Openbaring 21

Uit Christipedia

Openbaring 21 van de Openbaring van Johannes wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd. De volgende hoofdstukken zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Openbaring van Johannes:

Samenvatting

1-6 Johannes ziet een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Het nieuwe Jeruzalem daalt van God uit de hemel neer. God zal bij de mensen wonen en alle leed wegnemen. 7-8 Het verschillend deel van de overwinnaars en de zondaars. 9-27 Het nieuwe Jeruzalem.

1

1  En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. (Telos)

De meeste uitleggers denken dat de eerste hemel en de eerste aarde zullen ophouden te bestaan, geheel verdwijnen en de nieuwe hemel en aarde een nieuwe schepping zullen wezen, 100% nieuw, een creatie uit het niets.

Een andere uitlegging[1] zegt dat de bestaande hemel en aarde veranderd, gerenoveerd zullen worden; ze zullen overgaan in een andere toestand, gelijk wij gelovigen overgaan in een nieuwe staat. Gelovigen zijn een nieuwe schepping, maar ze zijn niet eerst vernietigd en hebben niet opgehouden te bestaan. De schepping hoopt vrijgemaakt te worden van de huidige staat, niet om vernietigd te worden.

Ro 8:19  Want de schepping verwacht reikhalzend de openbaring van de zonen van God. Ro 8:20  Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen (niet vrijwillig, maar om wille van hem die haar onderworpen heeft), Ro 8:21  in de hoop dat ook de schepping zelf zal worden vrijgemaakt van de slavernij van de vergankelijkheid tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Ro 8:22  Want wij weten, dat de hele schepping tezamen zucht en tezamen in barensnood is tot nu toe. Ro 8:23  En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wijzelf zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam. (Telos)

De recreatie-opvatting, de meerderheidsopvatting, staat tegenover de renovatie-opvatting.

De eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. Zie 20:11.

De zee was niet meer. Is er geen enkele zee meer? Zijn er alleen nog zoetwatermeren? Of verdwijnt de Middellandse Zee? Sommige uitleggers beantwoorden de laatste vraag met 'ja' en stellen tevens dat er nog zeeën, zij het minder, zullen wezen op de nieuwe aard[2]. 'De zee' of 'de grote zee' was voor de Israëliet een benaming van de Middellandse Zee, dat de kust van Israël bespoelde. Hiertegen kan men opwerpen dat ook in 20:13 sprake is van 'de zee' en dat het niet waarschijnlijk is dat alleen de Middellandse Zee haar doden zal opgegeven.

Opb 20:13  En de zee gaf de doden die in haar waren, en de dood en de hades gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder naar zijn werken. (Telos)

De zee zal haar doden opgeven (20:13). Eerder had zij door haar woeste verheffing in de eindtijd de mensheid angst aangejaagd en radeloos gemaakt.

Lu 21:25  En er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid door het bruisen van zee en watergolven, (TELOS)

2

2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een bruid die voor haar man versierd is. (Telos)

Even later zal een engel meer van de stad tonen. Zie 21:10v.

Uit de hemel neerdalen. Inmiddels zijn er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (1).

Gereed als een bruid die voor haar man versierd is. Het schijnt dat de vrouw van het Lam er na duizend jaar nog altijd schitterend uitziet.

3

3 En ik hoorde een luide stem vanuit de troon zeggen: Zie, de tabernakel van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn, hun God. (Telos)

Een luide stem vanuit de troon. Er zijn twee verzen in Openbaring waar vanaf de troon een luide stem spreekt: Opb. 16:7 en 21:3.

Opb 16:17 En de zevende goot zijn schaal uit op de lucht, en er kwam een luide stem uit de tempel vanaf de troon, die zei: Het is gebeurd! (TELOS)

Zie, de tabernakel van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen. Dat is eerder gebeurd: God woonde in een tabernakel te midden van Zijn volk in de woestijn. En: Het Woord, die God was, "heeft onder ons gewoond (lett. getabernakeld)" (Joh. 1:14).

