Jesaja (boek)/Hoofdstuk 51

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 26 feb 2021 om 14:16 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Jes. 51:1 == Jes 51:1  Hoort naar Mij, gij, die de gerechtigheid najaagt, gij, die den HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen, [waarui...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Jesaja (boek) > Hoofdstuk 51
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Jesaja (boek):


Hoofdstuk 51 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Jes. 51:1

Jes 51:1  Hoort naar Mij, gij, die de gerechtigheid najaagt, gij, die den HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen, [waaruit] ulieden gehouwen bent, en de holligheid van de bornput, [waaruit] u gegraven bent. (CP[1])

De rotssteen, [waaruit] ulieden gehouwen bent, en de holligheid van de bornput, [waaruit] u gegraven bent. Dat zijn Abraham en Sarah (zie vers 2), voorgesteld als dode zaken (rotssteen, bornput). Het ontstaan van Israëls volk was een wonder van Gods Almacht. Bij de mens scheen het een onmogelijkheid, dat uit de 100-jarige Abraham en uit de 90-jarige Sara nog een zoon zou geboren worden. Daarom wordt hier Abraham bij een rotssteen vergeleken, de moederschoot van Sara bij een groeve, waaruit iets te voorschijn wordt gebracht.

Lu 3:8  Brengt dan vruchten voort, de bekering waardig; en begint niet bij uzelf te zeggen: Wij hebben Abraham tot vader! Want ik zeg u, dat God uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. (Telos)

Jes. 51:2

Jes 51:2  Aanschouwt Abraham, ulieder vader, en Sara, [die] ulieden gebaard heeft; want Ik riep hem, toen hij [nog] alleen was, en Ik zegende hem, en Ik vermenigvuldigde hem. (SV)

Toen hij [nog] alleen was. Zonder kind.

Voetnoot

  1. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.