Jesaja (boek)/Hoofdstuk 65

Uit Christipedia
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Jesaja (boek):


Hoofdstuk 65 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

God is gezocht en gevonden door een ander volk (1), maar Israël is weerspannig, afgodisch, verdeeld (2-5). God zal de ongerechtigheid van Israël vergelden (6-7). Maar omwille van Zijn knechten zal God Israël niet geheel verdelgen. Voor Zijn volk dat Hem gezocht heeft zal Hij welvaart brengen. (8-10). Maar die God verlaten hebben zullen hongeren, dorsten, beschaamd staan, schreeuwen van harteleed, omkomen (11-15). God zal nieuwe hemelen en een nieuwe aarde scheppen en voor Jeruzalem een verheuging. Haar inwoners zullen een zeer hoge leeftijd bereiken (doch een zondaar zal voortijdig sterven). Zij zullen welvarend zijn en God zal hen ogenblikkelijk horen. Geen dier zal kwaad stichten op Gods heilige berg. (16-25).

25

Jes 65:25  De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn ganse heilige berg, zegt de HEERE. (CP[1])

Mijn ganse heilige berg. Zie Jes. 65:10 ("de berg van Mijn heiligheid"). Dat is de berg Sion. Sommigen denken aan het hele gebied van het bergland van Israël[2].

Voetnoot

  1. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901) verstaat: "het gehele gebied van Mijn heilig bergland Kanaän".