Handelingen 3: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboek=Handelingen}}

== Samenvatting ==
== Samenvatting ==
1-11 Bij een tempelpoort genezen Petrus en Johannes een kreupele. 12- Petrus verklaart de verbaasde omstanders de wonderbare genezing en verkondigt hun Jezus.
1-11 Bij een tempelpoort genezen Petrus en Johannes een kreupele. 12- Petrus verklaart de verbaasde omstanders de wonderbare genezing en verkondigt hun Jezus.

Versie van 18 feb 2023 22:51

Handelingen 3 is een hoofdstuk van [[{{{Bijbelboekpagina}}} | Handelingen van de Apostelen]], een geschrift in de Bijbel, en telt {{{Aantalverzen}}} verzen.

Hoofdstukken van Handelingen van de Apostelen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28
Het maximum aantal herhalingen is uitgevoerd
Verzen van Handelingen 3 becommentarieerd:
Het maximum aantal herhalingen is uitgevoerd


Samenvatting

1-11 Bij een tempelpoort genezen Petrus en Johannes een kreupele. 12- Petrus verklaart de verbaasde omstanders de wonderbare genezing en verkondigt hun Jezus.

1

1 Petrus nu en Johannes gingen op naar de tempel op het uur van het gebed, het negende; (Telos) 

Gingen op naar de tempel.

Hnd 2:46  En met volharding waren zij dagelijks eendrachtig in de tempel en braken brood aan huis en namen samen voedsel met vreugdegejuich en eenvoud van hart, (Telos)

Het negende. D.i. 's middags 15.00 uur, gerekend vanaf 6.00 uur 's ochtend.

2

2 en een man die kreupel was van de schoot van zijn moeder af, werd gedragen, die zij dagelijks neerzetten bij de deur van de tempel, de Schone geheten, om een aalmoes te vragen van hen die de tempel binnengingen. (Telos) 

De Schone. Zie vs. 10: "De Schone Poort".

4

4 Petrus nu zag hem strak aan, met Johannes, en zei: Kijk ons aan. (Telos) 

Kijk ons aan. Waarschijnlijk keek de bedelaar de voorbijgangers meestal niet aan, maar vroeg hij wel steeds om een aalmoes. Hij zat op de grond en moest de blik oprichten (5) om ze aan te kijken.

5

5 Hij nu richtte de blik op hen in de verwachting iets van hen te ontvangen. (Telos) 

Hij nu richtte de blik op hen. Omhoog kijkend waarschijnlijk.

6

6 Petrus echter zei: Zilver en goud heb ik niet; maar wat ik heb, dat geef ik u: in de naam van Jezus Christus de Nazoreeër, <sta op en> loop! (Telos) 

In de naam van Jezus Christus de Nazoreeër.

Hnd 2:38  En Petrus zei tot hen: Bekeert u, en laat ieder van u gedoopt worden in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. (Telos)

7

7 En hij greep hem bij de rechterhand en richtte hem op; en onmiddellijk werden zijn voeten en zijn enkels stevig. (Telos) 

Vermoedelijk is de Heer Jezus meermalen langs hem gelopen en zijn ook de apostelen, die dagelijks naar de tempel gingen, met hem bekend. Nu was de dag gekomen dat de kreupele genezen zou worden, door Petrus (en Johannes), in de naam van de Heer Jezus, "niet door eigen kracht of godsvrucht" (12).

8

8 En hij sprong op, ging staan en liep, en ging met hen de tempel binnen, terwijl hij liep en sprong en God prees. (Telos) 

Sprong. 2x in dit vers gemeld. Deze man deed niet eerst voorzichtige wankele stapjes, zoals men tegenwoordig ziet, maar hij sprong en liep en sprong en liep. Het viel het volk op (9).

10

10 En zij herkenden hem, dat hij het was die om een aalmoes had gezeten aan de Schone Poort van de tempel; en zij werden vervuld met verbazing en ontzetting over wat er met hem was gebeurd. (Telos) 

Verbazing en ontzetting. Ze waren "vol verbazing" (11), verwonderden zich (12).

Bij de uitstorting van de Heilige Geest raakte de volksmenigte "in verwarring" (2:6), "buiten zichzelf" (2:7, 12), ze "verwondeden zich" (2:7), "waren in verlegenheid" (2:12).

De Schone Poort. Zie vs. 2: "de Schone".

11

11 En terwijl hij Petrus en Johannes vasthield, liep al het volk gezamenlijk snel naar hen toe in de zogenaamde zuilengang van Salomo, vol verbazing. (Telos)  

Vasthield. Zijn weldoeners hield hij vast. Hij zal hen los moeten laten en leren de Heer Jezus "vast te houden".

Opb 2:13  Ik weet waar u woont, daar waar de troon van de satan is; en u houdt vast aan mijn naam en het geloof in Mij hebt u niet verloochend, zelfs niet in de dagen waarin Antipas mijn trouwe getuige was, die gedood werd bij u waar de satan woont. (Telos)

Opb 2:25  wat u echter hebt, houdt dat vast totdat Ik kom. (Telos)

Vol verbazing. "Met verbazing en ontzetting" (10).

13

13 De God van Abraham en de God van Izaak en de God van Jakob, de God van onze vaderen, heeft zijn knecht Jezus verheerlijkt, die u hebt overgeleverd en in bijzijn van Pilatus hebt verloochend, toen deze oordeelde Hem te moeten loslaten. (Telos)

Heeft zijn knecht Jezus verheerlijkt. In tegenstelling met de oneer en het leed dat mensen deze knecht hebben aangedaan.

Hebt verloochend. U hebt Hem, "de Heilige en Rechtvaardige" (14), niet als zodanig gekend en erkend, maar Hem afgewezen.

Toen deze oordeelde Hem te moeten loslaten.

Lu 23:20  Pilatus nu riep hun opnieuw toe, daar hij Jezus wilde loslaten. (...) Lu 23:22  Hij echter zei voor de derde maal tot hen: Wat heeft Deze dan voor kwaad gedaan? Ik heb geen doodschuld in Hem gevonden. Ik zal Hem dus kastijden en loslaten. (Telos)

14

14  U hebt echter de Heilige en Rechtvaardige verloochend en gevraagd dat u een moordenaar zou worden geschonken; (Telos) 

Verloochend. Niet als de Heilige en Rechtvaardige erkend, maar Hem afgewezen. Ook in vs. 13.

Dat u een moordenaar zou worden geschonken. Jezus Barabbas. Een moordenaar berooft iemand van het leven, in tegenstelling tot "de Vorst van het leven", die leven geeft.

Lu 23:18  Massaal echter schreeuwden zij het uit en zeiden: Weg met Hem, en laat ons Barabbas los! (Telos)

15

15 de Vorst van het leven echter hebt u gedood, die God heeft opgewekt uit [de] doden, van Wie wij getuigen zijn. (Telos) 

De Vorst van het leven. Die leven schenkt, tegengesteld aan de moordenaar, die het leven van iemand anders neemt.

Hebt u gedood. Middelerwijze, door de Romeinen.

Die God heeft opgewekt uit [de] doden, wie Wij wij getuigen zijn.

Hnd 2:32  Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn. (Telos)