Handelingen 13: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboekpagina=Handelingen van de apostelen|Bijbelboek=Handelingen|Aantalhoofdstukken=28|Aantalverzen=52}}
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboekpagina=Handelingen van de apostelen|Bijbelboek=Handelingen|Aantalhoofdstukken=28|Aantalverzen=52}}
== Samenvatting ==
== Samenvatting ==
1-3 Barnabas en Saulus worden door de Heilige Geest uitgezonden. 4-12 Evangelieverkondiging op Cyprus. 15-49 Paulus predikt Christus in het Pisidische Antiochië.
14- Paulus' prediking in de synagoge te Antiochië in Pisidië.


== 14 ==
== 14 ==

Versie van 22 jun 2023 16:40

Handelingen 13 is een hoofdstuk van Handelingen van de Apostelen, een geschrift in de Bijbel, en telt 52 verzen.

Hoofdstukken van Handelingen van de Apostelen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28
Verzen van Handelingen 13 becommentarieerd: · 14 · 15 · 16 · 19 · 20 · 24 · 25 · 26 · 27 · 29 · 31 · 38 · 42 · 43 · 44 · 45 · 47 · 48 · 49
Onderwerpen van Handelingen van de Apostelen: Onderwerpen

Samenvatting

1-3 Barnabas en Saulus worden door de Heilige Geest uitgezonden. 4-12 Evangelieverkondiging op Cyprus. 15-49 Paulus predikt Christus in het Pisidische Antiochië.

14

14 Zij nu gingen van Perge verder en kwamen in het Pisidische Antiochië aan; en zij gingen in de synagoge op de sabbatdag en namen plaats. (Telos) 

Op de sabbatdag. Zie vs. 42.

15

15 En na het lezen van de wet en de profeten zonden de oversten van de synagoge een boodschap tot hen en zeiden: Mannen broeders, als u een woord van bemoediging voor het volk hebt, zegt het. (Telos) 

Mannen broeders. Vs. 26, 38. Vs. 16: "mannen van Israël".

16

16 En Paulus stond op, wenkte met de hand en zei: Mannen van Israel, en u die God vreest, hoort: (Telos) 

En u die God vreest. Een tweede groep toehoorders; zie ook vs. 26 en 43. Het gaat om niet-Israëlieten, niet-Joden, genoemd 'proselieten'.

19

19 en na zeven volken te hebben uitgeroeid in het land Kanaän, gaf Hij hun land hun ten erfdeel, (Telos) 

Zeven volken.

De 7:1 Wanneer u de HEERE, uw God, zal gebracht hebben in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven; en Hij vele volken voor uw aangezicht zal hebben uitgeworpen, de Hethieten, en de Girgasieten, en de Amorieten, en de Kanaänieten, en de Ferezieten, en de Hevieten, en de Jebusieten, zeven volken, die meerder en machtiger zijn dan gij; (SV)

20

20 dit is totaal ongeveer vierhonderdvijftig jaar. En daarna gaf Hij richters, tot op Samuel, de profeet. (Telos) 

Ongeveer vierhonderdvijftig jaar. Welke periode wordt precies bedoeld? Gezien vs. 17 kan men de periode laten beginnen met de verkiezing van God van de vaders van het volk Israël. De verkiezing begon met de roeping van Abraham. Op de vraag naar de periode zijn verschillende antwoorden gegeven:

  • De roeping van Abraham tot aan de richterentijd[1].
  • De geboorte van Izak tot het begin van de richterentijd[2].
  • De uittocht uit Egypte tot de dood van Samuël[2]. Tegenwerping: "daarna gaf Hij richters" lijkt te verwijzen op de tijd na de 450 jaar.
  • De som van de in het boek Richteren genoemde perioden, inclusief de veertig jaren dat Eli Israël richtte[3]. Tegenwerping: "daarna gaf Hij richters" lijkt erop te verwijzen dat de periode 450 jaar vóór de richterentijd was.
  • Het openbaar optreden van Mozes met de dood van een Egyptenaar in 1526 v. Chr. (Exodus 2:11-12) tot de kroning van Saul tot koning (ca 1076 v. Chr.). Mozes zou toen volwassen en ca 26 jaar oud zijn geweest. (Volgens Hand. 7:23-24 was Mozes toen 40 jaar oud.) Werd hij door het doden van de Egyptenaar door Paulus misschien gezien als de eerste door God beschikte richter van het volk Israël? Tegenwerping: "daarna gaf Hij richters" lijkt erop te verwijzen dat de periode 450 jaar vóór de richterentijd was.
  • Geboorte van Mozes tot aan Samuels richterschap. Tijdens de slag bij Afek en het overlijden van Eli volgde Samuel Eli op als priester (ca 1106 v. Chr). Na de slag bij Mizpa (ca 1085) trad Samuel ook op als richter. Rekent men zijn periode van priesterschap niet mee, dan zou het kunnen betekenen dat Paulus Gods speciale bemoeienis met de uitleiding uit Egypte laat beginnen met de bijzondere omstandigheden rondom de geboorte van Mozes. Tegenwerping: "daarna gaf Hij richters" lijkt erop te verwijzen dat de periode 450 jaar vóór de richterentijd was.

