Jesaja (boek)/Hoofdstuk 48

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 8 feb 2021 om 11:04 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Samenvatting == God klaagt over de huichelarij van de Israëlieten, hun hardnekkigheid en verachting van Zijn voorzeggingen (1-8). Noch...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Jesaja (boek) > Hoofdstuk 48
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Jesaja (boek):


Hoofdstuk 48 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

God klaagt over de huichelarij van de Israëlieten, hun hardnekkigheid en verachting van Zijn voorzeggingen (1-8). Nochtans verschoont Hij hen om Zijns naams wil, opdat zij Hem recht leren kennen (9-13). God zal de door Hem voorzegde Kores voorspoedig maken op zijn weg.

Jes. 48:1

Jes 48:1  Hoort dit, u huis van Jakob, die genoemd wordt met den naam van Israël, en uit de wateren van Juda voortgekomen zijt! die daar zweert bij den Naam des HEEREN, en vermeldt den God Israëls, [maar] niet in waarheid, noch in gerechtigheid. (CP[1])

Hoort dit, u huis van Jakob. Zie vers 12,

Uit de wateren van Juda voortgekomen. Het overgebleven tweestammenrijk werd met de naam 'Juda' aangeduid. Uit de menigte van de stam van Juda was deze rest van Israël voortgekomen. Deze menigte wordt beeldsprakig aangeduid met 'wateren'.[2]

Jes. 48:12

Jes 48:12  Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israël, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste. (SV)

Hoor naar Mij, o Jakob! Zie vers 1.

Jes. 48:14

Jes 48:14  Vergadert u, gij allen, en hoort; wie onder hen heeft deze dingen verkondigd? De HEERE heeft hem lief, Hij zal Zijn welbehagen tegen Babel doen, en Zijn arm zal [tegen] de Chaldeën zijn. (SV)

Vergadert u. Om tot het rechtsgeding te komen. God richt zich tot de Israëlieten[3].

Wie onder hen. Wie van de afgoden[3]. Voor dergelijke vragen, zie Jes 41:26 en 43:9.

Heeft hem lief. Dat is Kores[4] (zie vers 15), die Babel zal veroveren (vgl. Jes. 45:1-6, 13; 46:11), of anders[5] Jakob (Israël).

Hij zal. Dat is Kores of God.

Jes. 48:15

Jes 48:15  Ik, Ik heb [het] gesproken, ook heb Ik hem geroepen; Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig zijn [op] zijn weg. (SV)

Hem. Dat is Kores. Zie vers 14.

Hij zal voorspoedig zijn [op] zijn weg.

Jes 45:1  Alzo zegt de HEERE tot Zijn gezalfde, tot Cores, wiens rechterhand Ik vat, om de volken voor zijn aangezicht neder te werpen; en Ik zal de lendenen der koningen ontbinden, om voor zijn aangezicht de deuren te openen, en de poorten zullen niet gesloten worden: Jes 45:2  Ik zal voor uw aangezicht gaan, en Ik zal de kromme wegen recht maken; de koperen deuren zal Ik verbreken, en de ijzeren grendelen zal Ik in stukken slaan. (SV)

Voetnoten

  1. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987), verstaat 'die uit de wateren van Juda voortgekomen zijt' door 'die afstamt van Juda'.
  3. 3,0 3,1 Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987).
  4. Volgens K.A. Dächsel, John Gill, en Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987).
  5. Volgens de Joodse Targoem.