Handelingen 2

Uit Christipedia

Handelingen 2 is een hoofdstuk van Handelingen van de Apostelen, een geschrift in de Bijbel, en telt 47 verzen.

Hoofdstukken van Handelingen van de Apostelen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28
Het maximum aantal herhalingen is uitgevoerd
Verzen van Handelingen 2 becommentarieerd:
Het maximum aantal herhalingen is uitgevoerd

2

2 En er kwam plotseling uit de hemel een geluid als van een geweldige, voortgedreven wind en deze vulde het hele huis waar zij zaten. (Telos) 

Als van een ... wind. De beloofde komst van de Heilige Geest gaat gepaard met het geluid als van een sterke wind. Over het verband tussen Geest en wind, zie Heilige Geest, § Wind.

Het geluid werd ook door buitenstaanders gehoord (vs. 6).

Deze vulde het hele huis waar zij zaten. Waarna hij de harten van de leerlingen zal vullen.

3

3  En er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen. (Telos)

Tongen als van vuur. Dat doet denken aan de voorzegging van Johannes de Doper (Matth. 3:11; Luk.3:16):

Mt 3:11  Ik doop u wel met water tot bekering; maar Hij die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens sandalen ik niet waard ben te dragen; Hij zal u dopen met de Heilige Geest en vuur; (Telos)

Sommige uitlegger maken echter onderscheid tussen de Heilige Geest en vuur. Het vuur spreekt van een verterend oordeel. Dit neemt niet weg dat de komst van Geest een vurig verschijnsel was. Het verschijnsel op de pinksterdag doet ook denken aan de neerdaling van God op de berg Sinaï: Hij "kwam neer in vuur".

Ex 19:16 En het geschiedde op den derden dag, toen het morgen was, dat er op den berg donderen en bliksemen waren, en een zware wolk, en het geluid ener zeer sterke bazuin, zodat al het volk verschrikte, dat in het leger was. Ex 19:17  En Mozes leidde het volk uit het leger, Gode tegemoet; en zij stonden aan het onderste des bergs.  Ex 19:18  En de ganse berg Sinaï rookte, omdat de HEERE op denzelven nederkwam in vuur; en zijn rook ging op, als de rook van een oven; en de ganse berg beefde zeer. (SV)

De Engel des HEEREN was eerder aan Mozes verschenen "in een vuurvlam".

Ex 3:2  En de Engel des HEEREN verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een braambos; en hij zag, en ziet, het braambos brandde in het vuur, en het braambos werd niet verteerd. (Telos)

Onze God is een verterend vuur. Een heilig Wezen nam zijn intrek in de leerlingen. Zij werden niet verteerd, doordat zij gerechtvaardigd waren door het geloof en geheiligd door Jezus' bloed. Zij werden vol van de Geest en "vurig van geest".

Die zich verdeelden. Het schijnt dat de vuurtongen eerst zich voor het ogen van leerlingen als een verzameling vertoonden en zich vervolgens over hen verdeelden. Eén Geest nam zijn intrek in hen allen.

Voor de troon van God zijn "zeven Geesten" (Opb. 1:4, 4:5), voorgesteld door zeven vurige fakkels.

Opb 4:5  En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; dit zijn de zeven Geesten van God. (Telos)

Zie ook Heilige Geest, § Vuurvlam.

4

4 En zij werden allen vervuld met [de] Heilige Geest en ze begonnen in andere talen te spreken, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. (Telos)  

Vervuld met Heilige Geest. Eerst de ruimte van hun verblijf (vs. 2), vervolgens de ruimte van hun hart.

In andere talen te spreken. Bestaande talen, zo blijkt uit vers 7, talen van de toegestroomde mensen. Talen die de leerlingen van Jezus niet kenden, maar die de Geest wel kende.

6

6 Toen nu dit geluid was ontstaan, kwam de volksmenigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. (Telos) 

Dit geluid. Niet iets dat tussen de oren van de discipelen was, maar dat door buitenstaanders vernomen was.

In verwarring. En buiten zichzelf (7). Het vreemde verschijnsel verwonderde hen (7), raakte hen, ging hun verstand te boven, bracht hen in verwarring, ze hadden er niet direct een verklaring voor. Het waren geen geleerden die spraken, maar mensen uit Galilea (7), dat achterstond bij Juda.

