Exodus 34

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 5 apr 2022 om 13:05 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Exodus commentaar}} == Samenvatting == 1-4 Jahweh gelast Mozes, twee nieuwe stenen tafels te maken en alleen de berg te beklimmen, zonder dat er vee bij de berg is. Mozes maakt de twee stenen tafels en neemt ze mee op de berg. 5-9 God daalt neer in een wolk en maakt zijn tegenwoordigheid aan Mozes kenbaar; waarop deze vergiffenis voor zijn volk afsmeekt. 10-11 Jahweh belooft zijn hulp aan Israël bij de verdrijving van de Kanaänieten. 12-16 Hij waarschuwt...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Exodus 34 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van Exodus zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Exodus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40.

Samenvatting

1-4 Jahweh gelast Mozes, twee nieuwe stenen tafels te maken en alleen de berg te beklimmen, zonder dat er vee bij de berg is. Mozes maakt de twee stenen tafels en neemt ze mee op de berg. 5-9 God daalt neer in een wolk en maakt zijn tegenwoordigheid aan Mozes kenbaar; waarop deze vergiffenis voor zijn volk afsmeekt. 10-11 Jahweh belooft zijn hulp aan Israël bij de verdrijving van de Kanaänieten. 12-16 Hij waarschuwt tegen vermenging met hen. 17-26 En geeft Mozes een wet, die hij hem beveelt op te schrijven. 27-28 Op Jahweh’s last blijft Mozes veertig etmalen bij hem en schrijft de bondswoorden op de stenen tafels. 29-35 Afgedaald van de berg, deelt Mozes aan Aäron en het volk Gods geboden mee, maar bedekt, zolang hij met hen spreekt, zijn aangezicht, dat schittert; omdat het volk bang voor hem is.

1

Ex 34:1  Toen zeide de HEERE tot Mozes: Houw u twee stenen tafelen, gelijk de eerste waren, zo zal Ik op de tafelen schrijven dezelfde woorden, die op de eerste tafelen geweest zijn, die gij gebroken hebt. (SV)

Het schijnt dat God het Mozes niet kwalijk neemt dat deze de tafelen heeft verbroken, toen hij de afgoderij van Israël zag. De afgoderij was een bondsbreuk. Het verbreken van de tafels was daarvan de symbolische uitdrukking.

2

Ex 34:2 En wees bereid tegen de morgenstond; dat u in de morgenstond op de berg Sinaï klimt, en stel u aldaar voor Mij, op de top van de berg. (CP[1])

Wees bereid. Zo moeten ook wij bereid zijn voor de opneming van de gemeente.

Tegen de morgenstond. Daarom zal Mozes des morgens vroeg opstaan (4).

Dat u ... op de berg Sinaï klimt. De gedachte van opklimmen (zie ook volgende verzen) wordt ook uitgedrukt in Opb. 4:1, dat waarschijnlijk symbolisch spreekt van de opneming van de gemeente.

Opb 4:1 Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. (NBG51)

Opb 4:1  Na deze dingen zag ik, en zie: in de hemel was een deur geopend! En de eerste stem, die ik als een bazuin tot mij had horen spreken, zei: klim hierheen op, en ik zal je tonen ‘wat na deze dingen moet geschieden’! (NaB)

In Opb. 4:1 wordt het werkwoord anabaino gebruikt, dat 'opklimmen, opstijgen' betekent[2].

5

Ex 34:5 Jahweh nu kwam neerwaarts in een wolk, en stelde Zich aldaar bij hem; en Hij riep uit de naam van Jahweh (CP[1])

Kwam neerwaarts in een wolk. Ook op de berg der verheerlijking kwam God neer in een wolk, die drie discipelen overschaduwde.

En Hij riep uit de naam van Jahweh. Toen God in een wolk neerkwam op de berg der verheerlijking van Jezus, sprak Hij ook en wees op Zijn Zoon.

6

Ex 34:6 Als nu Jahweh voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: Jahweh, Jahweh is God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en trouw. (CP[1])

Deze deugden van God zijn zichtbaar geworden in het leven van Zijn Zoon op aarde.

Weldadigheid. Zie ook volgende vers.

Trouw. Of 'waarheid'.

9

Ex 34:9 En hij zeide: Heere! indien ik nu genade gevonden heb in Uw ogen, zo ga nu de Heere in het midden van ons, want dit is een hardnekkig volk; doch vergeef onze ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons aan tot een erfdeel! (SV)

Vergeef onze ongerechtigheid en onze zonde. Hiermee knoopt Mozes aan op de belijdenis van God aangaande Zichzelf (vs. 7).

10

Ex 34:10  Toen zeide Hij: Zie, Ik maak een verbond; voor uw ganse volk zal Ik wonderen doen, die niet geschapen zijn op de ganse aarde, noch onder enige volken; alzo dat dit ganse volk, in welks midden gij zijt, des HEEREN werk zien zal, dat het schrikkelijk is, hetwelk Ik met u doe. (SV)

Ook de Heer Jezus heeft unieke wonderen verricht, zoals het openen van de ogen van blinden.

Bron

Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Ex. 34 is onder wijziging verwerkt op 5 april 2022.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.