Joh 1:14  En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van een eniggeborene van een vader) vol van genade en waarheid. (Telos)

En Hij is verstoten en gekruisigd. Maar dit zal niet meer gebeuren.

God Zelf zal bij hen zijn. Als in het begin, toen God met Adam wandelde in de hof van Eden.

Vergelijk:

Mt 1:23 ‘Zie, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en men zal Hem de naam Emmanuel geven’, dat is vertaald: God met ons. (TELOS)

Misschien zal dat woord zijn vervulling krijgen in de nieuwe schepping.

4

4 En Hij zal elke traan van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschrei, noch pijn zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. (Telos)

Elke traan van hun ogen afwissen. Die verzekering is ons in dit boek eerder gegegeven:

Opb 7:17 want het Lam dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen leiden naar bronnen van levenswateren, en God zal elke traan van hun ogen afwissen. (TELOS)

'Elke traan' - elk bijzonder leed zal hij behandelen. Dit wordt een alle tranen omvattend proces van verwerking.

Het lijden is voorbij. Dat dit als eerste, na de aanwezigheid van God, genoemd wordt, toont aan dat God zeer wel het lijden van de mensen kent. Het gaat Hem ter harte, het is ook Zijn 'probleem'. Ook Hij is blij dat de ellende van de zonde voorbij is.

De toekomstige heerlijkheid en vreugde worden trouwens het eerst aangeduid door het beeld van een versierde bruid. De mensen die de bruid vormen hebben echter geleden op aarde.

De dood zal niet meer zijn. Daar hij ver verwijderd is van Gods volk. Hij heeft geen plaats op de nieuwe aarde noch in de nieuwe hemel.

Opb 20:13  En de zee gaf de doden die in haar waren, en de dood en de hades gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder naar zijn werken. Opb 20:14  En de dood en de hades werden geworpen in de poel van vuur. Dit is de tweede dood: de poel van vuur. (Telos)

Er zal dus een plaats en toestand zijn die genoemd wordt 'de tweede dood'.

Noch pijn. Behalve in de buitenste duisternis, de hel. Zie vers 8.

De eerste dingen.

Opb 21:1 En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. (TELOS)

5

5 En Hij die op de troon zat, zei: Zie, Ik maak alles nieuw. En Hij zei tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. (Telos)

Hij die op de troon zat, zei. Dat is de Zoon van God, het Woord, dat alles gemaakt heeft (Joh. 1). Of de Vader, die evengoed Schepper is (vgl. Gen. 1: "laat ons ... maken").

Getrouw en waarachtig. God zal Zijn woord vervullen, zijn beloften gestand doen, Hij zal Zijn woorden waar maken. "Zij zijn gebeurd".

Opb 22:6  En hij zei tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig, en de Heer, de God van de geesten van de profeten, heeft zijn engel gezonden om zijn slaven te tonen wat met spoed moet gebeuren. (Telos)

Opb 19:9 En hij zei tot mij: Schrijf: gelukkig zij die geroepen zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam. En hij zei tot mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God. (TELOS)

De Heer Jezus, die het Woord van God is, heet "Getrouw en Waarachtig'.

Opb 19:11  En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij die daarop zit, heet Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. (Telos)

Muziekvideo Opb. 21:1-5

Russisch lied naar Opb. 21:1-5[3]

