Genesis/Hoofdstuk 21

Uit Christipedia
Genesis > Hoofdstuk 21
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Genesis:


Hoofdstuk 21 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

Geboorte en besnijdenis van Izak (1-7). Hagar en lsmaël uitgedreven (8-14). Ismaël behouden in de woestijn, Hagar bemoedigd (15-19). Ismaël als volwassene (20-21). Verbond tussen Abraham en Abimelech van Gerar te Berseba (22-32). Abraham plant daar een Tamarisk, roept daar Jahweh aan en woont in het land van de Filistijnen (33-34).

Gen. 21:3

Ge 21:3  En Abraham noemde de naam van zijn zoon, die hem geboren was, dien hem Sarah gebaard had, Izak. (CP[1])

Abraham noemde de naam van zijn zoon ... Izak. Overeenkomstig het woord dat Jahweh gesproken had, dat hij Izak (= Gelach) moest heten, Gen. 17:19.

Gen. 21:14

Ge 21:14  Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en nam brood, en een fles water, en gaf ze aan Hagar, die leggende op haar schouder; ook [gaf hij haar] het kind, en zond haar weg. En zij ging voort, en dwaalde in de woestijn Ber-seba. (SV)

Stond Abraham des morgens vroeg op. Ongetwijfeld zal hij een (deels) slapeloze nacht hebben gehad.

Ook [gaf hij haar] het kind. Dat was hem een opoffering, zijn eerstgeborene mee te geven. Later moest hij Izak offeren, meer nog, in de dood overgeven (Gen. 22).

Gen. 21:17

Ge 21:17  En God hoorde de stem van de jongen; en de Engel van God riep Hagar toe uit de hemel, en zei tot haar: Wat [is er met] u, Hagar? Vrees niet; want God heeft naar de stem van de jongen gehoord, op de plaats waar hij [is]. (CP[1])

En God hoorde de stem van de jongen. Ismaëls naam betekent 'God hoort', want God had eens gehoord naar de stem van zijn weggevluchte moeder. Nu hoorde Hij ook naar de smachtende stem van haar weggezonden zoon.

Gen. 21:21

Ge 21:21  En hij woonde in de woestijn Paran; en zijn moeder nam hem een vrouw uit Egypteland. (SV)

Een vrouw uit Egypteland. Hagar zelf was een Egyptische.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.