Paulus, vóór zijn bekering een verwoed vervolger van de christenen, was één van de apostelen, een “uitverkoren vat” voor de Heer Jezus om Zijn naam te dragen voor de volken en de Joden.

Hnd 9:15 ... deze is Mij een uitverkoren vat om mijn naam te dragen zowel voor volken als koningen en zonen van Israel; (TELOS)

Paulus afgebeeld op de wand in een grot te Efeze (5e of 6e eeuw).

Naam. Paulus heette vóór zijn bekering Saulus, Saul (Hand. 7:58; 8:1, 3; 9:1, 8, 11, 19, 22, 24; enz). Het Griekse woord Saulos betekent: "gewenst, verlangd". De naam Paulus betekent “klein” of “gering”. Hij, die de gemeente van God had vervolgd, christenen "overal in de synagogen", "in alle synagogen" had gestraft, gevangen genomen en gegeseld (Hand. 22:19; 25:11), noemde zichzelf 'de allergeringste van alle heiligen' (Ef. 3:8).

Efe 3:8 Mij, de allergeringste van alle heiligen, is deze genade gegeven om de onnaspeurlijke rijkdom van Christus onder de volken te verkondigen, (TELOS)

Door de genade en kracht van God werd hij echter een krachtig verkondiger van Jezus (Hand. 9:22) en een belangrijk apostel.

Hij was een man van grote geleerdheid. Stadhouder Festus erkende dat, toen hij Paulus sprak van diens "grote geleerdheid" (Hand. 26:24).

Vóór zijn bekering

Paulus was een Israëliet uit de stam van Benjamin (Fil. 3 :5). Hij was geboren in Tarsus (Hand. 22:3), de hoofdstad van Cilicië. "Ik ben ... een Joods man uit Tarsus, een burger van een niet onvermaarde stad in Cilicië" (Hand. 21:39). Hij had een zus (Hand. 23:16). Evenals zijn vader bezat hij het Romeinse burgerrecht. Paulus kende Grieks (Hand. 21:37-38) en Hebreeuws (Hand. 21:40-22:1).

Al vroegtijdig werd hij naar Jeruzalem gezonden, om onder de beroemde wetgeleerde Gamaliël de joodse Wet te bestuderen, en werd hij, zoals de Farizeeën in die dagen, een ijveraar voor de Wet, voor zichzelf de gerechtigheid zoekend uit de werken der Wet,

Hnd 22:3 Ik ben een Joods man, geboren in Tarsus in Cilicie, maar opgevoed in deze stad, aan de voet van Gamaliel onderwezen naar de gestrengheid van de voorvaderlijke wet, en ik was een ijveraar voor God, zoals u allen vandaag bent; (TELOS)

Saulus was een vijand van allen die hij hield voor vijanden der Wet. Daarom haatte deze Schriftgeleerde uit de school van de Farizeeër Gamaliël de volgelingen van Jezus en had een welbehagen in Stefanus’ steniging (Hand. 7:58; 8:1), hij vervolgde de discipelen van Jezus te Jeruzalem (Hand. 8 :3; 22 :4), en wilde ook de discipelen die in Damascus woonden vervolgen. Hij verklaarde later tegenover een menigte Joden:

Hnd 22:4 en ik heb deze Weg vervolgd tot de dood toe, terwijl ik zowel mannen als vrouwen boeide en in gevangenissen overleverde, Hnd 22:5 zoals ook de hogepriester van mij kan getuigen en de hele raad der oudsten, van wie ik ook brieven aan de broeders heb ontvangen, en ik ben naar Damaskus gereisd om ook hen die daar waren, geboeid naar Jeruzalem te brengen, opdat zij gestraft zouden worden. (TELOS)

En tegenover koning Agrippa II verklaarde hij:

Hnd 26:9 Ik meende dan bij mijzelf, dat ik tegen de naam van Jezus de Nazoreeer veel vijandigs moest doen, Hnd 26:10 wat ik ook heb gedaan in Jeruzalem; en velen van de heiligen heb ik in gevangenissen opgesloten, waartoe ik de volmacht van de overpriesters had ontvangen; en als zij werden gedood, stemde ik ervoor. Hnd 26:11 En in alle synagogen dwong ik, door hen te straffen, hen dikwijls te lasteren; en bovenmate woedde ik tegen hen en vervolgde hen tot zelfs in de buitenlandse steden. (TELOS)

Bekering, roeping, vroege dienst

Maar op de reis naar de Syrische stad, met een volmacht van de overpriesters om de christenen op te pakken en geboeid naar Jeruzalem mee te voeren, verscheen de verheerlijkte Zaligmaker hem, sprak hem aan en greep hem in het hart (Hand. 9:3 v.; 22 :6 v.; 26 :9 v.). Hij werd verblind en naar Damascus gebracht. Daar werd hij na enkele dagen bezocht door Jezus’ leerling Ananias, genezen van zijn blindheid en gedoopt. 

De Heer riep hem tot het apostelschap, waartoe hij verkoren was (Gal. 1:15, 16), om Zijn Naam voor de heidenen te dragen. Paulus zei later tot de ouderlingen van de gemeente te Efeze:

Hnd 20:24 Maar ik reken mijn leven niet als kostbaar voor mijzelf, opdat ik mijn loop volbreng en de bediening die ik van de Heer Jezus heb ontvangen, om het evangelie van de genade van God te betuigen. (TELOS)

In Damascus verkondigde hij in de synagogen dat Jezus de Messias is, de Zoon van God. De Joodse leiders beraadslaagden dan samen om hem te doden, maar hij wist te ontkomen. Hij verkondigde aan Jood en heiden het evangelie. Tegenover koning Agrippa verklaarde hij later:

Hnd 26:20 maar ik heb eerst hun die in Damaskus en in Jeruzalem waren en in het hele land van Judea en aan de volken verkondigd, dat zij berouw moesten hebben en zich tot God bekeren en werken doen, de bekering waardig. (TELOS)

 
Paulus' bekering en vroege dienst.

