Jozua (boek)/4

Jozua (boek):

• 1
• 10
• 11
• 12
• 13
• 14
• 15
• 16
• 17
• 18
• 19
• 2
• 20
• 21
• 22
• 23
• 24
• 3
• 4
• 5
• 6
• 7
• 8
• 9
• Voorgeschiedenis

---

4 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

Nadat het volk door de Jordaan is getrokken (Joz. 3) worden twaalf gedenkstenen opgericht in het nachtleger van Israël. Later worden ze opgericht te Gilgal.

Joz. 4:7

Joz 4:7 Zo zult gij tot hen zeggen: Omdat de wateren van de Jordaan zijn afgesneden geweest voor de ark des verbonds des HEEREN; als zij toog door de Jordaan, werden de wateren van de Jordaan afgesneden; zo zullen deze stenen den kinderen Israëls ter gedachtenis zijn tot in eeuwigheid. (SV)

De ark des verbonds hield de wateren van de Jordaan tegen.

De hoop soldaten en tempeldienaren kwam ook tot stilstand toen zij de Heer Jezus in de hof van Gethsemané ontmoetten. De soldaten deinsden terug en vielen zelfs op de grond. De leerlingen bleven gespaard.

Joh 18:6 Toen Hij dan tot hen zei: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen op de grond. (TELOS)

Joz. 4:17

Joz 4:17 Toen gebood Jozua den priesteren, zeggende: Klimt op uit den Jordaan. (SV)

Als het volk is overgestoken, mogen de dragers van de ark opkomen de bedding van de Jordaan.

Johannes mocht ten hemel opkomen nadat de laatste gemeente, Laodicéa, als het ware de revue was gepasseerd.

Opb 4:1 Hierna zag ik, en zie, een deur was geopend in de hemel, en de eerste stem die ik gehoord had als van een bazuin, die met mij sprak, zei: Kom hier op en Ik zal u tonen wat hierna moet gebeuren. (TELOS)