Genesis/Hoofdstuk 47

Uit Christipedia
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Genesis:


Hoofdstuk 47 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

In het kort: Jakob woont in het land Gosen. De honger is zwaar in Egypte.[1] — Jozef meldt aan Farao de komst van zijn vader aan, en stelt hem vijf van zijn broers voor. Deze ondervraagt hen en geeft hun het land Gosen (1-6). Jozef stelt zijn vader voor aan Farao, die hem naar zijn ouderdom vraagt en door hem gezegend wordt (7-10). Jozef onderhoudt zijn vader met diens hele huis in Gosen (11-12). De Egyptenaren, die inmiddels al hun geld voor koren hebben uitgegeven, verkopen door hongersnood hun vee, land en lijf aan Farao voor koren. Het land wordt hun gelaten om te bouwen, mits zij Farao het vijfde deel van de opbrengst geven (13-26). Israël vermeerdert (27). De tijd van Jakob leven in Egypte (28). Hij doet Jozef zweren hem in Kanaän te begraven (29-31).[2]

Ligging van Rameses in Gosen.

Gen. 47:11

Ge 47:11  En Jozef bestelde voor Jakob en zijn broers woningen, en hij gaf hun een bezitting in Egypteland, in het beste van het land, in het land Rameses, gelijk als Farao geboden had. (CP[3])

Jozef bestelde voor Jakob en zijn broers woningen. "Bestelde ... woningen": de Herziene Statenvertaling heeft: "zorgde voor woonplaatsen". Jozef schijnt in deze een vóórbeeld van de Heer Jezus Christus te zijn, die heengegaan is om voor de zijn een plaats te bereiden in het huis van Zijn vader, dat vele woningen heeft.

Joh 14:2  In het huis van mijn Vader zijn vele woningen; als het niet zo was, zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om u plaats te bereiden. (Telos)

Het land Rameses. Gelegen in het land Gosen, zie Rameses.

Gen. 47:25

Ge 47:25  En zij zeiden: U hebt ons leven behouden; laat ons genade vinden in de ogen van mijn heer, en wij zullen Farao’s knechten zijn. (CP[3])

U hebt ons leven behouden. De Egypische naam van Jozef was Safenat Paneah, d.i. "Levensbehouder".

Gen. 47:20

Ge 47:20  Alzo kocht Jozef het gehele land van Egypte voor Farao; want de Egyptenaars verkochten een ieder zijn akker, dewijl de honger sterk over hen geworden was; zo werd het land Farao’s eigen. (SV)

Zo werd het land Farao's eigen. In de toekomst zal de hele wereld erkennen: de aarde en haar volheid is van de Heer!

Voetnoten

  1. Deze korte samenvatting is ontleend aan: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).
  2. Statenbijbel uitgegeven door het Nederlandsch Bijbelgenootschap, Amsterdam, 1923. Tekst van de samenvatting van Gen. 47 is onder wijziging verwerkt op 5 feb. 2021.
  3. 3,0 3,1 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.