Genesis/Hoofdstuk 24

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 4 aug 2020 om 12:45 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Gen. 24:2 == Ge 24:2  Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had: Leg toch uw hand...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Genesis > Hoofdstuk 24
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Genesis:


Hoofdstuk 24 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Gen. 24:2

Ge 24:2  Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had: Leg toch uw hand onder mijn heup, (SV)

Zijn knecht. Genaamd Eliëzer.

Leg toch uw hand onder mijn heup. Arraham doet zijn knecht nu zweren (37). Zie ook vers 9. Gebaar bij eedzwering (vers 8-9). Over deze handeling bij de eedzwering, zie Heup.

Gen. 24:10

Ge 24:10  En die knecht nam tien kamelen van de kamelen van zijn heer, en trok heen; en allerlei goed van zijn heer was in zijn hand; en hij maakte zich op, en trok heen naar Mesopotamië, naar de stad van Nahor. (CP[1])

Allerlei goed van zijn heer. Allerlei goederen, "allerlei kostbaarheden" (NBG51-vertaling) nam hij mee, om die aan de toekomstige bruid en haar bloedverwanten ten geschenke te geven (vs. 22,53), zoals, gelijk zal blijken, een gouden neusring (22, 30, 47), armringen (22, 30, 47) en andere kostbaarheden en ook kleren (53),

Nahor. Die, zo had Abraham eerder vernomen, zonen en dochters had gekregen (Gen. 22:20-24).

De stad van Nahor. Dat is Haran (11:31).

Ligging van Nahors stad, Haran, in het noorden van Tweestromenland (Mesopotamië)

Gen. 24:15

Ge 24:15  En het gebeurde, voordat hij uitgesproken was, dat, zie, Rebekka [de stad] uit kwam, die bij Bethuel geboren was, de zoon van Milka, de vrouw van Nahor, de broer van Abraham; zij had haar kruik op haar schouder. (SV)
Beeld van Rebekka bij de fontein, bij Bath Abbey in Bath, Engeland.

Zij had haar kruik op haar schouder. Zie vers 45. Immers kwam zij om water te putten. Zo mogen ook de gelovigen putten uit de fontein van Gods Woord, terwijl de Heilige Geest, voorgesteld onder het beeld van Eliëzer, ons leert en inzicht geeft.

Gen. 24:21

Ge 24:21  En de man ontzette zich over haar, stilzwijgende, om te merken, of de HEERE zijn weg voorspoedig gemaakt had, of niet. (SV)

Ontzette zich over haar. Zijn gebed werd voor zijn ogen vervuld. Treffend is dat zij zich haastte (18, 20, 46) om aan zijn wensen te voldoen.

Gen. 24:22

Ge 24:22  En het geschiedde, als de kamelen voleindigd hadden te drinken, dat die man een gouden ring nam, welks gewicht was een halve sikkel, en twee armringen aan haar handen, welker gewicht was tien [sikkelen] gouds (CP[1]).

Ring. In dit geval een neusring, zoals blijkt uit Gen. 24:47. Eliëzer zal later verhalen:

Ge 24:47  Toen vroeg ik haar en zei: Van wie bent u een dochter? Zij antwoordde: [Ik ben] de dochter van Bethuel, de zoon van Nahor, die Milka hem gebaard heeft. Toen deed ik een ring in haar neus en de armbanden aan haar armen. (HSV)

Halve sikkel. Een gewicht van 5 tot 6 gram[2]. Zie Sikkel.

Tien sikkelen gouds. Dat is ongeveer 115 gram[3].

Armringen. Zie vers 67.

Gen. 24:27

Ge 24:27  En hij zeide: Geloofd [zij] de HEERE, de God van mijn heer Abraham, Die Zijn weldadigheid en waarheid niet nagelaten heeft van mijn heer; aangaande mij, de HEERE heeft mij op dezen weg geleid, ten huize van mijns heren broederen. (SV)

Weldadigheid en waarheid. Of, beter: weldadigheid en trouw. Zie vers 49.

Gen. 24:49

Ge 24:49  Nu dan, zo gijlieden weldadigheid en trouw aan mijn heer doen zult, geeft het mij te kennen; en zo niet, geeft het mij [ook] te kennen, opdat ik mij ter rechter [hand] of ter linkerhand wende. (SV)

Weldadigheid en trouw. Zie ook vers 27.

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Gen. 24. Enige tekst hiervan is verwerkt.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Zie aantekening op https://netbible.org/bible/Genesis+24
  3. Zie de aantekening van de NetBible bij Gen. 24:22, https://netbible.org/bible/Genesis+24