Exodus 3

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2021 om 13:00 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Exodus commentaar}} == 1 == Ex 3:1  En Mozes hoedde de kudde van Jethro, zijn schoonvader, de priester in Midian; en hij leidde de kudde achter de woestijn, en...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Exodus 3 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van Exodus zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Exodus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40.

1

Ex 3:1  En Mozes hoedde de kudde van Jethro, zijn schoonvader, de priester in Midian; en hij leidde de kudde achter de woestijn, en hij kwam aan de berg Gods, aan Horeb. (CP[1])

Mozes hoedde de kudde van Jethro, zijn schoonvader. Niet zijn eigen kudde. Met deze ervaring als herder zal hij de kudde van God, zijn hemelse Vader, hoeden.

De berg Gods, aan Horeb. Waar God hem nu zal verschijnen en waar God later aan het volk van Israël zich zal openbaren. Sommigen menen dat Midian in het tegenwoordige Saoedi-Arabië ligt en de berg Horeb daar is gevonden.

2

Ex 3:2  En de Engel des HEEREN verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een braambos; en hij zag, en ziet, het braambos brandde in het vuur, en het braambos werd niet verteerd. (SV)

De Engel des HEEREN. Die God Zelf is, zie vers 4.

In een vuurvlam.

Heb 1:7  En van de engelen zegt Hij wel: ‘Die zijn engelen tot geesten maakt en zijn dienaars tot een vuurvlam’, (Telos)

De ogen van de Heer Jezus zijn als een vuurvlam:

Opb 1:14  en zijn hoofd en haar als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam (Telos)

Opb 2:18  En schrijf aan de engel van de gemeente in Thyatira: Dit zegt de Zoon van God, die zijn ogen heeft als een vuurvlam en zijn voeten aan blinkend koper gelijk: (Telos)

Opb 19:12  En zijn ogen zijn als een vuurvlam en op zijn hoofd zijn vele diademen en Hij heeft een geschreven naam, die niemand kent dan Hijzelf. (Telos)

4

Ex 3:4  Toen de HEERE zag, dat hij zich daarheen wendde, om te bezien, zo riep God tot hem uit het midden van het braambos, en zeide: Mozes, Mozes! En hij zeide: Zie, [hier] ben ik! (SV)

Zo riep God uit het midden van het braambos. God is dezelfde als de Engel des HEEREN (vers 2).

Mozes, Mozes! Twee maal. Vergelijk:

1Sa 3:10  Toen kwam de HEERE, en stelde Zich daar, en riep gelijk de andere malen: Samuël, Samuël! En Samuël zeide: Spreek, want Uw knecht hoort. (SV)

5

Ex 3:5  En Hij zeide: Nader hier niet toe; trek uw schoenen uit van uw voeten; want de plaats, waarop gij staat, is heilig land. (SV)

Is heilig land. Waarschijnlijk omdat God tegenwoordig was.

6

Ex 3:6  Hij zeide voorts: Ik ben de God uws vaders, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes verborg zijn aangezicht, want hij vreesde God aan te zien. (SV)

De God van ... God verwijst telkens naar vier enkelingen, waarvan Hij de God is. Hij is de God van het volk Israël, ja, van alle volken.

Ro 3:29  Is God alleen de God van de Joden? Niet ook van de volken? Ja, ook van de volken; (Telos)

Maar ook van de enkeling, van mij.

Hij vreesde God aan te zien. Begrijpelijk reactie van Mozes.

God is later zichtbaar geworden door zijn zoon Jezus Christus.

Joh 14:9  Jezus zei tot hem: Ben Ik zo lange tijd bij u en heb je Mij niet gekend, Filippus? Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien; hoe zeg je dan: Toon ons de Vader? (Telos)

7

Ex 3:7 En de HEERE zeide: Ik heb zeer wel gezien de verdrukking Mijns volks, hetwelk in Egypte is, en heb hun geschrei gehoord, vanwege hun drijvers; want Ik heb hun smarten bekend. (SV)

Ik heb hun smarten bekend. Hetzelfde Hebreeuwse werkwoord, yada, wordt ook in 2:25 gebruikt.

Ex 2:25  En God zag de kinderen Israëls aan, en God kende [hen]. (SV)

Later zal God de Zoon de smarten op een bijzondere wijze kennen.

Jes 53:3  Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en [een] [iegelijk] was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. (SV)

8

Ex 3:8  Daarom ben Ik neergekomen, dat Ik het verlosse uit de hand der Egyptenaren, en het opvoere uit dit land, naar een goed en ruim land, naar een land, vloeiende van melk en honig, tot de plaats der Kanaänieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten. (CP[1])

Daarom ben Ik neergekomen, dat Ik het verlosse. Zo zal de Zoon van God later neerkomen, de gestalte van een mens aannemend, om te verlossen.

En het opvoere uit dit land. Hebreeuws werkwoord: alah. Werkwoordstam: hiphil. De betekenis is: opvoeren, doen opgaan, doen omhooggaan. Het is alsof de opname van de Gemeente van Christus al wordt aangeduid.

Naar een goed en ruim land, naar een land, vloeiende van melk en honig. Ook ons wacht in de hemel een ruim en heerlijk land, een hemels Vaderland.

9

Ex 3:9  En nu, zie, het geschrei der kinderen Israëls is tot Mij gekomen; en ook heb Ik gezien de verdrukking, waarmede de Egyptenaars hen verdrukken. (SV)

Het geschrei der kinderen Israëls is tot Mij gekomen. Hij heeft het gehoord (vers 7).

Ook heb Ik gezien de verdrukking. Zie vers 7.

10

Ex 3:10  Zo kom nu, en Ik zal u tot Farao zenden, opdat gij Mijn volk (de kinderen Israëls) uit Egypte voert. (SV)

Opdat gij Mijn volk ... uit Egypte voert. In vers 8 heeft God gezegd dat Hij het opvoert uit Egypte. Wie voert nu op en uit? Het antwoord is: God voert Israël op en uit door de dienst van Mozes. Hij gebruikt een mens. Zo zal Hij zich ook bedienen van Jezus, de Zoon van God, de mens zal worden, om mensen uit de wereld op en uit te voeren.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.