Zendingsreizen

De apostolische taak heeft Paulus volbracht door zijn drie grote zendingsreizen (Hand. 13–20) èn door de zendbrieven die hij schreef. Paulus moest op zijn zendingsreizen veel lijden voor de naam van de Heer Jezus (Hand 9:16). maar hij ondervond ook Gods genade. Zijn metgezel, de arts Lucas beschreef Paulus’ reizen en handelingen in het boek Handelingen der apostelen.

Eerste zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 13:4-14:27), later gevolgd door een tweede en derde reis.

Route: Antiochië (Syrië)SeleuciëSálamisPafosPergeAntiochië (Pisidië)IconiumLystraDerbeLystraIconiumAntiochië (Pisidië)PergeAttalíaAntiochië (Syrië).

 
Paulus' eerste zendingsreis

De route van de tweede zendingsreis is hieronder aangewezen:

Tweede zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 15:36-18:22), volgend op een eerste en gevolgd door een derde.

Route: Antiochië (Syrië)SyriëCiliciëDerbeLystraFrygië, GalatiëMysiëTroasSamothráceMacedoniëNeápolisFilippiAmfipolisApolloniaThessaloníkaBeréaAtheneKorintheKenchreaEfezeCaesarea (Maritima)JeruzalemAntiochië (Syrië)

 
Paulus' tweede zendingsreis (Hand. 15:36-18:22)

De route van de derde zendingsreis is hieronder aangewezen:

Derde zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 18:23-21:26), volgend op de eerste en tweede.

Route: Antiochië (Syrië)GalatiëFrygiëEfezeMacedoniëGriekenland, waar Paulus 3 maanden is → Macedonië: o.a. Filippi → reis van 5 dagen → Troas, waar Paulus 7 dagen is → AssusMityleneChiosSamosMileteCosRhodusPataraTyrus, waar Paulus 7 dagen is → Ptolemaïs, waar Paulus 1 dag is → Caesarea_(Maritima), waar Paulus vele dagen is → Jeruzalem

 
Paulus' derde zendingsreis.

Zijn heengaan

Het boek Handelingen eindigt met het verblijf van Paulus in Rome; wat daarna gebeurt wordt niet beschreven. Hieronder wordt zijn reis naar Rome aangeduid:

 
Paulus' reis naar Rome.
Paulus' reis naar Rome (Hand. 27:1-28:31).

Route: Caesarea_(Maritima)SidonMyraSchone HavensMaltaSyracuseRhegiumPutéoliForum AppiiTres TabernaeRome

Zie Reis van Paulus naar Rome voor het hoofdartikel.

De tweede brief aan Timotheüs is een afscheidsbrief. Hij schrijft daarin:

 
De martelaarsdood van Paulus. Afbeelding door Hendrick Goltzius (1558–1617)

2Ti 4:6 Want ik word al als een drankoffer uitgegoten en de tijd van mijn heengaan is aangebroken. 2Ti 4:7 Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geeindigd, ik heb het geloof behouden. 2Ti 4:8 Overigens is voor mij de kroon van de gerechtigheid weggelegd, die de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij in die dag zal geven; en niet alleen mij, maar ook allen die zijn verschijning hebben liefgehad. (TELOS)

Volgens de overlevering stierf hij de marteldood door onthoofding te Rome, in het jaar 64 of 67 na Christus.

Brieven van Paulus

Paulus heeft 13 brieven geschreven die zijn opgenomen in het Nieuwe Testament. Ze zijn gericht aan:

  1. afzonderlijke gemeenten, nl. te Rome, Korinthe, Efeze, Filippi, Kolosse en Thessalonica;
  2. vele gemeenten in één landstreek: de Galaten.
  3. afzonderlijke personen: Timotheüs, Titus en Filémon.

Naar de tijd waarin ze geschreven zijn is de volgorde als volgt:

  1. 1 en 2 Thessalonicenzen, Galaten, 1 en 2 Korinthe, Romeinen. Deze brieven zijn alle door Paulus geschreven vóór zijn gevangenschap;
  2. Efeze, Kolossenzen, Filémon, Filippenzen, 1 Timotheüs, Titus, 2 Timotheüs, die alle door hem als gevangene zijn geschreven.

De tweede brief aan Timotheüs is een afscheidsbrief.

De brief aan de Hebreeën is mogelijk ook door Paulus geschreven, maar dit is onzeker. Is Paulus de schrijver, dan komt het getal van zijn nieuwtestamentische geschriften op 14.

Meer informatie

F. F. Bruce, In de voetsporen van de apostel Paulus. Kampen: Kok, 1995. ISBN: 90-242-2419-5. 64 pagina's.

Kees Langeveld, ‘Een vurig dienaar’, bekerings- en levensverhaal van Paulus op Keerpunt.net, 2003.

H.S.S. Kuyper, Paulus; loopbaan, levenswerk en lijdensweg. Zwolle: La Rivière en Voorhoeve, 1919. Omvang: 184 blz.

Bron

C. Lindeboom, Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis (Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 72. Hieruit is, onder toestemming, op 2 dec. 2012 tekst gebruikt.