Jeremia 37

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 22 okt 2022 om 14:39 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Jeremia commentaar}} == 9 == Jer 37:9  Zo zegt de HEERE: Bedriegt uw zielen niet, zeggende: De Chaldeën zullen zekerlijk van ons wegtrekken; want zij zullen niet wegtrekken. (SV) Hun terugtrekking was tijdelijk. In 587 v.C. keerden zij terug. == 10 == Jer 37:10  Want al sloegt gijlieden het ganse heir der Chaldeën, die tegen u strijden, en er bleven van hen [enige] verwonde mannen over, zo zouden zich die, een iegelijk in zijn tent, opmaken, en deze...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Jeremia 37 is een hoofdstuk van het boek Jeremia. Hieronder is een samenvatting en/of commentaar.

Hoofdstukken van Jeremia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 · 41 · 42 · 43 · 44 · 45 · 46 · 47 · 48 · 49 · 50 · 51 · 52.

9

Jer 37:9  Zo zegt de HEERE: Bedriegt uw zielen niet, zeggende: De Chaldeën zullen zekerlijk van ons wegtrekken; want zij zullen niet wegtrekken. (SV)

Hun terugtrekking was tijdelijk. In 587 v.C. keerden zij terug.

10

Jer 37:10  Want al sloegt gijlieden het ganse heir der Chaldeën, die tegen u strijden, en er bleven van hen [enige] verwonde mannen over, zo zouden zich die, een iegelijk in zijn tent, opmaken, en deze stad met vuur verbranden. (SV)

Met weinig mannen kon Gideon, dankzij God, de vijand verslaan. En met weinig mannen kan de vijand, dankzij Gods hulp, ook al zijn de mannen gewond, Jeruzalem innemen en in vlammen doen opgaan.

15

Jer 37:15  En de vorsten werden zeer toornig op Jeremia en sloegen hem; en zij stelden hem in het gevangenhuis, ten huize van Jonathan, den schrijver; want zij hadden dat tot een gevangenhuis gemaakt. (SV)

Sloegen hem. Canisius-vertaling: "geselen". Dat is ook de Heer Jezus, de Heer van Jeremia, overkomen.