Job (boek)/Hoofdstuk 16

Job (boek):

• Hoofdstuk 1
• Hoofdstuk 11
• Hoofdstuk 12
• Hoofdstuk 14
• Hoofdstuk 16
• Hoofdstuk 17
• Hoofdstuk 19
• Hoofdstuk 2
• Hoofdstuk 22
• Hoofdstuk 30
• Hoofdstuk 36
• Hoofdstuk 37
• Hoofdstuk 39
• Hoofdstuk 42
• Hoofdstuk 8

---

Hoofdstuk 16 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Job 16:10

Job 16:10  Zij gapen met hun mond tegen mij; zij slaan met smaadheid op mijn kinnebakken; zij vervullen zich te zamen aan mij. (SV)

De toorn van God openbaart zich nu in een meerheid van tegenstanders.

Zij slaan met smaadheid op mijn kinnebakken. Op mijn kaak. Deze mishandeling doet denken aan die van de Heiland:

Mt 26:68  En anderen gaven Hem kinnebakslagen, zeggende: Profeteer ons, Christus, wie is het, die U geslagen heeft? (SV)

Mr 14:65  En sommigen begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen. (SV)

Mr 14:65  En sommigen begonnen Hem te bespuwen en zijn gezicht te bedekken en Hem met vuisten te slaan en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaren sloegen Hem in het gezicht. (Telos)

Mt 26:68  en zij gaven Hem kaakslagen en zeiden: Profeteer ons, Christus, wie is het die U heeft geslagen? (TELOS)