Handelingen 4

Uit Christipedia

Handelingen 4 is een hoofdstuk van Handelingen van de Apostelen, een geschrift in de Bijbel, en telt 37 verzen.

Hoofdstukken van Handelingen van de Apostelen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28
Verzen van Handelingen 4 becommentarieerd: · 1 · 2 · 4 · 5
Onderwerpen van Handelingen van de Apostelen: Onderwerpen

1

1 Terwijl zij nu tot het volk spraken, kwamen de priesters, de hoofdman van de tempel en de sadduceeën op hen af, (Telos) 

De hoofdman van de tempel. Een priesterlijke beambte die de orde, ook op de tempelberg, handhaafde[1]. Zie Tempel van Herodes. Vergelijk:

Hnd 5:24 Toen nu de hoofdman van de tempel en de overpriesters deze woorden hoorden, waren zij in verlegenheid over hen, wat dit toch zou worden. (...) Hnd 5:26 Toen ging de hoofdman erheen met de dienaars en bracht hen mee, niet met geweld (want zij waren bang voor het volk), opdat zij niet zouden worden gestenigd. (Telos).

2

2 zeer verstoord dat zij het volk leerden en in Jezus de opstanding uit de doden verkondigden. (Telos) 

Zeer verstoord. Jammer dat zij zo verblind waren en het feitenrelaas van deze twee getuigen niet serieus namen.

In Jezus de opstanding uit de doden verkondigden. Van Jezus, die zij na zijn opstanding hadden aanschouwd, en van de opstanding uit de doden, konden zij natuurlijk niet zwijgen. Het was een hoofdelement van hun boodschap.

4

4 Velen echter van hen die het woord hadden gehoord, geloofden, en <het> getal van de mannen werd <ongeveer> vijfduizend. (Telos) 

Het getal van de mannen. Ook bij de twee wonderbare vermenigvuldigingen werden alleen de mannen geteld, hetgeen de telling uiteraard vereenvoudigt.

5

5  Het gebeurde nu de volgende dag, dat hun oversten, hun oudsten en hun schriftgeleerden in Jeruzalem bijeen kwamen, (Telos) 

Bijeen kwamen. Zie ook het volgende vers. Het was een bijeenkomst van de Hoge Raad, het Sanhedrin.

Voetnoot

  1. Leidsche Vertaling (1914), commentaar.