Genesis/Hoofdstuk 11

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Genesis 11)
Genesis > Hoofdstuk 11
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Genesis:


Hoofdstuk 11 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Gen. 11:3

Ge 11:3  En zij zeiden een ieder tot zijn naaste: Kom aan, laat ons tichelen strijken, en wèl doorbranden! En de tichel was hun voor steen, en het lijm was hun voor leem. (SV)

Tichelen strijken en wel doorbranden. Blokken klei maken en bakken.

Lijm. Asfalt, aardpek, dat is zwartbruin of zwart mineraal hars, ontstaan door langzame oxidatie van aardolie[1].

Onderzochte bouwvallen bewijzen, dat men in de zon gedroogde of gebakken stenen gebruikte en deze met asfalt verenigde. Deze asfalt is zo hard, dat men zelfs nu nog de stenen van elkaar moet slaan.

Gen. 11:4

Ge 11:4  En zij zeiden: Kom aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, welks opperste in den hemel [zij], en laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet misschien over de ganse aarde verstrooid worden! (SV)

Een naam voor ons maken. Ze wilden zich voornaam maken. God echter verhinderde hun plan. Hij zou de naam van Abram groot maken.

Ge 12:2  En Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken; en wees een zegen! (SV)

Gen. 11:9

Ge 11:9  Daarom noemde men haar naam Babel; want aldaar verwarde de HEERE de spraak der ganse aarde, en van daar verstrooide hen de HEERE over de ganse aarde. (SV)

Babel. De naam betekent 'verwarring', zie Babel.

De spraakverwarring in Babel. 'De Toren van Babel', schilderij door Jan van 't Hoff (GospelImages.nl).

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901). Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 1 mei 2020.

Voetnoot

  1. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000 s.v. Asfalt.