Jozua (boek)/2

Uit Christipedia
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.
Jozua: 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24

Hoofdstuk 2 van Jozua (boek) wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

Kort: de verspieders van Israël gered door Rachab, een hoer in Jericho.

Jozua zendt twee verspieders naar Jericho zendt, om het land en die stad te verspieden. Deze nemen hun intrek in Jericho bij een hoer, Rachab genaamd. Zij en andere inwoners van Kanaän zijn zeer bevreesd voor het volk Israël, die dankzij hun God overwinningen behaald hebben. Zij verbergt de mannen voor de onderzoekingen van de koning van Jericho, die weet dat zij in de stad zijn. Daarna beloven de twee Israëlieten haar met een eed, dat haar leven en dat van haar huisgenoten bij de verovering van de stad gespaard zal blijven. Via een touw uit het raam van haar huis ontsnappen zij. Nadat zij zich drie dagen lang in het gebergte van Jericho hebben schuilgehouden, keren zij tot Jozua terug met een gunstig bericht.

Joz. 2:1

Joz 2:1  Jozua nu, de zoon van Nun, had twee mannen, die heimelijk verspieden zouden, gezonden van Sittim, zeggende: Gaat heen, bezichtigt het land en Jericho. Zij dan gingen, en kwamen ten huize van een vrouw, een hoer, wier naam was Rachab, en zij sliepen daar. (SV)

Sittim. Zie kaart

Van Sittim naar Jericho
En Jericho. Van uit het legerkamp kon Israël de stad zien liggen[1].

Joz. 2:5

Joz 2:5  En het geschiedde, als men de poort zou sluiten, als het duister was, dat die mannen uitgingen; ik weet niet, waarheen die mannen gegaan zijn; jaagt hen haastelijk na, want gij zult ze achterhalen. (SV)

De poort. Jericho had slechts één poort[1]. Zie Jericho.

Joz. 2:11

Joz 2:11  Als wij het hoorden, zo versmolt ons hart, en er bestaat geen moed meer in iemand, vanwege ulieder tegenwoordigheid; want de HEERE, ulieder God, is een God boven in den hemel, en beneden op de aarde. (SV)

En beneden op de aarde. En Hij bemoeit zich met menselijke aangelegenheden, zoals gebleken is uit de overwinningen die hij jullie, Israëlieten, geschonken heeft.

Joz. 2:12

Joz 2:12  Nu dan, zweert mij toch bij den HEERE, dewijl ik weldadigheid aan ulieden gedaan heb, dat gij ook weldadigheid doen zult aan mijns vaders huis, en geeft mij een waarteken, (SV)

Waarteken. D.i. een waarmerk: een merk of teken, met name een handtekening of stempel, waardoor iets bekrachtigd of gegarandeerd wordt, bijvoorbeeld een waarmerk van echtheid[2]. Rachab begeerde een teken dat haar en het huis van haar vader de zekerheid zou geven dat ze gespaard en behouden zouden worden door de Israëlieten (vers 13).

Joz. 2:15

Joz 2:15  Zij liet hen dan neder met een zeel door het venster; want haar huis was op de stadsmuur; en zij woonde op de muur. (CP[3])

Zeel. Dikke band of dik touw, zie Zeel. Hebreeuws: חבל, chebel. Dit woord heeft verschillende betekenissen. Het komt 59x voor in het Oude Testament. Meestal betekent het "snoer, koord, banden". Maar het kan ook betekenen "weeën, smarten"[4].

Het zeel dat Rachab gebruikte was een dik scharlaken snoer (vers 18).

Haar huis was op de stadsmuur. De buitenste muur was ongeveer 1,75 meter dik, terwijl de dikte van de binnenmuur varieerde van 3,3 tot 3,6 meter. De tussenruimte tussen beide muren was ongeveer 3,5 meter. Tengevolge van gebrek aan ruimte binnen de muren waren er ook op de muren huizen gebouwd, waar­toe de ruimten tussen de beide muren overbrugd waren met timmerhout, tenzij de huizen gesteund werden door smalle dwarsmuren, die tevens dienst deden om de beide stadsmuren aan elkaar te ver­binden.[1]

Joz. 2:18

Joz 2:18  Zie, wanneer wij in het land komen, zo zult gij dit snoer van scharlaken draad aan het venster binden, door hetwelk gij ons zult nedergelaten hebben; en gij zult tot u in het huis vergaderen uw vader, en uw moeder, en uw broeders, en het ganse huisgezin uws vaders. (SV)

Dit snoer van scharlaken draad. Dit woord is een ander dan dat in vers 15. Het woord in het huidige vers vertaald met 'snoer' is in het Hebreeuws תקוה, tiqvah. Dit komt 34x voor in het Oude Testament. Het wordt slechts 2x vertaald met "snoer" (Statenvertaling) of "koord" (NBG51-vertaling). In andere gevallen is de betekenis "hoop, verwachting, hopen". Het huidige Israëlische volkslied heet HaTiqvah, De hoop.

Een oranjerood (zie Scharlaken) snoer. Het staat misschien symbool voor het bloed van Christus, waardoor een zondaar gered wordt uit de wereld die ten onder gaat en voor Gods toorn bewaard wordt. De verspieders ontsnapten, en Rachab zou gespaard worden.

Hnd 15:11  Maar door de genade van de Heer Jezus geloven wij behouden te worden op dezelfde wijze als ook zij. (Telos)

Ro 5:9  Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. (Telos)

Door Jezus' smarten aan het kruis (eerste snoer) is ons hoop (tweede snoer) geworden[5].

Jes 53:5  Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. (SV)

Na de terugkeer van de verspieders trok het volk naar de Jordaan en drie dagen nadien maakten zij de overtocht (Joz. 3:4). Na drie dragen stond de Heer Jezus uit de doden op, waardoor wij, zovelen die geloven, hoop hebben op het eeuwig leven.
De twee verspieders ontsnappen met behulp van een scharlaken snoer dat aan het venster van Rachabs huis gebonden was.

Joz. 2:24

Joz 2:24  En zij zeiden tot Jozua: Zekerlijk, de HEERE heeft dat ganse land in onze handen gegeven; want ook zijn al de inwoners des lands voor onze aangezichten gesmolten. (SV)

Dan neemt Jozua het besluit om de Jordaan over te steken en het Beloofde Land binnen te trekken (Joz. 3:1).

Bron

A. Noordtzij, Joh. de Groot, Des Heeren heirscharen. Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 8 is onder wijziging verwerkt op 22 okt. 2020.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 1,2 A. Noordtzij, Joh. de Groot, Des Heeren heirscharen (Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938), blz. 8.
  2. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.
  3. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  4. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
  5. Prophecies of Jericho. Youtube.com: Prophecy in the News, 15 juli 2020. Vanaf 24 min 26 sec.