Genesis/Hoofdstuk 15: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Gen. 15:13 == Ge 15:13 Toen zeide Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal zijn in een land, dat het hunne niet [is], e...') |
k (→Gen. 15:16) |
||
Regel 6: | Regel 6: | ||
Wanneer de bloedige grondslag van het verbond is geopenbaard, wordt ook het lijden van het volk Israël geopenbaard. Israël gaat van lijden in een vreemd land tot de heerlijkheid van het beloofde land. Ook de gemeente van Christus gaat een weg van lijden tot heerlijkheid. |
Wanneer de bloedige grondslag van het verbond is geopenbaard, wordt ook het lijden van het volk Israël geopenbaard. Israël gaat van lijden in een vreemd land tot de heerlijkheid van het beloofde land. Ook de gemeente van Christus gaat een weg van lijden tot heerlijkheid. |
||
'''Vierhonderd jaren.''' De kinderen Israëls hebben 430 jaren in Egypte gewoond. |
|||
''Ex 12:40 De [tijd] nu der woning, dien de kinderen Israëls in Egypte gewoond hebben, is vierhonderd jaren en dertig jaren. Ex 12:41 En het geschiedde ten einde van de vierhonderd en dertig jaren, zo is het even op denzelfden dag geschied, dat al de heiren des HEEREN uit Egypteland gegaan zijn. (SV)'' |
|||
Hnd 7:6 En God sprak aldus, dat zijn nageslacht bijwoner zou zijn in een vreemd land en zij zouden het tot slaven maken en mishandelen, vierhonderd jaar. (Telos) |
|||
== Gen. 15:14 == |
== Gen. 15:14 == |
Versie van 10 apr 2020 23:11
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal. Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb. |
Genesis:
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- Hoofdstuk 23
- Hoofdstuk 24
- Hoofdstuk 25
- Hoofdstuk 26
- Hoofdstuk 27
- Hoofdstuk 28
- Hoofdstuk 29
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 30
- Hoofdstuk 31
- Hoofdstuk 32
- Hoofdstuk 33
- Hoofdstuk 34
- Hoofdstuk 35
- Hoofdstuk 36
- Hoofdstuk 37
- Hoofdstuk 38
- Hoofdstuk 39
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 40
- Hoofdstuk 41
- Hoofdstuk 42
- Hoofdstuk 43
- Hoofdstuk 44
- Hoofdstuk 45
- Hoofdstuk 46
- Hoofdstuk 47
- Hoofdstuk 48
- Hoofdstuk 49
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 50
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Onderwerpen
Hoofdstuk 15 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.
Gen. 15:13
Ge 15:13 Toen zeide Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal zijn in een land, dat het hunne niet [is], en zij zullen hen dienen, en zij zullen hen verdrukken vierhonderd jaren. (SV)
Een land dat het hunne niet [is]. Uit het volgende vers en de rest van Israëls geschiedenis weten wij dat Egypte wordt bedoeld. Opvallend is dat de naam van Egypte niet wordt genoemd.
Wanneer de bloedige grondslag van het verbond is geopenbaard, wordt ook het lijden van het volk Israël geopenbaard. Israël gaat van lijden in een vreemd land tot de heerlijkheid van het beloofde land. Ook de gemeente van Christus gaat een weg van lijden tot heerlijkheid.
Vierhonderd jaren. De kinderen Israëls hebben 430 jaren in Egypte gewoond.
Ex 12:40 De [tijd] nu der woning, dien de kinderen Israëls in Egypte gewoond hebben, is vierhonderd jaren en dertig jaren. Ex 12:41 En het geschiedde ten einde van de vierhonderd en dertig jaren, zo is het even op denzelfden dag geschied, dat al de heiren des HEEREN uit Egypteland gegaan zijn. (SV)
Hnd 7:6 En God sprak aldus, dat zijn nageslacht bijwoner zou zijn in een vreemd land en zij zouden het tot slaven maken en mishandelen, vierhonderd jaar. (Telos)
Gen. 15:14
Ge 15:14 Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij zullen dienen; en daarna zullen zij uittrekken met grote have. (SV)
Het volk. Het volk van de Egyptenaren.
Gen. 15:15
Ge 15:15 En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden. (SV)
Abram had geen deel aan de voorzegde dienstbaarheid van het volk Israël. Hij bereikte een leeftijd van 175 jaar.
Gen. 15:16
Ge 15:16 En het vierde geslacht zal herwaarts wederkeren; want de ongerechtigheid der Amorieten is tot nog toe niet volkomen. (SV)
Vierde geslacht. Bijvoorbeeld in de afstammingslijn Jacob - Levi - Kahath - Amram - Mozes, zijn Levi t/m Mozes vier geslachten. Jacob kwam op zijn 130e in het land en heeft er 17 jaar gewoon, waarna hij op zijn 147ste jaar stierf. Na 400 jaar zal het vierde geslacht, dat zou het geslacht van Mozes zijn, terugkeren. Een geslacht wordt hier kennelijk naar de gewone leeftijd berekend op 100 jaar[1]. Vier geslachten zijn dus 4 x leeftijd van 100 jaar = 400 jaar.
Voetnoot
- ↑ Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).