Genesis/Hoofdstuk 30

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 19 sep 2020 om 10:05 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Gen. 30:6 == Ge 30:6 Toen zeide Rachel: God heeft mij gericht, en ook mijn stem verhoord, en heeft mij een zoon gegeven; daarom noemde...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Genesis > Hoofdstuk 30
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Genesis:


Hoofdstuk 30 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Gen. 30:6

Ge 30:6 Toen zeide Rachel: God heeft mij gericht, en ook mijn stem verhoord, en heeft mij een zoon gegeven; daarom noemde zij zijn naam Dan. (SV)

Dan. D.i. "Rechter", zie Dan.

Gen. 30:8

Ge 30:8 Toen zeide Rachel: Ik heb worstelingen Gods met mijn zuster geworsteld; ook heb ik de overhand gehad; en zij noemde zijn naam Nafthali. (SV)

Naftali = “mijn strijd”, zie Naftali.

Gen. 30:11

Ge 30:11  Toen zeide Lea: Er komt een hoop! en zij noemde zijn naam Gad. (SV)

Gad. D.i. 'geluk', zie Gad.