Genesis/Hoofdstuk 46

Uit Christipedia
Genesis > Hoofdstuk 46
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Genesis:


Hoofdstuk 46 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

In 't kort: Jakob in Egypte. Of, met iets meer woorden: Jakob vertrekt met zijn huisgezin naar Egypte en ontmoet Jozef. — Israël gaat met al de zijnen naar Egypte. Hij offert te Berseba, waar hij vervolgens door God wordt bemoedigd (1-7). De namen van zijn zonen en kleinzonen, met hem zelf mee zeventig in getal (8-27). In Gosen gekomen, wordt hij door Jozef onder tranen begroet (28-30). Deze raadt zijn broeders, wat zij Farao moeten zeggen, om vergunning te krijgen tot verblijf in Gosen (31-34).

Gen. 46:1

Ge 46:1 En Israël verreisde met al wat hij had, en hij kwam te Ber-seba, en hij offerde offeranden aan de God van zijn vader Izak. (CP[1])

Aan de God van zijn vader Izak. Zie hoe God zich dienovereenkomstig aan Jakob voorstelt in vers 3.

Gen. 46:3

Ge 46:3  En Hij zeide: Ik ben die God, uws vaders God; vrees niet van af te trekken naar Egypte; want Ik zal u aldaar tot een groot volk zetten. (SV)

Ik ben die God, Uws vaders God. Zie vers 1.

Gen. 46:8-25 De zielen van Jakobs huis die in Egypte kwamen

Nageslacht van Jakob bij Lea
  • Jakob bij Lea:
    • Ruben ⇛ Rubenieten
    • Simeon
      • Jemuël, Nemuël of Nemoeël, ⇛ Nemuëlieten of Nemoeëlieten
      • Jamin, ⇛ Jaminieten
      • Ohad
      • Jachin of Jakin, ⇛ Jachinieten of Jakinieten
      • Zohar, Zerah of Zérach, ⇛ Zerahieten of Zarchieten
      • Saul, Sjaoel ⇛ Saulieten of Sjaoelieten
    • Levi ⇛ Levieten
    • Juda
      • Er
      • Onan
      • Sela of Sjela, ⇛ Selanieten of Sjelanieten
      • Perez of Fares, ⇛ Perezieten of Farsieten
        • Hezron of Esron, ⇛ Hezronietenof Esronieten
        • Hamul of Chamoel, ⇛ Hamulieten of Chamoelieten
      • Zerah of Zara, ⇛ Zerahieten of Zarieten
    • Issaschar, ⇛ Issakarieten
      • Tola of Thola, ⇛ Tolaïeten
      • Pua, of Puva of Poewwa, ⇛ Punieten of Poewwieten
      • Job, Jasub, Jasib of Jasjoeb, ⇛ Jasubieten of Jasjoebieten
      • Simron of Sjimron, ⇛ Simronietenof Sjimronieten
    • Zebulon, ⇛ Zebulonieten of Zabulonieten
      • Séred, ⇛ Seredieten of Sardieten
      • Elon, ⇛ Elonieten
      • Jahleël of Jachleël, ⇛ Jahleëlieten of Jachleëlieten
    • Dina, dochter.
Nageslacht van Jakob bij Zilpa
  • Jakob bij Zilpa:
    • Gad, ⇛ Gadieten
      • Zifjon, Zefon of Sefon, ⇛ Zefonieten of Sefonieten
      • Haggi of Chaggi, ⇛ Haggieten of Chaggieten
      • Suni of Sjoeni, ⇛ Sunieten of Sjoenieten
      • Ezbon, Ezbor of Ozni, ⇛ Oznieten
      • Eri of Heri, ⇛ Erieten of Herieten
      • Arodi of Arod, ⇛ Arodieten
      • Areli, ⇛ Arelieten
    • Aser
      • Jimna of Imna, ⇛ Imnaïeten if Jimnaïeten
      • Jisva
      • Jisvi, Isvi of Jisjwi, ⇛ Isvieten of Jsjwieten
      • Beria, ⇛ Beriïeten
        • Heber of Chéber, ⇛ Heberieten of Chebrieten
        • Malkiël of Malchiël, ⇛ Malkiëlieten of Malchiëlieten
      • Serah of Sérach, dochter
Nageslacht van Jakob bij Rachel
  • Jakob bij Rachel:
    • Jozef, gehuwd met Asnath
      • Manasse, ⇛ Manassieten
        • Machir of Makir, ⇛ Machirieten of Makirieten
          • Gilead of Gilad, ⇛ Gileadieten of Giladieten
            • Jezer of Iézer, ⇛ Jezerieten of Iëzerieten
            • Helek of Chélek, ⇛ Hekelieten of Chelkieten
            • Asriël, ⇛ Asriëlieten
            • Sechem of Sjékem, ⇛ Sechemieten of Sjikmieten
            • Semida of Sjemida, ⇛ Semidaïeten of Sjemidaïeten
            • Hefer of Chéfer, ⇛ Heferieten of Chefrieten
        • Jaïr
      • Efraïm, ⇛ Efraïmieten
        • Setulah of Sjoetélach, ⇛ Sutelahieten of Sjoetalchieten
        • Becher of Béker, ⇛ Becherieten of Bakrieten
        • Tahan of Táchan, ⇛ Tahanieten of Tachanieten
    • Benjamin
Nageslacht van Jakob bij Bilha
  • Jakob bij Bilha
    • Dan
      • Suham of Sjoecham, ⇛ Suhamieten of Sjoechamieten
      • Husim
    • Naftali, ⇛ Naftalieten of Neftalieten
      • Jahzeël of Jachseël, ⇛ Jahzeëlieten of Jachseëlieten
      • Guni of Goeni, ⇛ Gunieten of Goenieten
      • Jezer of Jéser, ⇛ Jezerieten of Jisrieten
      • Sillem of Sjillem, ⇛ Sillemieten of Sjillimieten

