Numeri 4

Uit Christipedia

Numeri 4 is een hoofdstuk van Numeri, een geschrift in de Bijbel, en telt 49 verzen.

Hoofdstukken van Numeri samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33
Verzen van Numeri 4 becommentarieerd: · 3 · 5 · 6 · 13 · 15

Samenvatting

1-15 God beveelt Mozes de dienstplichtige Kohathieten te tellen, en schrijft hun hun taak voor bij het afbreken, vervoeren en opslaan van de tabernakel. 16 De priester Eleazar moet het opzicht houden over de tabernakel en zijn toebehoren. 17-20 Men drage zorg dat de Kohathieten niet in het heiligdom komen, waardoor zij zouden omkomen. 21-28 Daarna beveelt God Mozes, de Gersonieten te tellen en hun hun taak voor te schrijven. 29-33 Desgelijks ten aanzien van de Merarieten. 34-49 Jahweh's bevelen worden ten uitvoer gelegd; de uitkomst van de telling der drie Levietische geslachten.

3

3 Van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud; al wie tot de strijd inkomt, om het werk in de tent der samenkomst te doen. (CP[1])  

Strijd. Of 'leger', 'strijd' (Statenvertaling), 'dienst' (Herziene Statenvertaling). Hebr. 'tsaba' = 1 leger, heerschaar, 2 oorlog, oorlogvoering, dienst, ten oorlog trekken, 3 krijgsdienst[2]. Het is een ander woord dan Hebr. 'abodah', in het volgende vers vertaalt door 'dienst'.

Kiest men voor de vertaling van 'leger', 'heirschaar' (Naardense vertaling), dan denke men aan de groep dienstplichtige Levieten (in de leeftijd van 30-50 jaar).


Hoewel de Levieten waren vrijgesteld van militaire dienst, was hun dienst toch een soort strijd of krijgsdienst. Ze vormden een eigen legerkamp rond de tabernakel, en een deel van hun werk was om hem te bewaken en te bewaren, zodat hij niet werd verontreinigd of beroofd.

Misschien in zinspeling hierop wordt de bediening van het woord van God in het Nieuwe Testament een 'goede strijd' genoemd, en trouwe dienaren van het evangelie goede soldaten van Christus, en hun geestelijke middelen 'strijdwapens' (1 Tim. 1:18; 2 Tim. 2:3; 2 Cor. 10: 3,4).[3]

1Ti 1:18 Dit bevel vertrouw ik je toe, mijn kind Timotheus, overeenkomstig de voorafgegane profetieen over jou, opdat je door deze de goede strijd strijdt, (Telos)

2Ti 2:3  Lijd mee verdrukking als een goed soldaat van Christus Jezus. (Telos)

2Co 10:3  Want al wandelen wij in het vlees, wij voeren geen strijd naar het vlees; (Telos)

2Co 10:4  want de wapens van onze strijd zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God, tot afbreking van bolwerken; (Telos)

5

5 In het opbreken van het leger zullen Aäron en zijn zonen komen, en het voorhangsel ter afscherming afnemen, en zullen daarmee de ark der getuigenis bedekken. (CP[1])  

Aäron en zijn zonen. Dezen, de priesters, behoorden tot het geslacht van Kahath.

Geslachtslijn
 
 
 
 
 
 
Jakob
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Levi
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Gersom
 
Kahath
 
Merari
 
Jochebed
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Amram
 
Jizhar
 
Hebron
 
Uzziël
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Aäron
 
Mozes
 
Mirjam

6

6 En zij zullen een deksel van dassenvellen daarop leggen, en een geheel kleed van hemelsblauw daar bovenop uitspreiden; en zij zullen derzelver handbomen aanleggen. (SV) 

En een geheel kleed van hemelsblauw daar bovenop uitspreiden.

Levieten dragen de ark, die bedekt is met een hemelsblauw kleed, bij de doortocht door de Jordaan, Joz. 3:14v.

13

13 En zij zullen de as van het altaar vegen, en zij zullen daarover een kleed van purper uitspreiden. (SV)

Een kleed van purper. De offers op het brandofferaltaar spreken van het Lam van God, dat geofferd is voor onze zonden. Purper spreekt van voornaamheid, koninklijke waardigheid. De Koning der Joden werd 'bespottelijk' bekleed met een doornenkroon en een purperen mantel.

Joh 19:2 En de soldaten vlochten een kroon van doornen, zetten die op zijn hoofd en wierpen Hem een purperen mantel om, Joh 19:3 en zij traden op Hem toe en zeiden: Gegroet, koning der Joden. En zij gaven Hem slagen in het gezicht. Joh 19:4 En Pilatus ging opnieuw naar buiten en zei tot hen: Zie, ik breng Hem tot u naar buiten, opdat u weet dat ik geen enkele schuld in Hem vind. Joh 19:5 Jezus dan ging naar buiten met de doornenkroon op en het purperen kleed aan. En hij zei tot hen: Zie, de mens! (TELOS)

In werkelijkheid was Hij, die zich ten offer voor ons gaf, een koning, wie een purperen gewaad waardig is.

15

15 Als nu Aäron en zijn zonen, het dekken van het heiligdom, en van alle gereedschap des heiligdoms, in het optrekken des legers, zullen voleind hebben, zo zullen daarna de zonen van Kohath komen om te dragen; maar zij zullen dat heilige niet aanroeren, dat zij niet sterven. Dit is de last der zonen van Kohath, in de tent der samenkomst. (SV) 

Zij zullen dat heilige niet aanroeren, dat zij niet sterven. Aäron en zijn zonen, de priesters dus, mochten de heilige voorwerpen wél aanraken, de Kothatieten, die andere Levieten waren, niet. De taak van de laatsten was de ingepakte voorwerpen te dragen aan draagstokken. De dienst der niet-priesterlijke Levieten bepaalde zich tot het uitwendig heiligdom. In alle zaken van het altaar daarentegen en binnen het voorhangsel dienden alleen de priesters.[4]

Nabeschouwing

Lagen ↓ Bedekking voor het vervoer van voorwerpen van de tabernakel
bovenste: hemelsblauw dassenvel dassenvel dassenvel dassenvel dassenvel
dassenvel scharlaken kleed
schotels, pannen,
schalen, bekers
gereedschap
onderste: voorhangsel hemelsblauw kleed hemelsblauw hemelsblauw hemelsblauw purper
Bedekt
voorwerp:
Ark Toontafel Kandelaar met
benodigdheden
reukaltaar Gereedschap van de
tabernakeldienst
Brandoffer-altaar

Opvallend is het scharlaken kleed op de toontafel. De toontafel spreekt van Gods volk, de twaalf stammen van Israël. Spreekt het rode kleed niet van het bloed op grond waarvan zij een verbondsrelatie met God hadden gekregen?

Opvallend is verder dat op het brandofferaltaar geen hemelsblauw kleed werd gelegd. Purper spreekt van (koninklijke) waardigheid, hoge status. Ter bespotting kreeg Jezus een purperen mantel om. Aan het kruis stierf Hij, terwijl boven zijn hoofd hing de beschuldiging luidde 'Koning der Joden'. Naar waarheid is Hij de koning der Joden, meer nog, de Koning der koningen.

Bron

Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Numeri 4 is onder wijziging verwerkt op 27 mei 2023.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
  3. John Gill's Expositor.
  4. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst van het commentaar is onder wijziging verwerkt op 1 juni 2023.