Jozua (boek)/3: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 8: Regel 8:
== Inleiding ==
== Inleiding ==
Als een voorzichtig man, die bij ervaring weet, dat onderschatting van de vijand de zekerste weg is naar de nederlaag, heeft Jozua in het geheim twee mannen gezonden om „het land en Jericho" te bezien, en eerst wanneer deze teruggekomen zijn en verhaald hebben ook van hun ervaringen en gesproken heb­ben van de vrees, die „alle inwoners van het land" heeft bevangen bij het horen van wat èn bij de Schelfzee èn in het Overjordaanse is gebeurd, eerst dan neemt hij het besluit om de Jordaan over te trekken. Wat de verspieders hem zeggen leeft ook in zijn hart: „De Heere heeft het gehele land in onze hand gegeven, ja alle inwoners van het land vergaan voor ons van angst" (Joz. 2 : 24).
Als een voorzichtig man, die bij ervaring weet, dat onderschatting van de vijand de zekerste weg is naar de nederlaag, heeft Jozua in het geheim twee mannen gezonden om „het land en Jericho" te bezien, en eerst wanneer deze teruggekomen zijn en verhaald hebben ook van hun ervaringen en gesproken heb­ben van de vrees, die „alle inwoners van het land" heeft bevangen bij het horen van wat èn bij de Schelfzee èn in het Overjordaanse is gebeurd, eerst dan neemt hij het besluit om de Jordaan over te trekken. Wat de verspieders hem zeggen leeft ook in zijn hart: „De Heere heeft het gehele land in onze hand gegeven, ja alle inwoners van het land vergaan voor ons van angst" (Joz. 2 : 24).

== Joz. 3:1 ==
Joz 3:1  Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op, en zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de kinderen Israëls; en zij vernachtten aldaar, eer zij overtrokken. (SV)
'''Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op.''' Na de bemoedigende woorden van de twee verspieders (2:24) neemt Jozua het besluit tot de overtocht. Met een geheel volk, dus ook met vrouwen en kinderen, de rivier over te steken, dat houdt heel wat in. Dat kan slechts gedaan worden door wie niet alleen leeft in de overtuiging, dat gedurende het oversteken der rivier geen vijandelijke macht tot een onverwachte aanval besluit, maar er tevens zeker van is, dat hij straks niet tot een smadelijke terugtocht zal worden gedwongen. Die overtuiging nu leeft in Jozua's ziel. Hij weet, dat „een levende God" (vers 10) in het midden van Israël is; een God, die het doet, die alles doet, die met hem zijn zal zoals Hij was met Mozes en hem niet be­geven noch verlaten zal. Diens woord, tot hem gesproken na Mozes' dood, is in zijn ziel gegrift en sindsdien Jozua's enig richtsnoer. Het zei hem sterk te zijn en vast besloten, niet te sidderen noch te vrezen (Joz. 1 :2—9).

'''Zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan.''' De weg van Sittim, van Dalehet legerkamp van Abel-Sittim, tot de Jordaan is ongeveer 13 km lang<ref name=":2">A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 10. </ref>.


== Joz. 3:4 ==
== Joz. 3:4 ==
Joz 3:4  Dat er nochtans ruimte zij tussen ulieden en tussen dezelve, bij de twee duizend ellen in de maat; en nadert tot dezelve niet; opdat gij dien weg wetet, dien gij gaan zult; want gijlieden zijt door dien weg niet gegaan gisteren [en] eergisteren. (SV)
Joz 3:4  Dat er nochtans ruimte zij tussen ulieden en tussen dezelve, bij de twee duizend ellen in de maat; en nadert tot dezelve niet; opdat gij dien weg wetet, dien gij gaan zult; want gijlieden zijt door dien weg niet gegaan gisteren [en] eergisteren. (SV)
'''Twee duizend ellen.''' Een voorgeschreven afstand van ongeveer duizend meter.
'''Twee duizend ellen.''' Zinspeling op 2000 jaren tussen de ingang van de opgestane Heer in de hemel en de ingang van de gemeente in het hemels vaderland ([[Opname van de gemeente|opname van de Gemeente]])?

Zinspeling op 2000 jaren tussen de ingang van de opgestane Heer in de hemel en de ingang van de gemeente in het hemels vaderland ([[Opname van de gemeente|opname van de Gemeente]])?