Gen. 46:29

Ge 46:29  Toen spande Jozef zijn wagen aan, en toog op, zijn vader Israël tegemoet naar Gosen; en als hij zich aan hem vertoonde, zo viel hij hem aan zijn hals, en weende lang aan zijn hals. (SV)

Weende lang.

Gen. 46:30

Ge 46:30  En Israël zei tot Jozef: Dat ik nu sterve, nadat ik jouw aangezicht gezien heb, dat jij nog leeft! (CP[1])

Dat jij nog leeft. Dat zal ook de ervaring worden van Israël ten aanzien van Jezus.

Gen. 46:31

Ge 46:31  Daarna zeide Jozef tot zijn broederen, en tot zijns vaders huis: Ik zal optrekken en Farao boodschappen, en tot hem zeggen: Mijn broeders en het huis mijns vaders, die in het land Kanaän waren, zijn tot mij gekomen. (CP[1])

Mijn broeders en het huis van mijn vader ... zijn tot mij gekomen. Dat zal ook aan Jezus gebeuren, wanneer Israël tot hem komt.

Gen. 46:34

Ge 46:34  Zo zult u zeggen: Uw knechten zijn mannen, die van onze jeugd af tot nu toe met vee omgegaan hebben, zo wij als onze vaders; opdat u in het land Gosen moogt wonen; want alle schaapherder is de Egyptenaren een gruwel. (CP[1])

Met vee omgegaan hebben. Het woord 'schaapherder' moesten, zo lijkt het, ze tegenover farao vermijden. Jozef echter boodschapte Farao dat zijn familie "met hun schapen en hun runderen" (47:1) waren gekomen. En op de vraag wat hun beroep antwoordden vijf broers van Jozef: "Uw knechten zijn schaapherders, zowel wij als onze vaders" (47:3).

Alle schaapherder is de Egyptenaren een gruwel. Wel waren er schapen in Egypte (47:17).

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.