Jozua (boek)/3: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 18: Regel 18:


''Joz 4:14  Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van het ganse Israël; en zij vreesden hem, gelijk als zij Mozes gevreesd hadden, al de dagen zijns levens.'' (SV)
''Joz 4:14  Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van het ganse Israël; en zij vreesden hem, gelijk als zij Mozes gevreesd hadden, al de dagen zijns levens.'' (SV)

== Joz. 3:16 ==
Joz 3:16  Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ''ligt''; en die naar de zee des vlakken velds, ''te'' ''weten'' de Zoutzee, afliepen, vergingen, zij werden afgesneden. Toen trok het volk over, tegenover Jericho. (SV)
'''Zij rezen op een hoop... zij werden afgesneden.''' Zodra het volk overgetrokken was, hernam de rivier weer zijn loop.

Hoe werd het water bij Adam tegengehouden, waardoor het zich ophoogde? Sommigen opperen een natuurlijke verklaring: door een aardverschuiving in de Jordaan, waardoor een deel van de oever instortte<ref name=":0">J.J. Bimson, ''Encyclopedie van Bijbelse plaatsen'' (Kampen: Kok, 2007), s.v. Adam</ref>, vergelijkbaar met de aardverschuivingen die in het meer recente verleden bij Tell ad-Damiyeh zijn gebeurd. Er hebben zich daar vaker oeververzakkingen voorgedaan: in de jaren 1160, 1267, 1534, 1834, 1906 en 1927. "Deze oeverdelen zijn niet erg stabiel en kunnen voor aardverschuivingen zorgen en bij grote grondverplaatsing de Jordaan tijdelijk afdammen."<ref name=":1">Anne Rutger Fortuin, [https://www.geologischmuseumhofland.nl/files/GEA_juni_2015_&#x5B;JORDAAN&#x5D;.pdf 'Aardbevingen in het Jordaandal: geologische en archeologische getuigenissen'], in: Gea, juni 2015, vol. 48, nr. 2, pag. 35-61.</ref> "Uit verslagen is bekend dat de instortende steile oever de rivier voor enkele uren tot een hele dag afdamde. Stroomafwaarts liep de rivier dus leeg, waarna weer herstel van de oude loop optrad als het opgestuwde water over de barrière heen spoelde."<ref name=":1" /> In 1267 was de Jordaan 10 uur lang gestremd, nadat een deel van de over instortte<ref name=":0" />. In 1534 duurde de afdamming twee etmalen<ref name=":1" />. In 1927 raakte de rivier afgedamd als gevolg van de zwaarste aardbeving (6.2 op de schaal van Richter) in het land van Israël van de 20e eeuw. Deze stremming duurde 2,5 uur <ref name=":0" /> of 21<ref name=":1" /> uur.

God kan middelijkerwijs natuurkrachten als secundaire oorzaken inzetten of onmiddelijkerwijs ingrijpen. In dit geval geeft de Schrift geen uitsluitsel. De doortocht door de Schelfzee werd mogelijk gemaakt doordat God door een 'sterke oostenwind' de zee droogmaakte.

''Ex 14:21  Toen Mozes zijn hand uitstrekte over de zee, zo deed de HEERE de zee weggaan, door een sterken oostenwind, dien gansen nacht, en maakte de zee droog, en de wateren werden gekliefd.'' (SV)

Verderop in het boek Jozua lezen we dat God grote hagelstenen doet neerkomen op de vijandelijke legers (Joz. 10:11) die voor Israël vluchtten.

'''Zeer verre van de stad Adam af.''' Adam lag 28<ref name=":0" /> of 30 km<ref>https://he.wikipedia.org/wiki/%D7%90%D7%93%D7%9D_(%D7%A2%D7%99%D7%A8). Hebreeuws artikel over de stad Adam.</ref><ref name=":1" /> ten noorden van Jericho.


== Bron ==
== Bron ==
A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 8 is onder wijziging verwerkt op 22 okt. 2020.
A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 8 is onder wijziging verwerkt op 22 okt. 2020.

== Voetnoten ==

Versie van 28 okt 2020 12:10

Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.
Jozua: 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24

Hoofdstuk 3 van Jozua (boek) wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

Kort: doortocht door de Jordaan.

Jozua regelt de doortocht door de Jordaan. Tijdens de doortocht staan in het midden van de Jordaan de priesters die de ark van het verbond dragen. God houdt het water van de rivier tegen, zodat het volk over de drooggevallen bedding naar de overkant kan gaan.