== Joz. 3:7 ==
== Joz. 3:7 ==
Regel 18: Regel 26:


''Joz 4:14  Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van het ganse Israël; en zij vreesden hem, gelijk als zij Mozes gevreesd hadden, al de dagen zijns levens.'' (SV)
''Joz 4:14  Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van het ganse Israël; en zij vreesden hem, gelijk als zij Mozes gevreesd hadden, al de dagen zijns levens.'' (SV)

== Joz. 3:15 ==
Joz 3:15  En als zij, die de ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen waren, en de voeten der priesteren, dragende de ark, ingedoopt waren in het uiterste van het water (de Jordaan nu was vol al de dagen des oogstes aan al haar oevers); (SV)
Kwamen de voeten van de priesters, die de ark droegen, in het water, het volk ging daarop droogvoets door.

<u>Typologie.</u> De ark is een symbool van Christus. De Heer Jezus ging in de wateren des doods, opdat wijzelf de dood niet zouden zien. Zie vers 16.


== Joz. 3:16 ==
== Joz. 3:16 ==
Joz 3:16  Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ''ligt''; en die naar de zee des vlakken velds, ''te'' ''weten'' de Zoutzee, afliepen, vergingen, zij werden afgesneden. Toen trok het volk over, tegenover Jericho. (SV)
Joz 3:16  Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ''ligt''; en die naar de zee des vlakken velds, ''te'' ''weten'' de Zoutzee, afliepen, vergingen, zij werden afgesneden. Toen trok het volk over, tegenover Jericho. (SV)
'''Zij rezen op een hoop... zij werden afgesneden.''' Zodra het volk overgetrokken was, hernam de rivier weer zijn loop. Wonderlijk is de tijdigheid van de tegenhouding en van de doorlating van het water.
'''Zij rezen op een hoop... zij werden afgesneden.''' Zodra het volk overgetrokken was, hernam de rivier weer zijn loop. Wonderlijk is de tijdigheid van de tegenhouding en van de doorlating van het water. Ps. 114 herinnert aan de doortocht door de Schelfzee en aan die door de Jordaan:


''Ps 114:1 Toen Israël uit Egypte toog, het huis Jakobs van een volk, dat een vreemde taal had; Ps 114:2  Zo werd Juda tot Zijn heiligdom, Israël Zijn volkomene heerschappij. Ps 114:3  De zee zag het, en vlood; <u>de Jordaan keerde achterwaarts</u>. (...) Ps 114:5  Wat was u, gij zee! dat gij vloodt? <u>gij Jordaan! dat gij achterwaarts keerdet?</u> (SV)''
Hoe werd het water bij Adam tegengehouden, waardoor het zich ophoogde? Sommigen opperen een natuurlijke verklaring: door een aardverschuiving in de Jordaan, waardoor een deel van de oever instortte<ref name=":0">J.J. Bimson, ''Encyclopedie van Bijbelse plaatsen'' (Kampen: Kok, 2007), s.v. Adam</ref>, vergelijkbaar met de aardverschuivingen die in het meer recente verleden bij Tell ad-Damiyeh zijn gebeurd. Er hebben zich daar vaker oeververzakkingen voorgedaan: in de jaren 1160, 1267, 1534, 1834, 1906 en 1927. "Deze oeverdelen zijn niet erg stabiel en kunnen voor aardverschuivingen zorgen en bij grote grondverplaatsing de Jordaan tijdelijk afdammen."<ref name=":1">Anne Rutger Fortuin, [https://www.geologischmuseumhofland.nl/files/GEA_juni_2015_&#x5B;JORDAAN&#x5D;.pdf 'Aardbevingen in het Jordaandal: geologische en archeologische getuigenissen'], in: Gea, juni 2015, vol. 48, nr. 2, pag. 35-61.</ref> "Uit verslagen is bekend dat de instortende steile oever de rivier voor enkele uren tot een hele dag afdamde. Stroomafwaarts liep de rivier dus leeg, waarna weer herstel van de oude loop optrad als het opgestuwde water over de barrière heen spoelde."<ref name=":1" /> In 1267 was de Jordaan 10 uur lang gestremd, nadat een deel van de oever was ingestort<ref name=":0" />. In 1534 duurde de afdamming twee etmalen<ref name=":1" />. In 1927 raakte de rivier afgedamd als gevolg van de zwaarste aardbeving (6.2 op de schaal van Richter) in het land van Israël van de 20e eeuw. Deze stremming duurde 2,5 uur<ref name=":0" /> of 21<ref name=":1" /> uur.

