■Verzen van Numeri 3 becommentarieerd: · 2 · 17 · 22
Samenvatting
De stam Levi. 1-4 De vier zonen van Aäron, de priesters, waarvan twee gestorven waren. 5-10 God beveelt Mozes, de stam Levi ten dienste van Aäron en de tabernakel te stellen. 11-13 Hij verklaart, de Levieten voor Zijn deel te nemen, in plaats van de eerstgeborenen der Israëlieten die Hem toekomen. 14-16 Op bevel van God monstert Mozes de Levieten van één maand oud af. 17-20 De drie zonen van Levi en de van hen afstammende geslachten. 21-26 De families, het aantal, de plaats in het kamp, de vorst en de taak der Gersonieten. 27-31 Desgelijks van de Kehathieten, 32 uit wie het hoofd van alle Levieten stamt, 33-37 en van de Merarieten. 38 Mozes, Aäron en zijn zonen zijn aan de oostzijde van de tent der samenkomst gelegerd; 39 het aantal van alle Levieten. 40-43 Op bevel van God telt Mozes de eerstgeborenen der Israëlieten van één maand oud af en legt in hun plaats op de Levieten beslag. 44-51 Eveneens op Gods bevel lost hij de eerstgeborenen die er meer zijn dan Levieten, voor vijf sikkelen het hoofd, welk geld aan Aäron gegeven wordt.
2
2 En dit zijn de namen der zonen van Aäron: de eerstgeborene, Nadab, daarna Abihu, Eleazar, en Ithamar. (SV)