Inleiding

Als een voorzichtig man, die bij ervaring weet, dat onderschatting van de vijand de zekerste weg is naar de nederlaag, heeft Jozua in het geheim twee mannen gezonden om „het land en Jericho" te bezien, en eerst wanneer deze teruggekomen zijn en verhaald hebben ook van hun ervaringen en gesproken heb­ben van de vrees, die „alle inwoners van het land" heeft bevangen bij het horen van wat èn bij de Schelfzee èn in het Overjordaanse is gebeurd, eerst dan neemt hij het besluit om de Jordaan over te trekken. Wat de verspieders hem zeggen leeft ook in zijn hart: „De Heere heeft het gehele land in onze hand gegeven, ja alle inwoners van het land vergaan voor ons van angst" (Joz. 2 : 24).

Joz. 3:4

Joz 3:4  Dat er nochtans ruimte zij tussen ulieden en tussen dezelve, bij de twee duizend ellen in de maat; en nadert tot dezelve niet; opdat gij dien weg wetet, dien gij gaan zult; want gijlieden zijt door dien weg niet gegaan gisteren [en] eergisteren. (SV)

Twee duizend ellen. Zinspeling op 2000 jaren tussen de ingang van de opgestane Heer in de hemel en de ingang van de gemeente in het hemels vaderland (opname van de Gemeente)?

Joz. 3:7

Joz 3:7  Want de HEERE had tot Jozua gezegd: Dezen dag zal Ik beginnen u groot te maken voor de ogen van gans Israël, opdat zij weten, dat Ik met u zijn zal, gelijk als Ik met Mozes geweest ben. (SV)

Beginnen U groot te maken voor de ogen van gans Israël. Dat zou gebeuren door de wonderbare doortocht door de Jordaan.

Joz 4:14  Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van het ganse Israël; en zij vreesden hem, gelijk als zij Mozes gevreesd hadden, al de dagen zijns levens. (SV)

Joz. 3:16

Joz 3:16  Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ligt; en die naar de zee des vlakken velds, te weten de Zoutzee, afliepen, vergingen, zij werden afgesneden. Toen trok het volk over, tegenover Jericho. (SV)

Zij rezen op een hoop... zij werden afgesneden. Zodra het volk overgetrokken was, hernam de rivier weer zijn loop.

Hoe werd het water bij Adam tegengehouden, waardoor het zich ophoogde? Sommigen opperen een natuurlijke verklaring: door een aardverschuiving in de Jordaan, waardoor een deel van de oever instortte[1], vergelijkbaar met de aardverschuivingen die in het meer recente verleden bij Tell ad-Damiyeh zijn gebeurd. Er hebben zich daar vaker oeververzakkingen voorgedaan: in de jaren 1160, 1267, 1534, 1834, 1906 en 1927. "Deze oeverdelen zijn niet erg stabiel en kunnen voor aardverschuivingen zorgen en bij grote grondverplaatsing de Jordaan tijdelijk afdammen."[2] "Uit verslagen is bekend dat de instortende steile oever de rivier voor enkele uren tot een hele dag afdamde. Stroomafwaarts liep de rivier dus leeg, waarna weer herstel van de oude loop optrad als het opgestuwde water over de barrière heen spoelde."[2] In 1267 was de Jordaan 10 uur lang gestremd, nadat een deel van de over instortte[1]. In 1534 duurde de afdamming twee etmalen[2]. In 1927 raakte de rivier afgedamd als gevolg van de zwaarste aardbeving (6.2 op de schaal van Richter) in het land van Israël van de 20e eeuw. Deze stremming duurde 2,5 uur [1] of 21[2] uur.

God kan middelijkerwijs natuurkrachten als secundaire oorzaken inzetten of onmiddelijkerwijs ingrijpen. In dit geval geeft de Schrift geen uitsluitsel. De doortocht door de Schelfzee werd mogelijk gemaakt doordat God door een 'sterke oostenwind' de zee droogmaakte.

Ex 14:21  Toen Mozes zijn hand uitstrekte over de zee, zo deed de HEERE de zee weggaan, door een sterken oostenwind, dien gansen nacht, en maakte de zee droog, en de wateren werden gekliefd. (SV)

Verderop in het boek Jozua lezen we dat God grote hagelstenen doet neerkomen op de vijandelijke legers (Joz. 10:11) die voor Israël vluchtten.

Zeer verre van de stad Adam af. Adam lag 28[1] of 30 km[3][2] ten noorden van Jericho.

Bron

A. Noordtzij, Joh. de Groot, Des Heeren heirscharen. Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 8 is onder wijziging verwerkt op 22 okt. 2020.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 J.J. Bimson, Encyclopedie van Bijbelse plaatsen (Kampen: Kok, 2007), s.v. Adam
  2. 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 Anne Rutger Fortuin, 'Aardbevingen in het Jordaandal: geologische en archeologische getuigenissen', in: Gea, juni 2015, vol. 48, nr. 2, pag. 35-61.
  3. https://he.wikipedia.org/wiki/%D7%90%D7%93%D7%9D_(%D7%A2%D7%99%D7%A8). Hebreeuws artikel over de stad Adam.