1. I uvidel ya novoye nebo i novuyu zemlyu,
   En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde;
ibo prezhneye nebo i prezhnyaya zemlya minovali,
   want de vroegere hemel en de oude aarde waren voorbijgegaan,
2. I ya uvidel svyatyy gorod Iyerusalim,
   En ik zag de heilige stad Jeruzalem,
novyy, skhodyashchiy ot Boga s neba.
   een nieuwe, neerdalend van God uit de hemel.
3. I uslyshal ya gromkiy golos s neba, govoryashchiy:
   En ik hoorde een luide stem vanuit de hemel zeggen:
se, skiniya Boga s chelovekami,
   Zie, de tabernakel van God is bij de mensen
i On budet obitat' s nimi; oni budut Yego narodom,
   en Hij zal bij hen wonen; zij zullen Zijn volk zijn,
i Sam Bog s nimi budet Bogom ikh.
   en God Zelf zal bij hen zijn, hun God.
4 I otret Bog vsyakuyu slezu s ochey ikh, i smerti ne budet uzhe;
  En God zal elke traan van hun ogen afwissen, en er zal geen dood meer zijn;
ni placha, ni voplya, ni bolezni uzhe ne budet, ibo prezhneye proshlo.
  noch rouw, noch geschrei, noch pijn zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
5 I skazal Sidyashchiy na prestole: se, tvoryu vse novoye. I govorit mne:
  En Hij die op de troon zat, zei: "Zie, ik maak alle nieuwe dingen." En Hij zei tot mij:
napishi; ibo slova sii istinny i verny,
  schrijf, want deze woorden zijn waar en getrouw,
istinny i verny.
  waar en getrouw.


New Heaven & Earth. Door Simon Khorolskiy & Friends (Original Song). Geüpload door Simon Khorolskiy op Youtube.com, 21 sept. 2018.

Opb. 21:6

Opb 21:6 En Hij zei tot mij: Zij zijn gebeurd! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal hem die dorst heeft, geven uit de bron van het water van het leven om niet. (TELOS)

Zij zijn gebeurd. In Gods raad en voorstelling. Hij ziet ze al als zijnde gebeurd. Vergelijk:

Ro 8:30 En hen die Hij tevoren heeft bestemd, die heeft Hij ook geroepen; en die Hij heeft geroepen, die heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij heeft gerechtvaardigd, die heeft Hij ook verheerlijkt. (TELOS)

Opb 16:17 En de zevende goot zijn schaal uit op de lucht, en er kwam een luide stem uit de tempel vanaf de troon, die zei: Het is gebeurd! (TELOS)

De alfa en de omega, het begin en het einde. Zie Alfa en Omega.

Uit Opb. 22 blijkt duidelijk dat de Heer Jezus van zichzelf zegt te zijn de Alfa en de Omega.

Opb 22:12 Zie, Ik kom spoedig, en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden zoals zijn werk is. Opb 22:13 Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde. (...) Opb 22:16 Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster. (...) Opb 22:20 Hij die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig! Amen, kom, Heer Jezus! (TELOS)

Geven uit de bron van het water van het leven.

Opb 7:17 want het Lam dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen leiden naar bronnen van levenswateren, en God zal elke traan van hun ogen afwissen. (TELOS)

Opb 22:1 En hij toonde mij een rivier van levenswater, blinkend als kristal, die uitging vanuit de troon van God en van het Lam. (TELOS)

In de hof van Eden was een rivier.

Opb. 21:7. De erfenis van de overwinnaar

Opb 21:7 Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal Hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn. (TELOS)

Wie overwint. Geloven in en wandelen met God/Jezus is een strijd. Van "overwinnen" is dikwijls sprake in dit Bijbelboek.

Deze dingen beërven. 'Deze dingen': de nieuw geschapen dingen, levenswater, Vergelijk:

Tit 3:4 Maar toen de goedertierenheid en de mensenliefde van God, onze Heiland, verschenen is, Tit 3:5 heeft Hij ons behouden, niet op grond van werken in gerechtigheid, die wij hadden gedaan, maar naar zijn barmhartigheid, door de wassing van de wedergeboorte en de vernieuwing van de Heilige Geest, Tit 3:6 die Hij rijkelijk over ons heeft uitgestort door Jezus Christus, onze Heiland, Tit 3:7 opdat wij, door zijn genade gerechtvaardigd, erfgenamen werden naar de hoop van het eeuwige leven. (TELOS)

1Co 3:21 Laat daarom niemand in mensen roemen; want alles is van u: 1Co 3:22 hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Kefas, hetzij wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomstige dingen, alles is van u; (TELOS)

Joh 7:38 Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. (TELOS)

Tegenover deze erfenis staat in het volgende vers het "deel" dat de zondaars zullen ontvangen.