11

11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze talen over de grote daden van God spreken. (Telos) 

Over de grote daden van God spreken. Petrus deed dat ook. Vergelijk met wat hij in zijn eerste brief schreef:

1Pe 2:9  U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een volk tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht, (Telos)

14

14 Petrus echter stond op met de elf, verhief zijn stem en sprak hen toe: Joodse mannen en u allen die in Jeruzalem woont, dit zij u bekend en leent het oor aan mijn woorden. (Telos) 

Petrus echter stond op ..., verhef zijn stem en sprak hen toe. Moed en vrijmoedigheid heeft hij nu om te getuigen van de opgestane Messias. Welk een tegenstelling met zijn bangheid in de voorhof van de hogepriester, toen hij Jezus verloochende. Ook in Hand 4:8v. spreekt Petrus vrijmoedig en onbeschroomd.

Met de elf. Vgl. vs. 37: "zij zeiden tot Petrus en de overige apostelen.

Joodse mannen en u allen die in Jeruzalem woont. Vs. 22: "mannen van Israël, hoort deze woorden". Vs. 29: "Mannen broeders".

15

15 Want dezen zijn niet dronken, zoals u veronderstelt; want het is het derde uur van de dag. (Telos)  

Het derde uur van de dag. 's morgens 9 uur.

16

16 Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joel: (Telos) 

In Joël 2:28-32.

Joe 2:28  En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien; Joe 2:29  Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten. Joe 2:30  En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren. Joe 2:31  De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt. Joe 2:32  En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen. (SV)

Dit. "Wat u ziet en hoort" (vs. 33), dat enthousiast, wonderlijk in vreemde talen loven van God. Petrus gaat de juiste oorzakelijke verklaring verschaffen. De oorzaak, de uitstorting en werking van Gods Geest, wordt vermeld in het boek Joël.

17

17 ‘En het zal gebeuren in de laatste dagen, zegt God, dat Ik van mijn Geest zal uitstorten op alle vlees, en uw zonen en dochters zullen profeteren, en uw jongemannen zullen gezichten zien en uw ouden zullen dromen dromen. (Telos) 

Op alle vlees. Zo'n weidse uitstorting heeft nog niet plaatsgevonden. De uitstorting op de Pinksterdag was een beperkte, een voorschot van de toekomstige.

19

19 En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm. (Telos) 

Dergelijke wonderen en tekenen "in de laatste dagen" (17) hebben nog niet plaatsgevonden.

Wonderen ... in de hemel boven. Kosmische verschijnselen zoals vermeld in vs. 20.

20

20 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en luisterrijke dag van de Heer komt. (Telos)  

De grote en luisterrijke dag van de Heer. De dag van Jahweh, waarop de Heer Jezus met grote kracht en heerlijkheid en met zijn heiligen geopenbaard wordt.

Col 3:4  Wanneer Christus, uw leven, geopenbaard wordt, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. (Telos)

22

22 Mannen van Israël, hoort deze woorden: Jezus de Nazoreeer, een man, door God aan u bevestigd door krachten, wonderen en tekenen die God door Hem in uw midden heeft gedaan, zoals u zelf weet, (Telos) 

Mannen van Israël. Vs. 14: "Joodse mannen"; vs. 29: "Mannen broeders".

Hoort deze woorden. Vs. 14: "leent het oor aan mijn woorden".

Zoals u zelf weet. Dat maakt hen te meer schuldig aan Jezus' verwerping.

23

<onlyinclude>23  Hem, door de bepaalde raad en voorkennis van God overgegeven, hebt u door de hand van wettelozen aan [het kruis] gehecht en gedood. </onlyinclude>(Telos) 

Hebt u. "Mannen van Israël" (22).

Wettelozen. Romeinse soldaten, heidenen die de wet van Mozes niet hebben.

Door de hand van wettelozen aan [het kruis] gehecht en gedood. Zie vs. 36.

24

24 Hem heeft God opgewekt door de weeën van de dood te ontbinden, aangezien het niet mogelijk was dat Hij door deze werd vastgehouden. (Telos)

Hem heeft God opgewekt. Zie vs. 32.

Wij allen. Petrus en de overige (elf) apostelen (14, 37).

Weeën van de dood. De smarten en banden van de dood.

Ps 116:3  Banden van de dood hadden mij omvangen, angsten van het graf hadden mij getroffen, ik ondervond benauwdheid en verdriet. (HSV)

Te ontbinden. De smartelijke banden van dood, die hem vasthouden, los te maken.

29

29 Mannen broeders, het is geoorloofd met vrijmoedigheid tot u te spreken over de aartsvader David, dat hij en gestorven en begraven is, en zijn graf is onder ons tot op deze dag. (Telos) 

Mannen broeders. Vs. 14: "Joodse mannen"; vs. 22: "Mannen van Israël".

32

32 Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn. (Telos) 

Deze Jezus heeft God opgewekt. Vs. 24: "Hem heeft God opgewekt".