Dat feit alleen - dat de wateren werden afgesneden, ophoopten bij Adam - wordt vermeld. Hoe werd het water bij Adam tegengehouden, waardoor het zich ophoogde? Sommigen opperen een natuurlijke verklaring: door een aardverschuiving in de Jordaan, waardoor een deel van de oever instortte<ref name=":0">J.J. Bimson, ''Encyclopedie van Bijbelse plaatsen'' (Kampen: Kok, 2007), s.v. Adam</ref>, vergelijkbaar met de aardverschuivingen die in het meer recente verleden bij Tell ad-Damiyeh zijn gebeurd. Heeft een aardbeving, zoals die daar ter plaatse in het voorjaar meer wordt gevoeld, een of meer mergelheuvels, die daar soms een hoogte van 20 meter hebben<ref name=":2" />, in de rivier gestort en deze daardoor voor enige tijd afgedamd? Of zijn een of meer daarvan door het water zelf ondergraven? Zowel voor de ene als voor de andere mogelijkheid is plaats.

Er hebben zich daar vaker oeververzakkingen voorgedaan: in de jaren 1160, 1267, 1534, 1834, 1906 en 1927. "Deze oeverdelen zijn niet erg stabiel en kunnen voor aardverschuivingen zorgen en bij grote grondverplaatsing de Jordaan tijdelijk afdammen."<ref name=":1">Anne Rutger Fortuin, [https://www.geologischmuseumhofland.nl/files/GEA_juni_2015_&#x5B;JORDAAN&#x5D;.pdf 'Aardbevingen in het Jordaandal: geologische en archeologische getuigenissen'], in: Gea, juni 2015, vol. 48, nr. 2, pag. 35-61.</ref> "Uit verslagen is bekend dat de instortende steile oever de rivier voor enkele uren tot een hele dag afdamde. Stroomafwaarts liep de rivier dus leeg, waarna weer herstel van de oude loop optrad als het opgestuwde water over de barrière heen spoelde."<ref name=":1" /> In 1267 was de Jordaan 10 uur lang gestremd, nadat een deel van de oever was ingestort<ref name=":0" />. In 1534 duurde de afdamming twee etmalen<ref name=":1" />. In 1927 raakte de rivier afgedamd als gevolg van de zwaarste aardbeving (6.2 op de schaal van Richter) in het land van Israël van de 20e eeuw. Deze stremming duurde 2,5 uur<ref name=":0" /> of 21<ref name=":1" /> uur.


God kan middelijkerwijs natuurlijke zaken als secundaire oorzaken inzetten of onmiddelijkerwijs ingrijpen. De doortocht door de Schelfzee werd mogelijk gemaakt doordat God door een 'sterke oostenwind' de zee droogmaakte.
God kan middelijkerwijs natuurlijke zaken als secundaire oorzaken inzetten of onmiddelijkerwijs ingrijpen. De doortocht door de Schelfzee werd mogelijk gemaakt doordat God door een 'sterke oostenwind' de zee droogmaakte.
Regel 31: Regel 49:
Verderop in het boek Jozua lezen we dat God grote hagelstenen doet neerkomen op de vijandelijke legers (Joz. 10:11) die voor Israël vluchtten.
Verderop in het boek Jozua lezen we dat God grote hagelstenen doet neerkomen op de vijandelijke legers (Joz. 10:11) die voor Israël vluchtten.


In het geval van de waterophoping bij Adam geeft de Schrift geen uitsluitsel. Een natuurlijke afdamming, door God bewerkt, is mogelijk, niet onwaarschijnlijk.
In het geval van de waterophoping bij Adam geeft de Schrift geen uitsluitsel. Een natuurlijke afdamming, door God bewerkt, is mogelijk, niet onwaarschijnlijk. Niet het feit, dát de wateren opgehouden werden, maar het feit, dat het ''juist toen'' geschiedde, dát is het wonder. De neer­stortende mergelgronden - als dat de oorzaak was - dammen de rivier af op het ogenblik, dat Israël er behoefte aan heeft. Alles, alles gehoorzaamt het gebod van God!