Ik zal Hem een God zijn.

Opb 21:3 En ik hoorde een luide stem vanuit de troon zeggen: Zie, de tabernakel van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn, hun God. (TELOS)

Muziekvideo Opb. 21:1-7

Offenbarung 21, 1-7[4]

Und ich sah einen neuen Himmel und eine neue Erde;
  En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde;
denn der erste Himmel und die erste Erde sind vergangen,
  want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbijgegaan,
und das Meer ist nicht mehr.
  en de zee is niet meer.

Und ich sah die heilige Stadt, das neue Jerusalem,
  en ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem,
von Gott aus dem Himmel herabkommen,
  van God uit de hemel neerkomen,
bereitet wie eine geschmückte Braut für ihren Mann.
  bereid als een versierde bruid voor haar man.

Und ich hörte eine grosse Stimme von dem Thron her, die sprach:
  en ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die sprak:

Siehe da, die Hütte Gottes bei den Menschen!
  Zie daar, de tent van God bij de mensen!
Und Er wird bei ihnen wohnen, und sie werden sein Volk sein,
  En Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn,
und Er selbst, Gott mit ihnen, wird ihr Gott sein.
  en Hijzelf, God met hen, zal hun God zijn.

Und Gott wird abwischen alle Tränen von ihren Augen,
  En God zal afwissen alle tranen van hun ogen,
und der Tod wird nicht mehr sein, noch Leid
  En de dood zal niet meer zijn, noch leed
noch Geschrei noch Schmerz wird mehr sein;
  nog geschrei noch pijn zal er meer zijn;
denn das Erste ist vergangen.
  want het eerste is voorbijgegaan.

Siehe, Ich mache alles neu! (2x)
  Zie, Ik maak alles nieuw! (2x)

(Herhaling vanaf 'Siehe da'...')

Und Er sprach zu mir: Es ist geschehen!
  En Hij sprak tot mij: het is gebeurd!
Ich bin das A und das O, der Anfang und das Ende.
  Ik ben de A(lfa) en de O(mega)[5], het begin en het einde.
Ich will dem Durstigen geben
  Ik zal de dorstigen geven
von der Quelle des lebendigen Wassers umsonst!
  uit de bron van het levende water om niet!

Wer überwindet, wird das alles ererben,
  Wie overwint, zal dat alles beërven,
und Ich werde sein Gott sein,
  en Ik zal zijn God zijn,
und er wird mein Sohn sein, er wird mein Sohn sein.
  en hij zal mijn zoon zijn, hij zal mijn zoon zijn.


Offenbarung 21, 1-7. Gezongen door Anja Schraal, een Nederlandse zangeres die in Duitsland woont en Duitse liederen maakt en zingt. Gepubliceerd op 21 feb. 2011 door bibelstream :: Deutsch op Youtube.com.

Opb. 21:8. De tweede dood

Opb 21:8 Maar voor de bangen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, hoereerders, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt; dit is de tweede dood. (TELOS)

Ongelovigen, verfoeilijken.

Tit 1:15 Voor de reinen is alles rein, maar voor de besmetten en ongelovigen is niets rein, maar zowel hun verstand als hun geweten is besmet. Tit 1:16 Zij belijden God te kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, daar zij verfoeilijk en ongehoorzaam zijn en voor alle goed werk ongeschikt. (TELOS)

'Verfoeilijken' of 'gruwelbedrijvers'[6].

Opb 17:4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol gruwelen en de onreinheden van haar hoererij. (TELOS)

In het nieuwe Jeruzalem niemand binnengaan die gruwel doet.

