Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

De volgende hoofdstukken van Richteren zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Richteren, hoofdstuk: 12345678910111213141516171821

Hoofdstuk Richteren 4 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

De heerschappij van de Kanaänitische koning Jabin, die Israël onderdrukte, wordt vernietigd. — Israël wordt onderdrukt door Jabin, koning der Kanaänieten, twintig jaar lang (1-3). De profetes Debora spoort Barak uit Naftali aan om met zijn stamgenooten en de Zebulonieten ten strijde te trekken tegen Sisera, Jabins krijgsoverste. Barak is hiertoe bereid indien zij meetrekt; na hem aangekondigd te hebben dat nu ook een vrouw de eer van de overwinning hebben zal, gaat zij met hem. (4-9). Barak roept de Naftalieten en de Zebulonieten naar Kedes, in de buurt waarvan een Kenitische familie gelegerd is, en verslaat Sizera bij den Kisjon (10-16). Sisera, te voet vluchtende, verschuilt zich in de tent van Jaël, de Kenitische, en wordt door haar in de slaap vermoord (17-22). Jabins heerschappij wordt geheel en al door Israël vernietigd (23-24).

6

Ri 4:6  En zij zond heen en riep Barak, den zoon van Abinoam, van Kedes-nafthali; en zij zeide tot hem: Heeft de HEERE, de God Israëls, niet geboden: Ga heen en trek op den berg Thabor, en neem met u tien duizend man, van de kinderen van Nafthali, en van de kinderen van Zebulon? (SV)

Het schijnt dat Debora, die een profetes was, door haar vraag in de verzen 6 en 7 Barak herinnert aan een eerdere profetie, wellicht door haar gesproken.

Tien duizend man. God noemt het benodigde aantal strijders. Bij Gideon zet God een veel kleiner aantal in.

11

Ri 4:11  Heber nu, de Keniet, had zich afgezonderd van Kaïn, uit de kinderen van Hobab, Mozes’ schoonvader; en hij had zijn tenten opgeslagen tot aan den eik in Zaänaïm, die bij Kedes is. (SV)

Heber. De man van Jaël, de vrouw die Sisera zal ombrengen.

Keniet. Kenieten waren afstammelingen van Kaïn.

Afgezonderd. De Kenieten woonden in Zuid-Kanaän. Heber was verhuisd naar Noord-Kanaän.

Hobab. Een zoon[1] van Rehuël (Jethro), de schoonvader van Mozes.

 

Bron

Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Richt. 4 is onder wijziging verwerkt op 26 apr. 2021.

Voetnoot

  1. Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Richt. 4