'''Zeer verre van de stad Adam af.''' Adam lag 28<ref name=":0" /> of 30 km<ref>https://he.wikipedia.org/wiki/%D7%90%D7%93%D7%9D_(%D7%A2%D7%99%D7%A8). Hebreeuws artikel over de stad Adam.</ref><ref name=":1" /> ten noorden van [[Jericho]].
'''Zeer verre van de stad Adam af.''' Adam lag 28<ref name=":0" /> of 30 km<ref>https://he.wikipedia.org/wiki/%D7%90%D7%93%D7%9D_(%D7%A2%D7%99%D7%A8). Hebreeuws artikel over de stad Adam.</ref><ref name=":1" /> ten noorden van [[Jericho]].


<u>Typologie.</u> Misschien is de stilstand van de waterloop bij Adam een type<ref>''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Adam: "The waters of death were heaped at Adam as if to teach the death of the first man at the passage of the Jordan". </ref>. Het rivierwater symboliseert de dood. De "wateren des doods" werden opgehouden bij [[Adam (eerste mens)|Adam]], de eerste mens. Door Adam immers is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, die tot alle mensen is doorgegaan (Rom. 5:12). Niet allen zullen wij echter ontslapen (1 Cor. 15:51). De poorten van het dodenrijk zullen de gemeente van Christus niet overweldigen (matth. 16:18). Bij de [[opneming van de gemeente]], de invoering van Christus' bruid in de hemel, zullen de levenden in een ondeelbaar ogenblik onsterfelijkheid aandoen (1 Thess. 4:15v). De dood, van Adam af komend, zal ons niet bereiken.
<u>Typologie.</u> Misschien is de stilstand van de waterloop bij Adam een type<ref>''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Adam: "The waters of death were heaped at Adam as if to teach the death of the first man at the passage of the Jordan". </ref>. Het rivierwater symboliseert de dood. De "wateren des doods" werden opgehouden bij [[Adam (eerste mens)|Adam]], de eerste mens. Door Adam immers is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, die tot alle mensen is doorgegaan (Rom. 5:12). Niet allen zullen wij echter ontslapen (1 Cor. 15:51). De poorten van het dodenrijk zullen de gemeente van Christus niet overweldigen (matth. 16:18). Bij de [[opneming van de gemeente]], de invoering van Christus' bruid in de hemel, zullen de levenden in een ondeelbaar ogenblik onsterfelijkheid aandoen (1 Thess. 4:15v). De dood, van Adam af komend, zal ons niet bereiken.

== Joz. 3:15 ==
Joz 3:15  En als zij, die de ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen waren, en de voeten der priesteren, dragende de ark, ingedoopt waren in het uiterste van het water (de Jordaan nu was vol al de dagen van de oogst aan al haar oevers); (CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''De dagen van de oogst.''' Het is in de oogsttijd, in april<ref name=":2" />.


== Bron ==
== Bron ==
A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 8 is onder wijziging verwerkt op 22 okt. 2020.
A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 8-9 is onder wijziging verwerkt op 22 en 29 okt. 2020.


== Voetnoten ==
== Voetnoten ==

Versie van 29 okt 2020 12:19

Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.
Jozua: 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24

Hoofdstuk 3 van Jozua (boek) wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

Kort: doortocht door de Jordaan.

Jozua regelt de doortocht door de Jordaan. Tijdens de doortocht staan in het midden van de Jordaan de priesters die de ark van het verbond dragen. God houdt het water van de rivier tegen, zodat het volk over de drooggevallen bedding naar de overkant kan gaan.

Inleiding

Als een voorzichtig man, die bij ervaring weet, dat onderschatting van de vijand de zekerste weg is naar de nederlaag, heeft Jozua in het geheim twee mannen gezonden om „het land en Jericho" te bezien, en eerst wanneer deze teruggekomen zijn en verhaald hebben ook van hun ervaringen en gesproken heb­ben van de vrees, die „alle inwoners van het land" heeft bevangen bij het horen van wat èn bij de Schelfzee èn in het Overjordaanse is gebeurd, eerst dan neemt hij het besluit om de Jordaan over te trekken. Wat de verspieders hem zeggen leeft ook in zijn hart: „De Heere heeft het gehele land in onze hand gegeven, ja alle inwoners van het land vergaan voor ons van angst" (Joz. 2 : 24).