Opb 21:27 En geenszins zal iets onheiligs binnengaan , noch wie gruwel en leugen doet, behalve zij die geschreven zijn in het boek van het leven van het Lam. (TELOS)

Hun deel is in de poel. De poel en wat daarin is, is hun deel, hun erfenis. Dit deel staat tegenover de erfenis genoemd in vers 7.

De poel die van vuur en zwavel brandt. Dat is de hel.

De tweede dood. Dood brengt scheiding en is het tegendeel van het leven. De tweede dood is een toestand van gescheiden-zijn van God, die het Leven is. Zie Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Tweede dood.

Opb. 21:9. Een engel kondigt het tonen van de bruid aan

Opb 21:9  En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam tonen. (TELOS)

Een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden. Een van hen had ook het oordeel van de grote Hoer getoond, Joh 17:1.

Zeven laatste plagen. 'Laatste' is een aanwijzing dat deze plagen in tijdsorde nà de zes bazuinen komen.

De bruid, de vrouw van het Lam tonen. Johannes had de stad al uit de hemel zien neerdalen van God.

Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een bruid die voor haar man versierd is. (TELOS)

Opb. 21:10. Johannes weggevoerd en hem getoond

Opb 21:10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalde van God (TELOS)

Die uit de hemel neerdaalde van God. Opnieuw ziet hij de stad uit de hemel neerdalen van God.

Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een bruid die voor haar man versierd is. (TELOS)

Opb. 21:11. De heerlijke lichtglans van de stad

Opb 21:11 en de heerlijkheid van God had. Haar lichtglans was aan zeer kostbaar gesteente gelijk, als een kristalheldere jaspissteen. (TELOS)

Heerlijkheid van God. Een zichtbare goddelijke lichtglans had zij[7].

Kristalheldere jaspissteen. Zie Jaspis.

In Openbaring 4:3 zag Johannes dat Degene die op de Troon zat "was van aanzien een jaspis- en sardiussteen gelijk". In Openbaring 20 word Jaspis gebruikt om te schoonheid van het Nieuw Jeruzalem te schetsen. Het uiterlijk van de stad, die de heerlijkheid van God heeft, is gelijk aan jaspis (vers 11) en zowel haar muren (vers 18) als het eerste fundament (vers 19) van de stad zijn gemaakt van jaspis.

Sommigen denken bij dit 'kristalheldere jaspis' dat misschien de diamant is bedoeld[7]. John Gill wijst op twee bijzondere Jaspissoorten die overeenkomen met een ''kristalheldere jaspissteen':

  1. Aerizusa, die aan lucht gelijk is[8];
  2. Crystallizusa[9], die helder is als kristal. Plinius spreekt[10] van een witte 'jasper' 'genaamd 'Astrios', 'die volgens hem bijna kristal is en die gevonden wordt in India, en op de kusten van Pallene[11].

Opb. 21:12

Opb 21:12 Zij had een grote en hoge muur, zij had twaalf poorten en aan de poorten twaalf engelen en daarop namen geschreven, welke de namen van de twaalf stammen van de zonen van Israel zijn. (TELOS)

Een grote en hoge muur. De hoogte en dikte van de muur wordt hierna gegeven. De stad is beschermd, het is er volstrekt veilig. Als poortwachters dienen engelen.

Twaalf poorten. Ook het aardse Jeruzalem in het vrederijk heeft 12 poorten, aan elke zijde drie stuks (Eze. 48:30-34).

Aan de poorten twaalf engelen. Het Griekse woord hier gebruikt kan ‘op’ de poorten of ‘in’ de poorten of ‘bij’ de poorten betekenen[7].

De engelen zijn er als wachters, bewakers, zo schijnt het. Een engel bewaakte de toegang tot de hof van Eden, nadat Adam en Eva waren weggezonden.

Daarop namen geschreven. Op de poorten, vgl. vers 14. Ook deze naamgeving is in overeenstemming met die van de poorten van het aardse Jeruzalem in Ezech. 48.30-34.