24

24  nadat Johannes tevoren, voor zijn optreden, de doop van bekering had gepredikt aan het hele volk Israel. (Telos) 

Voor zijn optreden. Dat van Johannes de Doper.

25

25 Toen nu Johannes zijn loop voleindigde, zei hij: ‘Wat denkt u dat ik ben? Ik ben het niet; maar zie, na mij komt Hij Wie ik niet waard ben de sandaal van zijn voeten los te maken’. (Telos) 

Ik ben het niet. Niet 'de profeet' die door Mozes was voorzegd, niet de Christus.

Na mij komt Hij. Zowel de oudtestamentische profeten als deze grote profeet, Johannes de Doper, voorzegden de komst van de Christus.

26

26 Mannen broeders, zonen van Abrahams geslacht, en die onder u God vrezen, tot ons is het woord van deze behoudenis gezonden. (Telos) 

En die onder u God vrezen. Zie vs. 16, 43.

27

27 Want zij die in Jeruzalem wonen en hun oversten hebben Hem niet gekend, en de stemmen van de profeten, die op elke sabbat gelezen worden, hebben zij door Hem te veroordelen vervuld; 

Zij die in Jeruzalem wonen en hun oversten. Niet alle Joden in heel Israël.

29

29 Toen zij nu alles hadden volbracht wat over Hem geschreven stond, namen zij Hem van het hout af en legden Hem in een graf. (Telos) 

Toen zij nu alles hadden volbracht wat over Hem geschreven stond. In onwetendheid. Wat over de Christus geschreven stond werd volbracht door 1. Jezus Zelf; 2. door zijn vijanden.

Lu 12:50  Ik moet echter met een doop worden gedoopt, en hoe benauwt het Mij, totdat het is volbracht. (Telos)

Lu 18:31  Hij nu nam de twaalf tot Zich en zei tot hen: Zie, wij gaan op naar Jeruzalem en alles wat door de profeten is geschreven, zal aan de Zoon des mensen worden volbracht. (Telos)

Joh 19:28  Hierna zei Jezus, die wist dat nu alles was volbracht, opdat de Schrift werd vervuld: Ik heb dorst! (...) Joh 19:30  Toen Jezus dan de zure wijn had genomen, zei Hij: Het is volbracht! En Hij boog zijn hoofd en gaf zijn geest over. (Telos)

Namen zij enz. Jozef van Arimathea ontving op bevel van Pilatus het lichaam van Jezus.

Mt 27:58  Deze kwam naar Pilatus en vroeg om het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus het hem te geven. Mt 27:59  En Jozef nam het lichaam, wikkelde het in een rein stuk linnen Mt 27:60  en legde het in zijn nieuwe graf, dat hij in de rots had uitgehouwen; en na een grote steen voor de ingang van het graf gewenteld te hebben ging hij weg. (Telos)

Joh 19:38 Hierna nu vroeg Jozef van Arimathea, die een discipel van Jezus was, maar in het geheim uit vrees voor de Joden, aan Pilatus het lichaam van Jezus te mogen wegnemen; en Pilatus stond het toe. Hij kwam dan en nam zijn lichaam weg. Joh 19:39  En ook Nicodemus, die eerst ‘s nachts tot Hem was gekomen, kwam met een mengsel van mirre en aloe, ongeveer honderd pond. Joh 19:40  Zij namen dan het lichaam van Jezus en bonden het in linnen doeken met de specerijen, zoals de Joden de gewoonte van begraven hebben. Joh 19:41  Nu was er op de plaats waar Hij was gekruisigd een tuin, en in de tuin een nieuw graf waarin nog nooit iemand was gelegd.  Joh 19:42  Daar legden zij dan Jezus wegens de voorbereiding van de Joden, omdat het graf dichtbij was. (Telos)

Pilatus "stond het toe" (Joh. 19:38) en "beval" het lichaam van Jezus te geven aan Jozef van Arimathea (Mt. 27:58). Misschien dat een of meer soldaten, al of niet samen met een of meer discipelen, het lichaam van Jezus van het kruis hebben afgenomen.