Joz. 3:1

Joz 3:1  Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op, en zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de kinderen Israëls; en zij vernachtten aldaar, eer zij overtrokken. (SV)

Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op. Na de bemoedigende woorden van de twee verspieders (2:24) neemt Jozua het besluit tot de overtocht. Met een geheel volk, dus ook met vrouwen en kinderen, de rivier over te steken, dat houdt heel wat in. Dat kan slechts gedaan worden door wie niet alleen leeft in de overtuiging, dat gedurende het oversteken der rivier geen vijandelijke macht tot een onverwachte aanval besluit, maar er tevens zeker van is, dat hij straks niet tot een smadelijke terugtocht zal worden gedwongen. Die overtuiging nu leeft in Jozua's ziel. Hij weet, dat „een levende God" (vers 10) in het midden van Israël is; een God, die het doet, die alles doet, die met hem zijn zal zoals Hij was met Mozes en hem niet be­geven noch verlaten zal. Diens woord, tot hem gesproken na Mozes' dood, is in zijn ziel gegrift en sindsdien Jozua's enig richtsnoer. Het zei hem sterk te zijn en vast besloten, niet te sidderen noch te vrezen (Joz. 1 :2—9).

Zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan. De weg van Sittim, van Dalehet legerkamp van Abel-Sittim, tot de Jordaan is ongeveer 13 km lang[1].

Joz. 3:4

Joz 3:4  Dat er nochtans ruimte zij tussen ulieden en tussen dezelve, bij de twee duizend ellen in de maat; en nadert tot dezelve niet; opdat gij dien weg wetet, dien gij gaan zult; want gijlieden zijt door dien weg niet gegaan gisteren [en] eergisteren. (SV)

Twee duizend ellen. Een voorgeschreven afstand van ongeveer duizend meter.

Zinspeling op 2000 jaren tussen de ingang van de opgestane Heer in de hemel en de ingang van de gemeente in het hemels vaderland (opname van de Gemeente)?

Joz. 3:7

Joz 3:7  Want de HEERE had tot Jozua gezegd: Dezen dag zal Ik beginnen u groot te maken voor de ogen van gans Israël, opdat zij weten, dat Ik met u zijn zal, gelijk als Ik met Mozes geweest ben. (SV)

Beginnen U groot te maken voor de ogen van gans Israël. Dat zou gebeuren door de wonderbare doortocht door de Jordaan.

Joz 4:14  Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van het ganse Israël; en zij vreesden hem, gelijk als zij Mozes gevreesd hadden, al de dagen zijns levens. (SV)

Joz. 3:15

Joz 3:15  En als zij, die de ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen waren, en de voeten der priesteren, dragende de ark, ingedoopt waren in het uiterste van het water (de Jordaan nu was vol al de dagen des oogstes aan al haar oevers); (SV)

Kwamen de voeten van de priesters, die de ark droegen, in het water, het volk ging daarop droogvoets door.

Typologie. De ark is een symbool van Christus. De Heer Jezus ging in de wateren des doods, opdat wijzelf de dood niet zouden zien. Zie vers 16.

Joz. 3:16

Joz 3:16  Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ligt; en die naar de zee des vlakken velds, te weten de Zoutzee, afliepen, vergingen, zij werden afgesneden. Toen trok het volk over, tegenover Jericho. (SV)

Zij rezen op een hoop... zij werden afgesneden. Zodra het volk overgetrokken was, hernam de rivier weer zijn loop. Wonderlijk is de tijdigheid van de tegenhouding en van de doorlating van het water. Ps. 114 herinnert aan de doortocht door de Schelfzee en aan die door de Jordaan:

Ps 114:1 Toen Israël uit Egypte toog, het huis Jakobs van een volk, dat een vreemde taal had; Ps 114:2  Zo werd Juda tot Zijn heiligdom, Israël Zijn volkomene heerschappij. Ps 114:3  De zee zag het, en vlood; de Jordaan keerde achterwaarts. (...) Ps 114:5  Wat was u, gij zee! dat gij vloodt? gij Jordaan! dat gij achterwaarts keerdet? (SV)

Dat feit alleen - dat de wateren werden afgesneden, ophoopten bij Adam - wordt vermeld. Hoe werd het water bij Adam tegengehouden, waardoor het zich ophoogde? Sommigen opperen een natuurlijke verklaring: door een aardverschuiving in de Jordaan, waardoor een deel van de oever instortte[2], vergelijkbaar met de aardverschuivingen die in het meer recente verleden bij Tell ad-Damiyeh zijn gebeurd. Heeft een aardbeving, zoals die daar ter plaatse in het voorjaar meer wordt gevoeld, een of meer mergelheuvels, die daar soms een hoogte van 20 meter hebben[1], in de rivier gestort en deze daardoor voor enige tijd afgedamd? Of zijn een of meer daarvan door het water zelf ondergraven? Zowel voor de ene als voor de andere mogelijkheid is plaats.