Eze 48:31 En de poorten der stad zullen zijn naar de namen der stammen Israëls; ... (SV)

In het nieuwe aardse Jeruzalem is er een poort van Ruben, een poort van Levi, een poort van Juda enz. (Ezech. 48:31v).

Opb. 21:14

Opb 21:14 En de muur van de stad had twaalf fundamenten en daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam. (TELOS)

Opvallend is dat de twaalf stammen worden genoemd (vers 12) vóór de namen van de apostelen.

Fundamenten. Lange fundamentstukken. Elk van de apostelen heeft een deel van het gehele fundament gelegd, heeft grondleggende arbeid verricht door de prediking van Christus. Vgl.:

Efe 2:19 Dus bent u geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar u bent medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, Efe 2:20 opgebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Jezus Christus Zelf hoeksteen is, Efe 2:21 in Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, opgroeit tot een heilige tempel in de Heer; Efe 2:22 in Wie ook u mee opgebouwd wordt tot een woonplaats van God in de Geest. (TELOS)

Tekening van fundamenten en poorten door Clarence Larkin.

Opb. 21:15. Meetrietstok.

Opb 21:15 En hij die met mij sprak, had een gouden meetrietstok, opdat hij de stad en haar poorten en haar muur zou meten. (TELOS)

Meetrietstok. Zie artikel Meetriet.

Opb. 21:16

Opb 21:16 En de stad ligt in het vierkant, en haar lengte is even groot als haar breedte. En hij mat de stad met de rietstok: twaalfduizend stadien; haar lengte, breedte en hoogte zijn gelijk. (TELOS)

Twaalfduizend stadiën. Een stadie is ongeveer 185 meter. 12000 stadïën is 2220 kilometer, in de lengte, de breedte en de hoogte. Vergelijk: wie met de auto van Amsterdam naar Lissabon rijdt, legt - volgens Google Maps - 2238 km af in ongeveer 21 uur en 7 minuten.

Opb. 21:17

Opb 21:17 En hij mat haar muur: honderdvierenveertig el, een maat van een mens, dat is van een engel. (TELOS)

Mat haar muur. Dat is wellicht niet de hoogte - de hoogte van de stad is ca. 2220 km, zie het vorige vers - maar haar dikte. Het is echter niet duidelijk of de maat geldt van de hoogte of de dikte van de muur[12]. Drie redenen die pleiten voor de uitleg 'dikte': (1) de hoogte van de stad is gelijk aan haar breedte en haar lengte (vers 16); (2) de lichtglans van de stad was als van een kristalheldere jaspissen (vers 11) terwijl de bouwstof van haar muur jaspis is. Een muur van jaspis, zo hoog als de stad, geeft de stad de gelijkenis van een jaspissen. (3) Een muurhoogte van 75 meter hoog valt in het niet bij de stadshoogte van ca. 2220 km. Een muurdikte van 75 meter pas beter bij de enorme omvang van de stad.

Hondervierenveertig el. 144 = 12 x 12, wellicht naar het getal der twaalf geslachten van Israël en der twaalf apostelen van het Lam[13].

De el is ongeveer een halve meter. 144 el is derhalve ongeveer 72 meter. Op basis van de Babylonische el (=52,5 cm) is de muur 144x52,5cm = 7560 cm, gedeeld door 100 cm = 75,6 meter.

Een maat van een mens, dat is van een engel. De engel rekent hier naar de gewone menselijke maat[14]. De maat waarmee de engel mat was dezelfde als waarmee de mensen meten[15].

Opb. 21:18. Bouwstof

Opb 21:18 En de bouwstof van haar muur was jaspis; en de stad was zuiver goud, aan zuiver glas gelijk. (TELOS)

Jaspis. Zie artikel Jaspis. Vergelijk:

Opb 21:11 en de heerlijkheid van God had. Haar lichtglans was aan zeer kostbaar gesteente gelijk, als een kristalheldere jaspissteen. (TELOS)

Zuiver goud, aan zuiver glas gelijk. Goud is ook haar straat.

