Jeremia 22

Uit Christipedia

Jeremia 22 is een hoofdstuk van het boek Jeremia. Hieronder is een samenvatting en/of commentaar.

Hoofdstukken van Jeremia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 · 41 · 42 · 43 · 44 · 45 · 46 · 47 · 48 · 49 · 50 · 51 · 52.

Samenvatting

1-4 De profeet moet in het paleis van de koning de eis prediken gerechtigheid te oefenen; dan zal het de bewoners welgaan. 5-7 Anders wordt het paleis een puinhoop. 8-9 Jeruzalem eveneens, om haar verzaking van het Verbond en haar afgoderij. 10-12 Meer te beklagen dan een dode is Sallum (= Joahaz), de in ballingschap weggevoerde zoon van Josia. 13-19 Wegens zijn ongerechtigheid wordt Jojakim bedreigd met het smadelijkst einde. 20-23 De ongehoorzame natie en zijn koning zullen worden vernederd en beschaamd. 24-30 Koning Jojachin zal worden overgegeven in de macht van Babel en met zijn moeder en zijn kroost in den vreemde worden weggevoerd, waar hij zal sterven, zonder ooit zijn vaderland weer te zien. Geen van zijn zonen zal koning worden.

3

Jer 22:3  Zo zegt de HEERE: Doet recht en gerechtigheid, en redt de beroofde uit de hand van de verdrukker; en onderdrukt de vreemdeling niet, de wees noch de weduwe; doet geen geweld en vergiet geen onschuldig bloed in deze plaats. (CP[1])

Redt de beroofde uit de hand van de verdrukker. Ook in:

Jer 21:12  O huis Davids! zo zegt de HEERE: Richt des morgens recht, en verlost den beroofde uit den hand des verdrukkers; opdat Mijn gramschap niet uitvare als een vuur, en brande, dat niemand blussen kunne, vanwege de boosheid uwer handelingen. (SV)

11

Jer 22:11  Want zo zegt de HEERE van Sallum, den zoon van Josia, koning van Juda, die in de plaats van zijn vader Josia regeerde, die uit deze plaats is uitgegaan: Hij zal daar nimmermeer wederkomen. (SV)

Sallum. Andere naam voor Joahaz.

Die in de plaats van zijn vader Josia regeerde. Slechts drie maanden lang. Zie Joahaz.

Die uit deze plaats is uitgegaan. Door farao Necho afgezet en weggevoerd naar Egypte.

Hij zal daar nimmermeer wederkomen. Hij is gestorven in Egypte.

15

Jer 22:15  Zoudt u regeren, omdat u zich mengt met den ceder? Heeft niet uw vader gegeten en gedronken, en recht en gerechtigheid gedaan, [en] het ging hem toen wel? (SV)

Zoudt u regeren. Gezegd tot Jojakim (zie vs. 18), die na zijn halfbroer Sallum (Joahaz) regeerde.

Uw vader. Koning Josia.

22

Jer 22:21  Ik sprak u aan in uw groten voorspoed, [maar] gij zeidet: Ik zal niet horen. Dit is uw weg van uw jeugd af, dat gij Mijner stem niet hebt gehoorzaamd. (SV)

Dit is uw weg van uw jeugd af. Reeds van Mozes' tijden af, toen Israël begonnen was een zelfstandig volk te zijn[2].

23

Jer 22:23  O u, die nu op den Libanon woont, [en] in de ceders nestelt! hoe begenadigd zult u zijn, als u de smarten zullen aankomen, het wee als van een barende [vrouw]! (CP[1])

O u, die nu op den Libanon woont, in de ceders nestelt. In huizen met zuilen en cederen balken (21:14) en met cederhout bekleed, u inwoners van Jeruzalem, die u in uw prachtige gebouwen bevindt![2]

Hoe begenadigd zult u zijn. Wat zal uw pracht u baten[2].

Bron

Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Jer. 22 is onder wijziging verwerkt op 25 april 2022.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. 2,0 2,1 2,2 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).