Exodus 15
Exodus 15 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van Exodus zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:
■ Exodus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40. |
1[1]
Ex 15:1 Toen zong Mozes en de kinderen Israëls den HEERE dit lied, en spraken, zeggende: Ik zal den HEERE zingen; want Hij is hogelijk verheven! Het paard en zijn ruiter heeft Hij in de zee geworpen. (SV)
Het paard en zijn ruiter heeft Hij in de zee geworpen. Zie 14:27. De Egyptenaars hadden de nieuwgeboren jongetjes van Israël in het water van de Nijl geworpen, maar de God der wrake heeft leger van Egypte in het water van de Schelfzee geworpen.
2
Ex 15:2 De HEERE is mijn Kracht en Lied, en Hij is mij tot een Heil geweest; deze is mijn God; daarom zal ik Hem een liefelijke woning maken; Hij is mijns vaders God, daarom zal ik Hem verheffen! (CP[1])
Hij is mij tot een Heil geweest.
Ex 14:13 Doch Mozes zei tot het volk: Vreest niet, staat vast, en ziet het heil van Jahweh, dat Hij heden aan ulieden doen zal, want de Egyptenaars, die u heden gezien hebt, zult u niet weer zien in eeuwigheid. (CP[1])
Daarom zal ik Hem verheffen. God groot maken, zijn heerlijkheid doen uitkomen.
7
Ex 15:7 En door Uw grote hoogheid hebt Gij, die tegen U opstonden, omgeworpen; Gij hebt Uw brandende toorn uitgezonden, die hen verteerd heeft als een stoppel. (CP)
Uw grote hoogheid. Zie vs 1.: "Hij is hogelijk verheven".
Uw brandende toorn, die hen verteerd heeft... Onze God is een verterend vuur.
Heb 12:28 Laten wij dus, daar wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, de genade vasthouden, en laten wij daardoor God dienen op een Hem welbehaaglijke wijze met eerbied en ontzag. Heb 12:29 Immers onze God is een verterend vuur. (Telos)