33

33 Nu Hij dan door de rechterhand van God is verhoogd en de belofte van de Heilige Geest heeft ontvangen van de Vader, heeft Hij dit uitgestort wat u en ziet en hoort. (Telos) 

Is verhoogd. Een plaats aan de rechterhand van God heeft ontvangen (34). God heeft Hem "zowel tot Heer als tot Christus gemaakt" (36).

36

36 Laat het hele huis van Israel dan zeker weten, dat God Hem zowel tot Heer als tot Christus heeft gemaakt, deze Jezus die u hebt gekruisigd. (Telos) 

Dat God Hem zowel tot Heer als tot Christus heeft gemaakt. En Hem een plaats aan Zijn rechterhand heeft gegeven (34). Dat alles is Jezus' verhoging (33).

Die u hebt gekruisigd. Indirect, door de hand van wettelozen (23). De mannen van Israël hier in Jeruzalem worden aansprakelijk gesteld voor de dood van Jezus. Zij kenden Hem en de krachten en wonderen die Hij had gedaan, door welke God Hem aan hen had bevestigd (22).

37

37 Toen zij nu dit hoorden, werden zij in het hart getroffen en zij zeiden tot Petrus en de overige apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders? (Telos)  

Zij zeiden tot Petrus en de overige apostelen. Zie vs. 14: "Petrus echter stond op met de elf".

39

39 Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen de Heer onze God ertoe zal roepen. (Telos)

Voor u is de belofte. Zie vs. 33 en 1:4.

Hnd 1:4  En terwijl Hij met hen vergaderd was, beval Hij hun zich niet van Jeruzalem te verwijderen, maar op de belofte van de Vader te wachten, die u zei Hij van Mij hebt gehoord. (Telos)

En voor uw kinderen. Vergelijk 2:17: de Geest zou worden uitgestort op alle vlees en "uw zonen en dochters zullen profeteren".

En voor allen die veraf zijn. Veraf, ten opzicht van Jeruzalem, zoals de mensen in Europa.

41

41 Zij dan die zijn woord aannamen, werden gedoopt, en er werden op die dag ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. (Telos) 

Drieduizend zielen toegevoegd. Dit is een wonderbare figuurlijke visvangst. Na de wonderbare letterlijke visvangst bij de roeping van Simon en zijn metgezellen Jakobus en Johannes, had de Heer tot Simon gezegd: "Wees niet bang, van nu aan zul je mensen vangen." (Luk. 5:10)

42

42 Zij nu bleven volharden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in de breking van het brood en in de gebeden. (Telos) 

Zij nu bleven volharden. Zie ook vs. 46.

In de leer van de apostelen. Aan hen hadden de toehoorders gevraagd: wat moeten wij doen? (37). Zij hadden nu onderwijs nodig, want er waren schokkende en ontzaglijke dingen gebeurd. De apostelen waren voor deze taak toegerust door hun Meester.

In de gemeenschap. Hun geloof en de ontvangst van de Heilige Geest verbond hen.

In de breking van het brood. De gedachtenisviering van het lijden, het verlossingswerk van de Messias.

De gebeden. Waarmee de apostelen na Jezus' hemelvaart begonnen waren.

Deze vier zaken horen thuis in een christelijke gemeente.

43

43 En er kwam vrees over elke ziel, en vele wonderen en tekenen gebeurden door de apostelen <in Jeruzalem, en er was grote vrees over allen, en> (Telos)  

En er kwam vrees over elke ziel. Daar men bemerkte, te beginnen op de pinksterdag, dat God werkte en getuigenis gaf.

Heb 2:4  terwijl God bovendien meegetuigde zowel door tekenen als wonderen en allerlei krachten en uitdelingen van de Heilige Geest naar zijn wil. (Telos)

44

44 en allen nu die geloofden, waren bijeen en hadden alle dingen gemeenschappelijk, (Telos)  

Ze volharden immers in de gezamenlijke activiteiten en in de gemeenschap (42).

46

46 En met volharding waren zij dagelijks eendrachtig in de tempel en braken brood aan huis en namen samen voedsel met vreugdegejuich en eenvoud van hart, (Telos) 

Met volharding. Zie ook vs. 42.

Braken brood aan huis. Men volhardde in de broodbreking (42).

47

47 terwijl zij God prezen en gunst hadden bij het hele volk. En de Heer voegde dagelijks bijeen die behouden werden. (Telos)

En de Heer voegde dagelijks bijeen. Gelovigen horen bij elkaar, ze zijn met elkaar door de Geest verbonden, ze vormen een gemeenschap.