Handelingen 9: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboekpagina=Handelingen van de apostelen|Bijbelboek=Handelingen|Aantalhoofdstukken=28|Aantalverzen=43}}
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboekpagina=Handelingen van de apostelen|Bijbelboek=Handelingen|Aantalhoofdstukken=28|Aantalverzen=43}}
== Samenvatting ==
1-22 De bekering van de vervolger Saulus van Tarsus. De zending van Ananias tot Saulus. Saulus' doop en zijn prediking van Jezus te Damascus. 23-25 Paulus ontsnapt aan een aanslag.

== 5 ==
== 5 ==
<onlyinclude><sup>5</sup> En hij zei: Wie bent U, Heer? En hij zei: Ik ben Jezus, die jij vervolgt. </onlyinclude>(Telos)
<onlyinclude><sup>5</sup> En hij zei: Wie bent U, Heer? En hij zei: Ik ben Jezus, die jij vervolgt. </onlyinclude>(Telos)
Regel 27: Regel 30:
<onlyinclude><sup>15</sup> De Heer zei echter tot hem: Ga, want deze is Mij een uitverkoren vat om mijn naam te dragen zowel voor volken als koningen en zonen van Israel; </onlyinclude>(Telos)
<onlyinclude><sup>15</sup> De Heer zei echter tot hem: Ga, want deze is Mij een uitverkoren vat om mijn naam te dragen zowel voor volken als koningen en zonen van Israel; </onlyinclude>(Telos)
'''Als koningen.''' Onder wie [[Herodes Agrippa II]] (Hand. 25). Paulus wenste later ook tegenover de keizer van Rome te getuigen.
'''Als koningen.''' Onder wie [[Herodes Agrippa II]] (Hand. 25). Paulus wenste later ook tegenover de keizer van Rome te getuigen.

== 20 ==
<onlyinclude><sup>20</sup> En terstond predikte hij in de synagogen Jezus, dat Deze de Zoon van God is. </onlyinclude>(Telos)
'''Synagogen.''' Meervoud: er waren meerdere synagogen in Damascus.

== 21 ==
<onlyinclude><sup>21</sup> En allen die het hoorden, raakten buiten zichzelf en zeiden: Is deze niet degene die in Jeruzalem hen verdelgde die deze naam aanroepen, en die daarom hier gekomen is om hen geboeid naar de overpriesters te brengen? </onlyinclude>(Telos)
Ananias, de Joden (hier) en de discipelen van Jezus waren verbaasd en verbijsterd. Trouwens, ook Saulus, na zijn ontmoeting met Jezus. Saulus' optreden vóór zijn verandering was bekend, zo blijkt uit de reactie van de Joden.

== 25 ==
<onlyinclude><sup>25</sup> Zijn discipelen echter namen hem ‘s nachts mee en lieten hem door de muur in een mand naar beneden zakken. </onlyinclude>(Telos)
'''Zijn discipelen.''' Gelovigen die van hem leerden. Hijzelf was een discipel van Jezus geworden (vgl. vers 26).

Versie van 8 mei 2023 13:41

Handelingen 9 is een hoofdstuk van Handelingen van de Apostelen, een geschrift in de Bijbel, en telt 43 verzen.

Hoofdstukken van Handelingen van de Apostelen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28
Verzen van Handelingen 9 becommentarieerd: · 5 · 6 · 8 · 9 · 11 · 14 · 15 · 20 · 21 · 25
Onderwerpen van Handelingen van de Apostelen: Onderwerpen

Samenvatting

1-22 De bekering van de vervolger Saulus van Tarsus. De zending van Ananias tot Saulus. Saulus' doop en zijn prediking van Jezus te Damascus. 23-25 Paulus ontsnapt aan een aanslag.

5

5 En hij zei: Wie bent U, Heer? En hij zei: Ik ben Jezus, die jij vervolgt. (Telos) 

En hij zei: Ik ben Jezus, die jij vervolgt. De Heer beantwoordt de vraag, maar blijft in zijn antwoord tegelijk en bij herhaling bij de zaak, de ongerechtvaardigde vervolging, die hij Saulus voorhoudt.

6

6  Maar sta op en ga de stad binnen en er zal tot je gesproken worden wat je moet doen. (Telos)  

Er zal tot je gesproken worden wat je moet doen. Waarom zegt de Heer het niet ook Zelf? Antwoord: Hij wil daarvoor een discipel gebruiken. Een tweede reden kan zijn dat Hij Saulus enkele dagen de tijd geeft om Zich te realiseren wat er gebeurd is, wat hij in onwetendheid, in geestelijke blindheid, heeft gedaan; om tot bezinning te komen en zich te bekeren bekeren; om de les van de blindheid (vs. 8) te leren.

Opb 2:21  En Ik heb haar tijd gegeven om zich te bekeren en zij wil zich niet bekeren van haar hoererij. (Telos)

In tegenstelling tot Izebel (Opb. 2:21) wilde Saulus zich wél bekeren.

8

8  Saulus nu stond op van de grond; en hoewel zijn ogen open waren, zag hij niets. En zij leidden hem bij de hand en brachten hem in Damaskus. (Telos)

Zag hij niets. Hij was met blindheid geslagen. Hij zal beseft hebben dat hij geestelijk blind was, toen hij de discipelen van 'de Weg' vervolgde en Jezus van Nazareth miskende.

9

9 En hij kon drie dagen niet zien en hij at en hij dronk niet. (Telos) 

Hij at en dronk niet. Hij vastte, en, ongetwijfeld, bezon zich, dacht aan de mensen die hij mishandeld had, bedreef rouw, beleed zijn zonden.

11

11 En de Heer zei tot hem: Sta op en ga naar de straat, de Rechte geheten, en zoek in het huis van Judas naar iemand van Tarsus, genaamd Saulus; want zie, hij bidt. (Telos) 

De Heer noemt verschillende dingen waarmee Ananias de man Saulus kan herkennen, identificeren: dienst plaats, herkomst, naam, handeling.

14

14 en hier heeft hij volmacht van de overpriesters om allen die uw naam aanroepen te boeien. (Telos)  

Te boeien. En naar Jeruzalem weg te voeren (vs. 2).

15

15 De Heer zei echter tot hem: Ga, want deze is Mij een uitverkoren vat om mijn naam te dragen zowel voor volken als koningen en zonen van Israel; (Telos) 

Als koningen. Onder wie Herodes Agrippa II (Hand. 25). Paulus wenste later ook tegenover de keizer van Rome te getuigen.

20

20 En terstond predikte hij in de synagogen Jezus, dat Deze de Zoon van God is. (Telos)  

Synagogen. Meervoud: er waren meerdere synagogen in Damascus.

21

21 En allen die het hoorden, raakten buiten zichzelf en zeiden: Is deze niet degene die in Jeruzalem hen verdelgde die deze naam aanroepen, en die daarom hier gekomen is om hen geboeid naar de overpriesters te brengen? (Telos)  

Ananias, de Joden (hier) en de discipelen van Jezus waren verbaasd en verbijsterd. Trouwens, ook Saulus, na zijn ontmoeting met Jezus. Saulus' optreden vóór zijn verandering was bekend, zo blijkt uit de reactie van de Joden.

25

25 Zijn discipelen echter namen hem ‘s nachts mee en lieten hem door de muur in een mand naar beneden zakken. (Telos)

Zijn discipelen. Gelovigen die van hem leerden. Hijzelf was een discipel van Jezus geworden (vgl. vers 26).