Handelingen 7: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Hand. 7:45 == Hnd 7:45 En onze vaderen, na die te hebben ontvangen, brachten haar binnen met Jozua bij de inbezitneming van het land...') |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboekpagina=Handelingen van de apostelen|Bijbelboek=Handelingen|Aantalverzen=60}} |
|||
{{Commentaar hoofdstuk}} |
|||
⚫ | |||
⚫ | |||
Hnd 7:45 En onze vaderen, na die te hebben ontvangen, brachten haar binnen met Jozua bij de inbezitneming van het land van de volken die God van voor onze vaderen uitdreef; tot op de dagen van David, (Telos) |
Hnd 7:45 En onze vaderen, na die te hebben ontvangen, brachten haar binnen met Jozua bij de inbezitneming van het land van de volken die God van voor onze vaderen uitdreef; tot op de dagen van David, (Telos) |
||
'''Jozua.''' Men kan ook vertalen 'Jezus', maar waarschijnlijk doelde Stefanus op de veldheer [[Jozua (zoon van Nun)|Jozua]], de opvolger van [[Mozes]]; vgl. Hebr. 4:8. |
'''Jozua.''' Men kan ook vertalen 'Jezus', maar waarschijnlijk doelde Stefanus op de veldheer [[Jozua (zoon van Nun)|Jozua]], de opvolger van [[Mozes]]; vgl. Hebr. 4:8. |
Versie van 19 feb 2023 18:35
Handelingen 7 is een hoofdstuk van Handelingen van de Apostelen, een geschrift in de Bijbel, en telt 60 verzen.
■ Hoofdstukken van Handelingen van de Apostelen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28
Het maximum aantal herhalingen is uitgevoerd
|
■ Verzen van Handelingen 7 becommentarieerd: Het maximum aantal herhalingen is uitgevoerd
|
45
Hnd 7:45 En onze vaderen, na die te hebben ontvangen, brachten haar binnen met Jozua bij de inbezitneming van het land van de volken die God van voor onze vaderen uitdreef; tot op de dagen van David, (Telos)
Jozua. Men kan ook vertalen 'Jezus', maar waarschijnlijk doelde Stefanus op de veldheer Jozua, de opvolger van Mozes; vgl. Hebr. 4:8.
Heb 4:8 Want als Jozua hen in de rust gebracht had, zou Hij daarna niet over een andere dag gesproken hebben. (Telos)