Opb 21:21 ... En de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas. (TELOS)

Goud is niet doorschijnend, maar hier wel. Opnieuw vinden wij een vereniging van iets ondoorzichtigs, goud, en iets doorzichtigs, glas. Een dergelijk combinatie schijn ook in vers 11 voor te komen, gezegd van dezelfde stad: 'kristalheldere jaspissteen'.

Zuiver glas: helder, doorzichtig glas (vgl. vers 21).

Opb. 21:19-20. Fundamenten van de muur

Opb 21:19 De fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd, Opb 21:20 het vijfde sardonyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet, het achtste beril, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethist. (TELOS)

Jaspis. Zie Jaspis.

Saffier. Hemelsblauw, hard, doorschijnend. Zie Saffier.

Chalcedon. Chalcedon is grauw, gewolkt met blauw, geel of purper. Welke edelsteen Johannes precies bedoelt is onzeker[16]. Misschien gaat het om groen kopersilikaat, dat in de mijnen van Chalcedon te vinden was[16]. Gr. Chalkos = koper.

Smaragd. Groen, zeer kostbaar. Zie Smaragd.

Van links naar rechts: groene jaspis, saffier, chalcedon, smaragd.

Sardonyx. Sardonyx is een witte tot oranjerode en roodbruine edelsteen.

Sardius. Sardius is een roodbruine of oranjerode edelsteen.

Chrysoliet. Chrysoliet is een groene edelsteen.

Beril. Beril komt in verschillende varianten en kleuren voor, onder andere aquamarijn.

Van links naar rechts: sardonyx, sardius, chrysoliet, beril (aquamarijn).

Topaas. Topaas is een meestal vuurgele edelsteen[17].

Chrysopraas. Chrysopraas een doorschijnende groene edelsteen.

Hyacint. Hyacint is bruin tot geelachtig rood.

Amethist. Amethist is een meestal violetkleurige edelsteen.

Van links naar rechts: topaas, chrysopraas, hyacint, amethist.

Opb. 21:21

Opb 21:21 En de twaalf poorten waren twaalf parels, elk afzonderlijk van de poorten was uit een parel. En de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas. (TELOS)

Uit één parel. Zulke enorm grote parels zijn vandaag onbekend.

Zuiver goud, als doorzichtig glas. Niet alleen de straat, maar de stad zelf was zuiver goud, als doorzichtig glas.

Opb 21:18 En de bouwstof van haar muur was jaspis; en de stad was zuiver goud, aan zuiver glas gelijk. (TELOS)

Opb. 21:22. De tempel

Opb 21:22 En een tempel zag ik in haar niet, want de Heer, God de Almachtige, is haar tempel, en het Lam.

Een tempel zag ik in haar niet. Van vele dorpen in Nederland valt de dorpskerk vaak het eerst op. In het hemelse Jeruzalem is geen zichtbare tempel.

De tempel van het vrederijk is niet in de aardse stad Jeruzalem te vinden. Zij is gelegen in de priesterstrook.

Is haar tempel. Vergelijk:

De 33:27 De eeuwige God zij u een woning, en van onder eeuwige armen; ... (SV)

1Co 15:28 Maar wanneer Hem alles onderworpen is, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen zijn aan Hem die Hem alles onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn. (TELOS)

Opb. 21:23. Het licht

Opb 21:23 En de stad heeft de zon of de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlichtte haar en haar lamp is het Lam. (TELOS)

De zon of de maan niet nodig. In Genesis 1 is de zon of de maan niet nodig om de aarde te beschrijven. Er is een licht dat zonder deze hemellichamen de aarde verlicht.