Er hebben zich daar vaker oeververzakkingen voorgedaan: in de jaren 1160, 1267, 1534, 1834, 1906 en 1927. "Deze oeverdelen zijn niet erg stabiel en kunnen voor aardverschuivingen zorgen en bij grote grondverplaatsing de Jordaan tijdelijk afdammen."[3] "Uit verslagen is bekend dat de instortende steile oever de rivier voor enkele uren tot een hele dag afdamde. Stroomafwaarts liep de rivier dus leeg, waarna weer herstel van de oude loop optrad als het opgestuwde water over de barrière heen spoelde."[3] In 1267 was de Jordaan 10 uur lang gestremd, nadat een deel van de oever was ingestort[2]. In 1534 duurde de afdamming twee etmalen[3]. In 1927 raakte de rivier afgedamd als gevolg van de zwaarste aardbeving (6.2 op de schaal van Richter) in het land van Israël van de 20e eeuw. Deze stremming duurde 2,5 uur[2] of 21[3] uur.

God kan middelijkerwijs natuurlijke zaken als secundaire oorzaken inzetten of onmiddelijkerwijs ingrijpen. De doortocht door de Schelfzee werd mogelijk gemaakt doordat God door een 'sterke oostenwind' de zee droogmaakte.

Ex 14:21  Toen Mozes zijn hand uitstrekte over de zee, zo deed de HEERE de zee weggaan, door een sterken oostenwind, dien gansen nacht, en maakte de zee droog, en de wateren werden gekliefd. (SV)

Verderop in het boek Jozua lezen we dat God grote hagelstenen doet neerkomen op de vijandelijke legers (Joz. 10:11) die voor Israël vluchtten.

In het geval van de waterophoping bij Adam geeft de Schrift geen uitsluitsel. Een natuurlijke afdamming, door God bewerkt, is mogelijk, niet onwaarschijnlijk. Niet het feit, dát de wateren opgehouden werden, maar het feit, dat het juist toen geschiedde, dát is het wonder. De neer­stortende mergelgronden - als dat de oorzaak was - dammen de rivier af op het ogenblik, dat Israël er behoefte aan heeft. Alles, alles gehoorzaamt het gebod van God!

Zeer verre van de stad Adam af. Adam lag 28[2] of 30 km[4][3] ten noorden van Jericho.

Typologie. Misschien is de stilstand van de waterloop bij Adam een type[5]. Het rivierwater symboliseert de dood. De "wateren des doods" werden opgehouden bij Adam, de eerste mens. Door Adam immers is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, die tot alle mensen is doorgegaan (Rom. 5:12). Niet allen zullen wij echter ontslapen (1 Cor. 15:51). De poorten van het dodenrijk zullen de gemeente van Christus niet overweldigen (matth. 16:18). Bij de opneming van de gemeente, de invoering van Christus' bruid in de hemel, zullen de levenden in een ondeelbaar ogenblik onsterfelijkheid aandoen (1 Thess. 4:15v). De dood, van Adam af komend, zal ons niet bereiken.

Joz. 3:15

Joz 3:15  En als zij, die de ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen waren, en de voeten der priesteren, dragende de ark, ingedoopt waren in het uiterste van het water (de Jordaan nu was vol al de dagen van de oogst aan al haar oevers); (CP[6])

De dagen van de oogst. Het is in de oogsttijd, in april[1].

Bron

A. Noordtzij, Joh. de Groot, Des Heeren heirscharen. Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 8-9 is onder wijziging verwerkt op 22 en 29 okt. 2020.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 A. Noordtzij, Joh. de Groot, Des Heeren heirscharen. Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 10.
  2. 2,0 2,1 2,2 2,3 J.J. Bimson, Encyclopedie van Bijbelse plaatsen (Kampen: Kok, 2007), s.v. Adam
  3. 3,0 3,1 3,2 3,3 3,4 Anne Rutger Fortuin, 'Aardbevingen in het Jordaandal: geologische en archeologische getuigenissen', in: Gea, juni 2015, vol. 48, nr. 2, pag. 35-61.
  4. https://he.wikipedia.org/wiki/%D7%90%D7%93%D7%9D_(%D7%A2%D7%99%D7%A8). Hebreeuws artikel over de stad Adam.
  5. A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Adam: "The waters of death were heaped at Adam as if to teach the death of the first man at the passage of the Jordan".
  6. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.