Jeremia 6

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 27 sep 2021 om 11:55 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Jeremia commentaar}} == 1 == Jer 6:1 Vlucht met hopen, gij kinderen van Benjamin! uit het midden van Jeruzalem, en blaast de bazuin te Thekoa, en heft een vuurt...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Jeremia 6 is een hoofdstuk van het boek Jeremia. Hieronder is een samenvatting en/of commentaar.

Hoofdstukken van Jeremia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 · 41 · 42 · 43 · 44 · 45 · 46 · 47 · 48 · 49 · 50 · 51 · 52.

1

Jer 6:1 Vlucht met hopen, gij kinderen van Benjamin! uit het midden van Jeruzalem, en blaast de bazuin te Thekoa, en heft een vuurteken op te Beth-cherem; want er kijkt een kwaad uit van het noorden, en een grote breuk. (SV)

Heft een vuurteken op. Om daarmee een signaal ter waarschuwing te geven.

3

Jer 6:3  [Maar] er zullen herders tot haar komen met hun kudden; zij zullen tenten rondom tegen haar opslaan; zij zullen een ieder zijn ruimte afweiden. (CP[1])

Herders. Fig. gezegd van de geduchte vijanden uit het noorden (vs. 1).

Zijn ruimte. Zijn stuk van de grond.

4

Jer 6:4  Heiligt de krijg tegen haar, maakt u op, en laat ons optrekken op de middag; o, wee ons! want de dag heeft zich gewend, want de avondschaduwen neigen zich. (CP[1])

Heiligt de krijg tegen haar. Dit drukt het voornemen van de vijand uit.

Laat ons optrekken. Om Jeruzalem, die wij omsingeld hebben, te bestormen. Zie ook vs. 5.

O, wee ons! want de dag heeft zich gewend. Helaas! want de dag gaat al voorbij.

De avondschaduwen neigen zich. Worden langer, strekken zich uit.

6

Jer 6:6  Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Houwt bomen af, en werpt een wal op tegen Jeruzalem; zij is de stad, die bezocht zal worden; in het midden van haar is enkel verdrukking. (SV)

Die bezocht zal worden. Zie ook 5:29

Jer 5:29  Zou Ik over die dingen geen bezoeking doen? spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk een volk als dit is?Jer 5:29  En zou Ik dit alles niet straffen: Is de godsspraak van Jahweh; Op zulk een volk Mij niet willen wreken? (SV)

8

Jer 6:8  Laat u tuchtigen, Jeruzalem! opdat Mijn ziel niet van u afgetrokken wordt, opdat Ik u niet stel [tot] een woestheid, [tot] een onbewoond land. (CP[1])

Niet van u afgetrokken wordt. Zich niet met afschuw van u afkeert.

Andere hoofdstukken

Hoofdstukken van Jeremia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 · 41 · 42 · 43 · 44 · 45 · 46 · 47 · 48 · 49 · 50 · 51 · 52.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 1,2 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.