31

31 en vele dagen lang is Hij verschenen aan hen die met Hem waren opgegaan van Galilea naar Jeruzalem, die nu zijn getuigen zijn bij het volk. (Telos) 

Vele dagen lang. Te weten veertig dagen, van zijn opstanding tot zijn hemelvaart.

38

38 U zij dan bekend, mannen broeders, dat door Deze u vergeving van zonden wordt verkondigd (Telos) 

Mannen broeders. Ook in vs. 26, 15.

42

42 Toen zij nu naar buiten gingen, smeekten zij dat op de volgende sabbat deze woorden tot hen zouden worden gesproken. (Telos)  

De volgende sabbat. Zie vs. 14.

43

43 En toen de synagoge was uiteengegaan, volgden vele van de Joden en van de godsdienstige proselieten Paulus en Barnabas, die tot hen spraken en hen vermaanden bij de genade van God te blijven. (Telos) 

Vele van de Joden. Maar niet alle, zie vs. 45.

En van de godsdienstige proselieten. Zie vs. 16 en 26.

Bij de genade van God te blijven. En niet alleen op eigen vermogen te vertrouwen of door werken van de wet een eigen gerechtigheid trachten op te richten.

44

44 Op de volgende sabbat nu kwam bijna de hele stad samen om het woord van de Heer te horen. (Telos) 

Het woord van de Heer. Zie vs. 48.

45

45 Toen de Joden echter de menigten zagen, werden zij met jaloersheid vervuld en spraken dat wat door Paulus werd gesproken, lasterend tegen. (Telos)   

De Joden enz. Niet alle Joden, zie vs. 43.

47

47 Want zo heeft de Heer ons geboden: ‘Ik heb u gesteld tot een licht van de volken, opdat u tot behoudenis bent tot aan het einde van de aarde’. (Telos) 

U. Enkelvoud.

Hnd 26:17  terwijl Ik je wegneem uit het volk en uit de volken, tot welke Ik je zend om hun ogen te openen, Hnd 26:18  opdat zij zich bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht van satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden ontvangen door geloof in Mij. (Telos)

48

48 Toen nu de volken dit hoorden, verblijdden zij zich en verheerlijkten het woord van de Heer en allen geloofden die tot het eeuwige leven bestemd waren; (Telos) 

Het woord van de Heer. Zie vs. 44, 49.

49

49 en het woord van de Heer werd door het hele land verbreid. (Telos)  

Het woord van de Heer. Zie vs. 48, 44.

Het hele land. Het land Pisidië. Paulus en Barnabas doorreisden Pisidië, zie 14:24.

Hnd 14:24 En na Pisidië te hebben doorreisd kwamen zij in Pamfylië. (TELOS)

Bron

De tijdrekenkundige opvattingen over de 450 jaren die Paulus noemt zijn op 5 sept. 2022 ontleend aan een bijdrage van Willem de Visser in verband met de vraag wie de Egyptische farao was ten tijde van de Uittocht van de Israëlieten uit Egypte. Zie Farao van de Uittocht.

Voetnoten

  1. Bron: ChatGPT dd. 16 juni 2023. De vraag was: "Hoeveel jaren waren er verstreken van de roeping van Abraham tot de tijd van de richteren, in de Bijbelse geschiedenis." Het antwoord besluit: "Als we deze tijdsbestekken samenvoegen, kunnen we concluderen dat er ongeveer 450 jaar zijn verstreken vanaf de roeping van Abraham tot de tijd van de Richteren in de Bijbelse geschiedenis. Houd er echter rekening mee dat Bijbelse chronologieën soms variëren, en er zijn verschillende interpretaties mogelijk."
  2. 2,0 2,1 De kanttekeningen bij de Statenvertaling wijzen op die mogelijkheid.
  3. Bijbel met Uitleg (Apeldoorn 2015).