Haar lamp. De lamp is een lichtdrager. Vergelijk:

Ps 132:17 Daar zal Ik David een hoorn doen uitspruiten; Ik heb voor Mijn Gezalfde een lamp toegericht. (SV)

Het Lam. Zo ook in vers 22.

Opb. 21:25. Poorten open. Geen nacht.

Opb 21:25 En haar poorten zullen overdag geenszins gesloten worden, want geen nacht zal daar zijn. (TELOS)

Geen nacht zal daar zijn. Het licht van Gods heerlijkheid (ver 23) straalt er zonder ophouden.

Opb. 21:26. Wat van de naties toegebracht wordt

Opb 21:26 En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties tot haar brengen. (TELOS)

En zij. Wie zijn dat? Mogelijkheden: 1) de koningen van de aarde, een vervolg van vers 24 "de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid tot haar"; 2) vertegenwoordigers van de naties, burgers daarvan.

De eer. Waardering voor de vrouw van het Lam, de heiligen, die in de voorbije bedelingen smaad hebben gedragen.

Opb. 21:27. Wie binnengaan

Opb 21:27 En geenszins zal iets onheiligs binnengaan, noch wie gruwel en leugen doet, behalve zij die geschreven zijn in het boek van het leven van het Lam. (TELOS)

Onheiligs binnengaan. De heiligheid zal worden bewaard. Gemeentelijke toepassing in onze tijd:

1Co 5:13 Maar hen die buiten zijn, zal God oordelen. Doet de boze uit uw midden weg. (TELOS)

Persoonlijke toepassing: porno buiten huis en ziel houden.

Het boek van het leven van het Lam. Zie Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Boek van het leven

Voetnoten

  1. The New Heavens and New Earth | Lee Brainard Youtube.com: Prophecy Watchers, 15 sept. 2022. Duur: 28 min. 31 sec.
  2. The New Heavens and New Earth | Lee Brainard Youtube.com: Prophecy Watchers, 15 sept. 2022. Vanaf 23 min en 40 sec.
  3. Transcriptie en vertaling door Kees Langeveld, met behulp van Google Translate, 1 okt. 2018.
  4. Vertaald in het Nederlands door Kees Langeveld, 15 okt 2018.
  5. Alfa en Omega zijn de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet, zie Alfa en Omega
  6. Voetnoot in de Telos-vertaling.
  7. 7,0 7,1 7,2 Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Opb. 21:11.
  8. John Gill's Expositor, commentaar bij Opb. 21:11, verwijst naar Ruaeus de Gemmis, l. 2. c. 1.
  9. John Gill's Expositor, commentaar bij Opb. 21:11, verwijst naar Dioscorides, l. 5. c. 160.
  10. John Gill's Expositor, commentaar bij Opb. 21:11, verwijst naar Plinius' werk Nat. Hist. l. 37. c. 9.
  11. Dat is het schiereiland Kassandra.
  12. Zo Ludwig Albrecht, Das Neue Testament und Die Psalmen (1920). De Kanttekenaren van de Statenvertaling en de aantekening in de Leidse Vertaling nemen de maat voor de hoogte van de muur.
  13. Vgl. het commentaar van de Kanttekenaren van de Statenvertaling. Het commentaar in de Groot Nieuws Bijbel neemt 144 als 12 x 12, maar vat het getal symbolisch op. De aantekening in de Leidse Vertaling neemt het letterlijk: “De maat waarmede de engel mat was dezelfde waarmee de menschen meten; het is dus letterlijk bedoeld: de muur was honderd vier en veertig el, dat is ongeveer tachtig meter, hoog.”
  14. Ludwig Albrecht, Das Neue Testament und Die Psalmen (1920), aantekening bij Opb. 21:17.
  15. Aantekeningen bij de Leidse Vertaling.
  16. 16,0 16,1 Griechisch-Deutsch Strongs Lexikon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  17. Volgens de woordverklaring in de bijbelvertaling 'Groot Nieuws' is Topaas "een meestal vuurgele edelsteen".