Jesaja (boek)/Hoofdstuk 52

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 9 mrt 2021 om 12:35 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Samenvatting == Waak op, vernederd Jeruzalem, maak u op, zit neer, maak u los, u zult gelost worden. Gods volk zal Hem kennen. De heilb...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Jesaja (boek) > Hoofdstuk 52
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Jesaja (boek):


Hoofdstuk 52 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

Waak op, vernederd Jeruzalem, maak u op, zit neer, maak u los, u zult gelost worden. Gods volk zal Hem kennen. De heilbode zal boodschappen: Uw God is Koning! Hij zal Sion terugbrengen. Hij heeft Jeruzalem verlost. De heidenen zullen Gods macht en heil zien. Israël zal uittrekken, terwijl God voorop gaat én achter hem zal zijn. (1-12). Gods knecht zal verstandig handelen en zeer hoog verheven worden en vele heidenen doen opspringen (13-15).

Jes. 52:1

Jes 52:1 Waak op, waak op, trek uw sterkte aan, o Sion! trek uw sierlijke klederen aan, o Jeruzalem, gij heilige stad? want in u zal voortaan geen onbesnedene noch onreine meer komen. (SV)

Waak op, waak op, ... o Sion! Zie ook 51:17.

Jes 51:17  Waak op, waak op, sta op, Jeruzalem! gij, die gedronken hebt van de hand des HEEREN den beker Zijner grimmigheid; den droesem van den beker der zwijmeling hebt gij gedronken, [ja], uitgezogen. (SV)

Jes. 52:13

Jes 52:13  Ziet, Mijn Knecht zal verstandelijk handelen; Hij zal verhoogd en verheven, ja, zeer hoog worden. (SV)

Zie, Mijn Knecht. Dat is de Heer Jezus, de ware knecht van Jahweh. Ook Israël, Gods knecht, zal van lijden tot heerlijkheid gaan.

Hij zal verhoogd en verheven, ja, zeer hoog worden. Vergelijk:

Flp 2:8  En uiterlijk als een mens bevonden heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam wordend tot de dood, ja, tot de kruisdood. Flp 2:9  Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is, Flp 2:10  opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, Flp 2:11  en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader. (Telos)

Jes. 52:14

Jes 52:14  Gelijk als velen zich over u ontzet hebben, alzo verdorven was Zijn gelaat, meer dan van iemand, en Zijn gedaante, meer dan van [andere] mensenkinderen; (SV)

Gelijk als velen zich over u ontzet hebben.

Lu 23:27  Nu volgde Hem een grote massa van het volk en van vrouwen die weeklaagden en klaagliederen over Hem zongen. (...) Lu 23:49  Al zijn bekenden nu stonden op een afstand, ook de vrouwen die Hem waren gevolgd van Galilea, en zagen dit aan. (Telos)

Verdorven was Zijn gelaat. Jezus was in het gezicht geslagen. Zijn gelaat was bebloed door de doornenkroon die op zijn hoofd drukte.

En Zijn gedaante. Zijn lichaam was gegeseld door de Romeinen.

Jes. 52:15

Jes 52:15  Alzo zal Hij vele heidenen besprengen, [ja], de koningen zullen hun mond over Hem toehouden; want denwelken het niet verkondigd was, die zullen het zien, en welken het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan. (SV)

Opb 5:6  En ik zag in het midden van de troon en van de vier levende wezens en in het midden van oudsten een Lam staan als geslacht; ... . (Telos)

Opb 19:11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij die daarop zit, heet Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. Opb 19:12  En zijn ogen zijn als een vuurvlam en op zijn hoofd zijn vele diademen en Hij heeft een geschreven naam, die niemand kent dan Hijzelf.  Opb 19:13  En Hij is bekleed met een in bloed gedoopt kleed, en zijn naam wordt genoemd: het Woord van God. (...)  Opb 19:15  En uit zijn mond komt een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmigheid van de toorn van God de Almachtige. Opb 19:16  En Hij heeft op zijn kleed en op zijn heup een geschreven naam: Koning van de koningen en Heer van de heren. (Telos)

Opb 1:7  Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben; en alle stammen van het land zullen over Hem weeklagen. Ja, Amen. (Telos)