreden van de apostelen.
15
15 zodat zij zelfs op de straten de zieken naar buiten droegen en op matrassen en bedden legden, opdat, als Petrus kwam, ook maar zijn schaduw op iemand van hen viel.(Telos)
Vergelijk:
Joh 14:12 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, omdat Ik heenga naar de Vader. (Telos)
16
16 En ook de menigte uit de steden rondom Jeruzalem kwam bijeen en zij brachten zieken en door onreine geesten gekwelden, die allen werden genezen. (Telos)
Allen werden genezen. Zonder uitzondering, gelijk bij de Meester, de Heiland, gebeurd was.
17
17 De hogepriester nu stond op en allen die bij hem waren, dat is de sekte van de sadduceeën, en zij werden vervuld met jaloersheid; (Telos)
De hogepriester. Genaamd Annas. Hij was hogepriester in Israël van 6 – 15 na Christus, maar hij voerde nog altijd de titel ‘hogepriester’ en genoot een groot prestige.
Hnd 4:5 Het gebeurde nu de volgende dag, dat hun oversten, hun oudsten en hun schriftgeleerden in Jeruzalem bijeen kwamen, Hnd 4:6 en de hogepriester Annas, Kajafas, Johannes, Alexander en allen die van het hogepriesterlijke geslacht waren. Hnd 4:7 En toen zij hen in het midden hadden geplaatst, vroegen zij: Door wat voor kracht of door wat voor naam hebt u dit gedaan? (Telos)
Dat is de sekte van de sadduceeën. Die niet aan de opstanding van doden geloofden en fel tegenstand boden tegen de leerlingen van Jezus.
Hnd 4:1 Terwijl zij nu tot het volk spraken, kwamen de priesters, de hoofdman van de tempel en de sadduceeën op hen af, (Telos)
28
28 Wij hebben U ernstig bevolen niet te leren in deze naam, en zie, u hebt Jeruzalem met uw leer vervuld en wilt over ons het bloed van deze mens brengen. (Telos)
En wilt over ons het bloed van deze mens brengen. Jezus was als godslasteraar door hen veroordeeld
Mr 14:64 U hebt de lastering gehoord; wat vindt u ervan? Zij allen nu veroordeelden Hem als de dood schuldig. (Telos)
Duizenden mensen waren inmiddels tot bekering en geloof gekomen. Zij geloofden dat de Raad onrechtvaardig geoordeeld had.
"Over ons het bloed van deze mens brengen" wil zeggen: alsof wij door dat vonnis onschuldig bloed hadden vergoten en nu Gods rechtvaardige wraak moesten vrezen. Misschien vreesden de leden van de Raad dat de bekeerlingen wraak zouden nemen.
Eerder had het verzamelde volk, in valse gerustheid en vermeende rechtvaardigheid, tegenover Pilatus geroepen:
Mt 27:25 En al het volk antwoordde en zei: Zijn bloed over ons en over onze kinderen! (Telos)
D.w.z: reken het ons maar aan, maar wij zijn ervan overtuigd dat God ons niet zal oordelen om deze lasteraar en valse Messias.
Deze mens. Zij vermijden de naam Jezus te noemen. Volgens John Gill[1] is dat niet ongebruikelijk onder de Joden. ZIj verachten de naam van Jezus, die zij voor een valse leraar, een valse Messias houden.
29
29 Petrus en de apostelen echter antwoordden en zeiden: Men moet God meer gehoorzamen dan mensen. (Telos)
Men moet God meer gehoorzamen dan mensen. Deze norm kan leiden tot 'burgerlijke ongehoorzaamheid'.
30
30 De God van onze vaderen heeft Jezus opgewekt, die u hebt omgebracht door Hem te hangen aan een hout. (Telos)
De opstanding van de Heer Jezus wordt als heilsfeit vermeld. Dat feit stond, vooral door ondervinding, in hun harten gegrift en dat moest bekend gemaakt worden.
Die u hebt omgebracht. Door de handen van de volken (Romeinse soldaten). Dit is niet in tegenspraak met:
Joh 10:17 Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven afleg, opdat Ik het weer neem. Joh 10:18 Niemand neemt het [leven - CP] van Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af; Ik heb macht het af te leggen en heb macht het weer te nemen. Dit gebod heb Ik van mijn Vader ontvangen. (Telos)
31
31 Deze heeft God als Overste Leidsman en Heiland door zijn rechterhand verhoogd om aan Israël bekering en vergeving van zonden te geven. (Telos)
Verhoogd. Met verlening van de nodige bevoegdheden.
Om aan Israël bekering en vergeving van zonden te geven. Gruwelijke verwerping van de Messias beantwoord met genadegaven.
32
32 En wij zijn getuigen van deze dingen, en ook de Heilige Geest, die God heeft gegeven aan wie Hem gehoorzamen. (Telos)
En ook de Heilige Geest. Ook Die is Getuige van deze dingen en spreekt ervan.
Joh 15:26 Maar wanneer de Voorspraak is gekomen, die Ik u zal zenden van de Vader, de Geest van de waarheid die van de Vader uitgaat, zal Die van Mij getuigen. (Telos)
Ro 8:15 Want u hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar u hebt ontvangen een geest van zoonschap, waardoor wij roepen: Abba, Vader! Ro 8:16 De Geest Zelf getuigt met onze geest, dat wij kinderen van God zijn. (Telos)
Voetnoot
- ↑ John Gill's Expositor.